ECLI:NL:RBNHO:2022:10776

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
13 mei 2022
Publicatiedatum
6 december 2022
Zaaknummer
9754115 WM
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen administratieve sanctie wegens handelen in strijd met geslotenverklaring

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 13 mei 2022 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie, opgelegd aan betrokkene voor het handelen in strijd met een geslotenverklaring. Betrokkene had meerdere boetes ontvangen voor dezelfde gedraging op dezelfde locatie binnen een kort tijdsbestek. De kantonrechter oordeelde dat de door betrokkene aangevoerde persoonlijke omstandigheden de termijnoverschrijding van het indienen van het beroep verschoonbaar maakten, waardoor de zaak inhoudelijk kon worden behandeld.

Tijdens de zitting was de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig, evenals betrokkene zelf. De kantonrechter heeft vastgesteld dat betrokkene het niet eens was met de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond had verklaard. De gedraging waarvoor de boete was opgelegd, betrof het handelen in strijd met een geslotenverklaring, zoals aangegeven door Bord C2 van het RVV 1990. Betrokkene stelde dat hij geen bord had gezien, wat de kantonrechter aannemelijk achtte.

De kantonrechter oordeelde dat betrokkene, gezien de omstandigheden en het feit dat hij na de eerste bekeuring zijn gedrag had aangepast, onevenredig gestraft werd. Daarom werd de boete gematigd tot nihil. De beslissing van de officier van justitie werd gewijzigd en het beroep werd gedeeltelijk gegrond verklaard. Betrokkene kreeg het bedrag dat hij als zekerheidstelling had betaald terugbetaald. De uitspraak werd gedaan door mr. B. Voogd, kantonrechter, en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknummer : 9754115 \ WM VERZ 22-268
CJIB-nummer : [nummer]
Uitspraakdatum : 13 mei 2022
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV)
in de zaak van
[betrokkene]

Het verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond dan wel niet-ontvankelijk verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 13 mei 2022. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Betrokkene is ook verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Overwegingen

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: handelen ism geslotenverklaring (Bord C2 van het RVV 1990, eenrichtingverkeer).
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft in het beroepschrift de gronden daarvoor aangevoerd.
Betrokkene heeft het beroep bij de kantonrechter te laat ingesteld. De kantonrechter is van oordeel dat de door betrokkene aangevoerde persoonlijke omstandigheden aanleiding geven om deze termijnoverschrijding verschoonbaar te achten. Aan een inhoudelijke behandeling van de zaak wordt toegekomen.
Betrokkene heeft meerdere boetes ontvangen voor dezelfde gedraging op dezelfde locatie binnen een kort tijdsbestek. Het verweer van betrokkene dat hij geen bord heeft gezien acht de kantonrechter daardoor aannemelijk. De eerste boete heeft betrokkene ontvangen nadat alle gedragingen al waren begaan. Daarna heeft betrokkene zijn gedrag aangepast. De kantonrechter oordeelt in dit specifieke geval dat, nu betrokkene meerdere boetes heeft ontvangen, hij onevenredig gestraft wordt. Daar komt nog bij dat betrokkene na ontvangst van de eerste bekeuring zijn gedrag heeft aangepast. Dit betekent dat onderhavige boete zal worden gematigd tot nihil.
Het beroep is gelet op de matiging gedeeltelijk gegrond. De beslissing van officier van justitie zal worden gewijzigd.

De uitspraak

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep gedeeltelijk gegrond;
‒ wijzigt de beslissing van de officier van justitie, in die zin dat de boete wordt gematigd tot nihil;
‒ bepaalt dat de officier van justitie het bedrag dat betrokkene als zekerheidstelling heeft betaald, aan betrokkene terugbetaalt.
Deze uitspraak is gedaan door mr. B. Voogd, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 70,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: