ECLI:NL:RBNHO:2022:10836

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
6 december 2022
Publicatiedatum
6 december 2022
Zaaknummer
10034504
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Arbeidsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding arbeidsovereenkomst en verstoorde arbeidsverhouding in de zorgsector

In deze zaak heeft Europe Medicare B.V. verzocht om ontbinding van de arbeidsovereenkomst met een werknemer, [verweerster], op basis van verwijtbaar gedrag en een verstoorde arbeidsverhouding. De kantonrechter heeft het verzoek afgewezen, omdat onvoldoende bewijs is geleverd voor het verwijtbaar handelen van de werknemer. De kantonrechter oordeelt dat de werkgever niet heeft aangetoond dat er sprake is van een zodanig verstoorde arbeidsverhouding dat voortzetting van de arbeidsovereenkomst niet meer van de werkgever gevergd kan worden. De kantonrechter wijst erop dat de werknemer niet op een onredelijke manier heeft gereageerd op kritiek van een collega en dat er geen bewijs is dat de werknemer een 'claim' heeft ingediend tegen een tandarts. De kantonrechter concludeert dat de werkgever onvoldoende heeft gedaan om de arbeidsrelatie te herstellen en dat er geen zwaarwegende belangen zijn die de ontbinding rechtvaardigen. De kantonrechter heeft Europe Medicare veroordeeld tot betaling van de proceskosten van de werknemer en heeft bepaald dat de werknemer binnen een maand weer moet worden toegelaten tot haar werkzaamheden, met een dwangsom van € 100 per dag bij niet-naleving.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknr./repnr.: 10034504 \ AO VERZ 22-46 (rvk)
Uitspraakdatum: 6 december 2022
Beschikking van de kantonrechter in de zaak van:
de besloten vennootschap
Europe Medicare B.V.
gevestigd te Velp
verzoekende partij
verder te noemen: Europe Medicare
gemachtigde: mr. M.J.S. Joosten
tegen
[verweerster]
wonende te [woonplaats]
verwerende partij
verder te noemen: [verweerster]
gemachtigde: mr. S.I. Ndoye
De zaak in het kort
De werkgever verzoekt in deze zaak om ontbinding van de arbeidsovereenkomst met een werknemer. Volgens de werkgever is sprake van verwijtbaar gedrag van de werknemer en een verstoorde arbeidsverhouding. De kantonrechter wijst het verzoek af. Naar het oordeel van de kantonrechter is onvoldoende gebleken van verwijtbaar gedrag van de werknemer. Ook is geen sprake van een zodanig verstoorde arbeidsverhouding dat ontbinding gerechtvaardigd is.

1.Het procesverloop

1.1.
Europe Medicare heeft een verzoek gedaan om de arbeidsovereenkomst tussen partijen te ontbinden. [verweerster] heeft een verweerschrift ingediend.
1.2.
Op 8 november 2022 heeft een zitting plaatsgevonden. Partijen hebben daar hun standpunten toegelicht en vragen beantwoord. De griffier heeft daarvan aantekeningen gemaakt. Europe Medicare en [verweerster] hebben ook pleitaantekeningen overgelegd. Vóór de zitting hebben Europe Medicare en [verweerster] bij brieven van 3 en 4 november 2022 nog stukken toegezonden.

2.De feiten

2.1.
Europe Medicare is een organisatie die mobiele tandzorg verleent. Die mobiele tandzorg wordt uitgevoerd door tandartsen en assistenten die samenwerken in een tandartsbus.
2.2.
[verweerster] , geboren [geboortedatum] , is sinds 11 september 2017 in dienst bij Europe Medicare. De functie van [verweerster] is tandartsassistente en kwaliteitsmedewerker. Het laatstverdiende salaris is € 1.848,37 bruto per maand.
2.3.
Op 10 januari 2022 heeft een collega van [verweerster] , [naam 1] (hierna: [naam 1] ), aan [verweerster] via Teams een bericht gestuurd over gebreken met betrekking tot de hygiëne in een tandartsbus, waarvoor [verweerster] verantwoordelijk was. [verweerster] heeft op 11 januari 2022 op dit bericht gereageerd en daarbij opgemerkt dat de kritiek van [naam 1] op een aantal punten niet klopt en dat het ook niet collegiaal is om die kritiek via Teams te uiten. In de berichten tussen [verweerster] en [naam 1] die daarop zijn gevolgd, heeft [verweerster] melding gemaakt van een ‘onveilige werksfeer’ en een ‘afrekencultuur’ in de onderneming van Europe Medicare.
2.4.
Op 2 februari 2022 is tijdens de behandeling van een patiënt door tandarts [naam 2] (hierna: [naam 2] ), waarbij [verweerster] als tandartsassistente optrad, water, bloed of speeksel van die patiënt op de kleding van [verweerster] terechtgekomen.
2.5.
Op 8 februari 2022 heeft [verweerster] zich ziek gemeld vanwege een besmetting met het corona-virus.
2.6.
Op 21 februari 2022 heeft tussen Europe Medicare en [verweerster] een ‘360 graden gesprek’ plaatsgehad. Tijdens dit gesprek is feedback van collega’s ten aanzien van [verweerster] besproken.
2.7.
In de periode van 12 april 2022 tot en met 15 juni 2022 heeft [verweerster] werkzaamheden verricht in het kader van re-integratie.
2.8.
In een e-mail van tandarts [naam 2] van 24 april 2022 aan Europe Medicare staat dat [verweerster] een ‘claim’ heeft ingediend naar aanleiding van eerdergenoemd incident op 2 februari 2022.
2.9.
Op 25 mei 2022 heeft [naam 1] een klacht over [verweerster] ingediend. Die klacht komt erop neer dat [verweerster] [naam 1] in januari 2022 via Teams en Whatsapp heeft lastig gevallen, dat de houding en de verwijten van [verweerster] [naam 1] in haar werk belemmeren en dat [naam 1] zich niet veilig voelt in de nabijheid van [verweerster] .
2.10.
Op 15 juni 2022 heeft [verweerster] zich volledig hersteld gemeld. Na die hersteldmelding is [verweerster] niet meer ingeroosterd door Europe Medicare voor het verrichten van werkzaamheden.
2.11.
Op 1 juli 2022 is Europe Medicare met [verweerster] in gesprek gegaan over een mogelijke beëindiging van de arbeidsovereenkomst. [verweerster] heeft niet willen instemmen met een beëindiging.

3.Het verzoek, het verweer en het tegenverzoek

3.1.
Europe Medicare verzoekt de arbeidsovereenkomst met [verweerster] te ontbinden vanwege – kort gezegd – verwijtbaar handelen van [verweerster] , waardoor van Europe Medicare redelijkerwijs niet meer gevergd kan worden de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. Als ontbinding op die grond niet wordt toegewezen, wordt verzocht om ontbinding wegens een verstoorde arbeidsverhouding. Europe Medicare legt aan het verzoek ten grondslag – kort weergegeven – dat [verweerster] volhardt in een vijandige en negatieve houding richting collega’s en Europe Medicare, en in ‘destructief denken’, ondanks dat zij daarop is aangesproken. Dit gedrag veroorzaakt volgens Europe Medicare een zodanig onveilige werksfeer dat voortzetting van de arbeidsovereenkomst onmogelijk is geworden. Europe Medicare stelt dat er om die reden ook sprake is van een verstoorde arbeidsverhouding en dat [verweerster] geen draagvlak meer bij haar collega’s, leidinggevenden en Europe Medicare.
3.2.
[verweerster] verweert zich tegen het verzoek en stelt dat de verzochte ontbinding moet worden afgewezen. Daartoe is – samengevat – aangevoerd dat [verweerster] zich niet schuldig heeft gemaakt aan verwijtbaar handelen, dat er geen sprake is geweest van intimiderend of vijandig gedrag richting collega’s, en dat [verweerster] daarop nooit is gewezen. [verweerster] betwist ook dat de arbeidsverhouding duurzaam is verstoord. Volgens [verweerster] werken de collega’s en de vaste tandartsen graag samen met [verweerster] . Verder merkt [verweerster] op dat Europe Medicare geen poging heeft ondernomen om de arbeidsrelatie te herstellen, voor zover deze al verstoord zou zijn. [verweerster] doet een tegenverzoek om Europe Medicare te veroordelen haar weer toe te laten tot het werk en, voor het geval de arbeidsovereenkomst wordt ontbonden, om toekenning van een billijke vergoeding en een transitievergoeding.

4.De beoordeling

het verzoek

4.1.
Het gaat in deze zaak om de vraag of de arbeidsovereenkomst tussen partijen moet worden ontbonden.
4.2.
Een arbeidsovereenkomst kan op grond van de wet alleen worden ontbonden als daar een redelijke grond voor is. [1] Onder een redelijke grond wordt onder andere verstaan verwijtbaar handelen van de werknemer of een verstoorde arbeidsverhouding, zodanig dat van de werkgever in redelijkheid niet kan worden gevergd de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. [2]
4.3.
Naar het oordeel van de kantonrechter is er geen redelijke grond voor ontbinding. Daarover wordt het volgende overwogen.
4.4.
Europe Medicare heeft gesteld dat sprake is van verwijtbaar handelen van [verweerster] , omdat zij zich jegens collega’s en Europe Medicare vijandig, negatief en intimiderend opstelt. Daartoe heeft Europe Medicare met name aangevoerd dat tandarts [naam 2] niet meer met [verweerster] wil werken vanwege eerdergenoemde ‘claim’ van [verweerster] en is door Europe Medicare verwezen naar de klacht van [naam 1] tegen [verweerster] .
4.5.
[verweerster] heeft de verwijten betwist en gesteld dat zij geen ‘claim’ tegen tandarts [naam 2] heeft ingediend. Volgens [verweerster] heeft zij alleen maar gevraagd of zij in aanmerking komt voor een financiële tegemoetkoming om het lagere loon tijdens ziekte te compenseren, omdat denkbaar is dat zij een besmetting met het corona-virus op het werk heeft opgelopen. Ook heeft [verweerster] betwist dat zij [naam 1] heeft lastig gevallen en heeft zij uiteengezet dat één en ander al met [naam 1] is uitgepraat.
4.6.
De kantonrechter stelt vast dat uit de stukken niet blijkt dat [verweerster] een ‘claim’ tegen tandarts [naam 2] heeft ingediend. Ook is niet gebleken dat [verweerster] die tandarts aansprakelijk heeft gesteld voor haar coronabesmetting. Uit de door Europe Medicare overgelegde verklaring van de tandarts volgt niet wie de ‘claim’ heeft ingediend of wat die ‘claim’ inhoudt en zelfs niet dat die ‘claim’ direct van [verweerster] afkomstig is.
4.7.
Gelet op deze gemotiveerde betwisting door [verweerster] van het verwijt op dit punt had het op de weg gelegen van Europe Medicare om nader te motiveren en te onderbouwen dat [verweerster] de betreffende tandarts aansprakelijk zou hebben gesteld en dat dit verwijtbaar gedrag oplevert. Dat heeft Europe Medicare niet gedaan. Overigens kan een aansprakelijk-stelling, zelfs als deze onterecht is, op zichzelf ook geen verwijtbaar gedrag opleveren.
4.8.
De kantonrechter ziet dan ook niet in dat [verweerster] in dit verband verwijtbaar heeft gehandeld.
4.9.
Ook de hiervoor genoemde klacht van [naam 1] kan niet tot de conclusie leiden dat [verweerster] verwijtbaar heeft gehandeld. Uit de stukken blijkt dat [verweerster] fel heeft gereageerd op kritiek van [naam 1] . Daarbij speelt echter ook een rol dat [naam 1] haar kritiek op [verweerster] heeft geuit in een openbaar Teams-gesprek, waardoor meerdere collega’s daarvan kennis namen. Het valt in enige mate te begrijpen dat [verweerster] daardoor zeer onaangenaam verrast was. Uit de stukken blijkt echter niet dat [verweerster] [naam 1] in januari 2022 via Teams en Whatsapp heeft ‘lastig gevallen’. Er zijn ook onvoldoende aanknopingspunten om te oordelen dat het aan [verweerster] te wijten is dat [naam 1] zich niet veilig voelt in de nabijheid van [verweerster] .
4.10.
Verder heeft Europe Medicare onvoldoende uitgelegd waarom [naam 1] pas in mei 2022 een klacht indient over een aanvaring met [verweerster] in januari 2022. Daarbij is met name van belang dat uit de stukken, waaronder de WhatsApp-berichten tussen [verweerster] en [naam 1] , kan worden afgeleid zij de kwestie hebben uitgepraat en dat [naam 1] erkent dat ook van haar kant de toonzetting van haar kritiek anders had gekund. Ook de toonzetting van [verweerster] was niet fraai, met name waar zij [naam 1] of Europe Medicare beschuldigt van het veroorzaken van een ‘afrekencultuur’. Maar dit is geen verwijtbaar gedrag dat ontbinding van de arbeidsovereenkomst rechtvaardigt, temeer omdat [verweerster] deze beschuldiging alleen heeft geuit in WhatsApp-berichten met [naam 1] en niet in een breder verband. [verweerster] heeft overigens opgemerkt dat zij deze beschuldiging in een emotionele opwelling heeft gedaan en gesteld noch gebleken is dat [verweerster] deze woorden vaker heeft gebruikt.
4.11.
Europe Medicare heeft ter onderbouwing van het gestelde verwijtbare handelen ook nog verwezen naar een verslag van een functioneringsgesprek van 6 december 2019, naar de vaststellingsovereenkomst van 6 november 2020 en naar feedbackformulieren van 24 augustus 2021. In deze stukken valt naar het oordeel van de kantonrechter echter geen duidelijk verwijtbaar handelen van [verweerster] te lezen. De opmerking van [verweerster] in haar e-mail van 10 mei 2021 dat zij meent dat het niet langer tot haar taak behoort om nieuwe assistentes in te werken, is geen verwijtbaar gedrag, omdat die opmerking geen werkweigering inhoudt.
4.12.
De kantonrechter is dus van oordeel dat de arbeidsovereenkomst niet kan worden ontbonden wegens verwijtbaar handelen.
4.13.
Ook de gestelde verstoorde arbeidsverhouding is geen grond voor ontbinding. De kantonrechter is van oordeel dat er onvoldoende aanknopingspunten zijn om aan te nemen dat er sprake is van een zodanig ernstige en duurzaam verstoorde arbeidsverhouding dat in redelijkheid niet meer van kan Europe Medicare gevergd zou kunnen worden de arbeidsovereenkomst te laten voortduren.
4.14.
De kantonrechter ziet niet in dat de aanvaring tussen [verweerster] en [naam 1] tot een onherstelbare vertrouwensbreuk leidt. [verweerster] en [naam 1] hebben elkaar aangesproken op de wijze waarop zij kritiek hebben geleverd en hebben één en ander vervolgens uitgesproken. Dat levert geen verstoorde arbeidsverhouding op. Hetzelfde geldt voor de gestelde ‘claim’ van [verweerster] jegens tandarts [naam 2] . Zoals hiervoor al is overwogen, blijkt niet van een dergelijke ‘claim’, terwijl overigens uit de overgelegde stukken, waaronder met name uitvoerige WhatsApp-berichten, voldoende blijkt dat de relatie tussen [verweerster] en [naam 2] altijd goed is geweest. Uit andere WhatsApp-berichten blijkt overigens ook dat de relatie van [verweerster] met veel van haar collega’s overwegend goed is.
4.15.
De stelling van Europe Medicare dat de sfeer om te snijden is als [verweerster] op het werk aanwezig is en dat er geen draagvlak is voor [verweerster] bij collega’s en leidinggevenden, kan de kantonrechter niet volgen. In het 360-gradengesprek van 21 februari 2022 is hierover niets gezegd door Europe Medicare, wat toch voor de hand had gelegen indien dat draagvlak daadwerkelijk zou ontbreken. Ook uit de verschillende feedbackformulieren van collega’s blijkt niet dat zij problemen ervaren in de omgang met [verweerster] en evenmin van een gebrek aan draagvlak.
4.16.
De stelling van Europe Medicare dat [verweerster] geen positieve houding heeft naar patiënten is door [verweerster] weersproken en door Europe Medicare verder niet onderbouwd. Ook dit kan dus niet bijdragen aan de gestelde verstoring van de arbeidsverhouding.
4.17.
