Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het verdere procesverloop
2.De verdere beoordeling
2.De beslissing
griffierecht € 128,00;
salaris gemachtigde € 74,00;
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 30 november 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen NS Reizigers B.V. en een gedaagde partij. De zaak betreft een abonnementsovereenkomst waarbij de eisende partij stelt dat de overeenkomst tot stand is gekomen na een succesvolle iDeal-betaling. De gedaagde partij erkent de hoofdsom, maar betwist de bijkomende kosten. De kantonrechter heeft in een eerder tussenvonnis de eisende partij in de gelegenheid gesteld om een akte te nemen, waarop de gedaagde partij heeft gereageerd.
De kantonrechter heeft beoordeeld of de eisende partij heeft voldaan aan de (pre)contractuele informatieplichten zoals vastgelegd in het Burgerlijk Wetboek. De rechter concludeert dat de eisende partij niet voldoende heeft aangetoond dat zij de gedaagde partij voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst heeft geïnformeerd over het herroepingsrecht. Dit leidt tot de conclusie dat de herroepingstermijn is verlengd en dat de overeenkomst gedeeltelijk wordt vernietigd, met een sanctie van 25% van de verschuldigde abonnementsgelden.
Daarnaast heeft de kantonrechter geoordeeld dat de eisende partij voldoende heeft voldaan aan de informatieplichten met betrekking tot de reisovereenkomst, waardoor een bedrag van € 155,73 aan reiskosten toewijsbaar is. Uiteindelijk is de kantonrechter tot de conclusie gekomen dat de gedaagde partij een totaalbedrag van € 196,10 aan de eisende partij moet betalen, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de dag van de dagvaarding. De proceskosten zijn eveneens toegewezen aan de kantonrechter, met uitzondering van de kosten voor de extra akte die voor rekening van de eisende partij blijven.