Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Het verloop van de procedure
Overwegingen
De uitspraak
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 16 mei 2022 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan betrokkene voor het doorrijden bij een rood verkeerslicht. De zaak is behandeld in Zaanstad, waar de gemachtigde van betrokkene en de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig waren. Betrokkene had eerder een boete ontvangen voor een vergelijkbare overtreding, wat leidde tot de vraag of de opgelegde boete in deze zaak terecht was. De kantonrechter oordeelde dat de gedraging niet voldoende was komen vast te staan, mede omdat de pleegplaatsen van de overtredingen dicht bij elkaar lagen en de tijdstippen gelijk waren. Hierdoor werd geconcludeerd dat het aannemelijk was dat het om dezelfde overtreding ging, wat leidde tot de beslissing om het beroep gegrond te verklaren. De kantonrechter vernietigde de beslissing van de officier van justitie en de opgelegde boete, en bepaalde dat de officier van justitie de betaalde zekerheidstelling aan betrokkene moest terugbetalen. Tevens werd de officier van justitie veroordeeld tot het vergoeden van de verlet- en reiskosten van de gemachtigde van betrokkene, tot een totaalbedrag van € 167,52. De uitspraak werd gedaan door mr. P.J. Jansen, kantonrechter, en is openbaar uitgesproken.