Voor zover sprake is van een verstoorde arbeidsverhouding, kan niet worden vastgesteld dat die verstoring duurzaam en onherstelbaar is. Daarbij is van belang dat onvoldoende is gebleken dat Europe Medicare zich heeft ingezet voor herstel van die eventuele verstoring. Zoals hiervoor al is overwogen, heeft Europe Medicare in het 360-gradengesprek van 21 februari 2022 de gestelde verstoring van de arbeidsverhouding zelfs niet aan de orde gesteld. Van concrete actie van de kant van Europe Medicare gericht op herstel, bijvoorbeeld in de vorm van gesprekken, coaching of mediation, is niet, althans onvoldoende gebleken.
4.18.
De conclusie is dat de arbeidsovereenkomst ook niet ontbonden kan worden wegens een verstoorde arbeidsverhouding.
4.19.
De arbeidsovereenkomst zal ook niet worden ontbonden wegens een combinatie van omstandigheden, de zogenoemde cumulatiegrond. Deze grond is bedoeld voor die gevallen waarin de werkgever een ontbindingsverzoek niet kan baseren op omstandigheden uit één enkelvoudige ontslaggrond, maar dit wel kan motiveren en onderbouwen met omstandigheden uit meerdere ontslaggronden samen. Uit de wet en de wetsgeschiedenis blijkt niet dat vereist is dat één of meer van de ontslaggronden bijna voldragen zijn, maar wel dat de combinatie van omstandigheden meebrengt dat voortzetting van het dienstverband in redelijkheid niet meer van de werkgever gevergd kan worden. Van een dergelijke situatie is naar het oordeel van de kantonrechter geen sprake. Hiervoor is immers geoordeeld dat onvoldoende is gebleken van verwijtbaar gedrag of een verstoorde arbeidsverhouding. In zo’n geval kan ook een combinatie van omstandigheden geen ontbinding rechtvaardigen.
4.20.
De conclusie is dat de kantonrechter het verzoek van Europe Medicare zal afwijzen en dat de arbeidsovereenkomst dus niet zal worden ontbonden.
4.21.
Europe Medicare krijgt ongelijk en zal daarom worden veroordeeld tot betaling van de proceskosten van [verweerster] .
het tegenverzoek
4.22.
[verweerster] heeft een verzoek gedaan om Europe Medicare te veroordelen haar weer toe te laten op het werk. Gelet op de afwijzing van de verzochte ontbinding is die vordering toewijsbaar. Europe Medicare heeft ook geen zwaarwegende belangen genoemd waarom toelating van [verweerster] tot het werk niet gevergd kan worden.
4.23.
De veroordeling tot toelating tot het werk zal worden bepaald op een termijn van een maand na deze beschikking, zodat partijen de tijd krijgen zich daarop in te stellen. De gevorderde dwangsom zal ook worden toegewezen en worden bepaald op € 100,00 per dag, met een maximum van € 15.000,00.
4.24.
Omdat de arbeidsovereenkomst niet wordt ontbonden, behoeft op de overige verzoeken en vorderingen van [verweerster] niet meer te worden beslist.
4.25.
Europe Medicare krijgt ook hier ongelijk, maar er zal ten aanzien van het tegenverzoek geen veroordeling tot betaling van de proceskosten van [verweerster] worden uitgesproken, omdat niet is gebleken dat daarvoor aparte proceskosten zijn gemaakt.

5.De beslissing

De kantonrechter:
het verzoek
5.1.
wijst de verzochte ontbinding af;
5.2.
veroordeelt Europe Medicare tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van [verweerster] tot en met vandaag vaststelt op € 747,00 aan salaris van de gemachtigde van [verweerster] ;
5.3.
verklaart de beslissing onder 5.2 uitvoerbaar bij voorraad;
het tegenverzoek
5.4.
veroordeelt Europe Medicare om [verweerster] binnen een maand na deze beschikking toe te laten tot haar werkzaamheden, op straffe van een dwangsom van € 100,00 per dag of gedeelte daarvan dat Europe Medicare daarmee in gebreke blijft, tot een maximum van
€ 15.000,00;
5.5.
verklaart de beslissing onder 5.4 uitvoerbaar bij voorraad;
5.6.
wijst het tegenverzoek voor het overige af.
Deze beschikking is gegeven door mr. P.J. Jansen en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter

Voetnoten

1.Artikel 7:669 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW).
2.Artikel 7:669 lid 3 BW.