Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
NS Reizigers B.V.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 30 november 2022 uitspraak gedaan in een verstekvonnis tussen NS Reizigers B.V. en een gedaagde partij die niet is verschenen. De eisende partij, NS Reizigers B.V., heeft een vordering ingesteld met betrekking tot een abonnementsovereenkomst en de bijbehorende reiskosten. De kantonrechter heeft in een eerder tussenvonnis van 7 september 2022 de eisende partij de gelegenheid gegeven om haar vordering nader toe te lichten, wat heeft geleid tot een akte op 5 oktober 2022.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de abonnementsovereenkomst tot stand komt na een succesvolle iDealbetaling en dat de eisende partij aan de vereisten van artikel 6:230v lid 3 BW heeft voldaan. Echter, de kantonrechter oordeelt dat de eisende partij niet heeft voldaan aan de contractuele informatieplicht zoals bedoeld in artikel 6:230v lid 7 BW, omdat er geen concrete bestelbevestiging aan de gedaagde partij is verzonden. Dit heeft geleid tot de conclusie dat de herroepingstermijn is verlengd en dat de overeenkomst gedeeltelijk vernietigd wordt, wat resulteert in een toewijsbare schadevergoeding van € 1,82 aan abonnementsgelden.
Daarnaast heeft de kantonrechter geoordeeld dat de reisovereenkomst onder de uitzondering van artikel 6:230h lid 5 BW valt, waardoor een bedrag van € 88,24 aan reiskosten toewijsbaar is. De totale hoofdsom die aan de eisende partij moet worden betaald, bedraagt € 130,06, inclusief wettelijke rente en proceskosten. De gedaagde partij is grotendeels in het ongelijk gesteld en moet de proceskosten vergoeden. De kantonrechter heeft de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders gevorderde afgewezen.