ECLI:NL:RBNHO:2022:10772

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
13 mei 2022
Publicatiedatum
6 december 2022
Zaaknummer
9754146 WM
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen opgelegde boete wegens snelheidsovertreding in het kader van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, op 13 mei 2022 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie (boete) opgelegd aan de betrokkene wegens een snelheidsovertreding. De betrokkene heeft de gedraging bij de staandehouding niet ontkend, waarbij de toegestane snelheid op de betreffende weg 80 kilometer per uur was. De betrokkene heeft echter 30 kilometer per uur te hard gereden, wat resulteerde in een boete.

De procedure begon toen de betrokkene in beroep ging tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond of niet-ontvankelijk verklaarde. De kantonrechter heeft de zaak behandeld op de zitting van 13 mei 2022, waar de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig was, maar de betrokkene zelf niet. De kantonrechter heeft de verklaring van de verbalisant, die de snelheid had vastgesteld met een gekalibreerde boordsnelheidsmeter, als voldoende bewijs beschouwd voor de gedraging.

De kantonrechter oordeelde dat de betrokkene onvoldoende feiten of omstandigheden had aangevoerd die aanleiding gaven om te twijfelen aan de verklaring van de verbalisant. De gedraging is op juiste wijze vastgesteld, en de kantonrechter heeft geoordeeld dat de boete terecht is opgelegd. Het beroep van de betrokkene is ongegrond verklaard, en de kantonrechter heeft de uitspraak openbaar gedaan.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknummer : 9754146 \ WM VERZ 22-271
CJIB-nummer : [nummer]
Uitspraakdatum : 13 mei 2022
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV)
in de zaak van
[betrokkene]

Het verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond dan wel niet-ontvankelijk verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 13 mei 2022. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Betrokkene is niet verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Overwegingen

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: 30 km per uur harder rijden dan mag op een (auto)weg buiten bebouwde kom (verkeersbord A1).
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft in het beroepschrift de gronden daarvoor aangevoerd.
In de toelichting van het zaakoverzicht verklaart de verbalisant onder andere het volgende:
“… De werkelijke snelheid stelde ik vast m.b.v. de gekalibreerde boordsnelheidsmeter van het dienstvoertuig, door bestuurder met een gelijkblijvende of vrijwel gelijkblijvende tussenafstand te volgen.
Afgelezen snelheid boordsnelheidsmeter: 120.
Snelheid volgens kalibratietabel: 114.
Werkelijk (gecorrigeerde) snelheid: 110.
Toegestane snelheid: 80.
Overschrijding met: 30.
Meetafstand: 2000,00 M.
Tussenafstand: 100 M.
Goedkeuring kalibratie boordsnelheidsmeter geldig tot: 27-10-2021 (…)
Verklaring betrokkene: “Ik heb er geen reden voor”
De betreffende kalibratietabel is door de verbalisant overgelegd en bevind zich bij de stukken in het dossier.
In WAHV-zaken biedt de verklaring van een verbalisant in beginsel voldoende grondslag voor de vaststelling van de gedraging. Dit is anders indien de betrokkene voor zijn zaak specifieke feiten en omstandigheden aanvoert die aanleiding geven te twijfelen aan de juistheid van één of meer onderdelen van de verklaring van de verbalisant dan wel uit het dossier zulke feiten en omstandigheden blijken. Betrokkene heeft onvoldoende feiten en/of omstandigheden aangevoerd die ertoe aanleiding geven te twijfelen aan de verklaring van de verbalisant.
Naar het oordeel van de kantonrechter is de gedraging op een juiste wijze geconstateerd en vastgesteld. Betrokkene heeft de gedraging bij de staandehouding niet ontkend. De toegestane snelheid bedraagt 80 kilometer per uur. Betrokkene heeft de maximum toegestane snelheid overschreden met 30 kilometer per uur, zodat terecht een boete is opgelegd. Hetgeen betrokkene heeft aangevoerd, hetgeen in de kern neerkomt op een ontkenning van de gedraging, geeft de kantonrechter geen aanleiding om de boete te matigen of te vernietigen.
Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard.

De uitspraak

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. B. Voogd, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 70,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: