ECLI:NL:RBNHO:2022:10771

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
13 mei 2022
Publicatiedatum
6 december 2022
Zaaknummer
9754132 WM
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Matiging van een verkeersboete op basis van onduidelijke verkeerssituatie en ontheffing

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Noord-Holland op 13 mei 2022, heeft de kantonrechter uitspraak gedaan op een beroep tegen een administratieve sanctie (boete) die aan betrokkene was opgelegd. De boete was opgelegd wegens het handelen in strijd met een geslotenverklaring in beide richtingen. Betrokkene was het niet eens met de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond had verklaard, en heeft hiertegen beroep ingesteld bij de kantonrechter.

Tijdens de zitting op 13 mei 2022, waar zowel de vertegenwoordiger van de officier van justitie als betrokkene aanwezig waren, heeft de kantonrechter de zaak behandeld. Betrokkene voerde aan dat er onduidelijkheid bestond over de verkeerssituatie en de verleende ontheffing, wat volgens hem aanleiding gaf om de boete te matigen. De kantonrechter heeft de stukken in het dossier, waaronder de verklaring van de verbalisant, zorgvuldig bekeken en vastgesteld dat de gedraging waarvoor de boete was opgelegd, inderdaad had plaatsgevonden.

Desondanks oordeelde de kantonrechter dat de door betrokkene aangevoerde omstandigheden, zoals de onduidelijke verkeerssituatie, voldoende reden gaven om de boete te matigen tot nihil. De uitspraak van de kantonrechter was dan ook gedeeltelijk gegrond, en de beslissing van de officier van justitie werd gewijzigd. De kantonrechter bepaalde dat het bedrag dat betrokkene als zekerheidstelling had betaald, aan hem moest worden terugbetaald. Deze uitspraak werd gedaan door mr. B. Voogd, kantonrechter, en is in het openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknummer : 9754132 \ WM VERZ 22-270
CJIB-nummer : [nummer]
Uitspraakdatum : 13 mei 2022
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV)
in de zaak van
[betrokkene]

Het verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond dan wel niet-ontvankelijk verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 13 mei 2022. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Betrokkene is ook verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Overwegingen

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: als bestuurder handelen in strijd met een geslotenverklaring in beide richtingen.
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft in het beroepschrift de gronden daarvoor aangevoerd.
De kantonrechter is van oordeel dat uit de stukken die zich in het dossier bevinden – met name uit de verklaring van de verbalisant – voldoende blijkt dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, is verricht. Betrokkene doet een beroep op de omstandigheden van het geval ten tijde van de gedraging. De kantonrechter van oordeel dat de door betrokkene aangevoerde omstandigheden, onduidelijke verkeerssituatie en onduidelijkheid met betrekking tot de verleende ontheffing, aanleiding geven om de boete te matigen tot nihil.
Het beroep is gelet op de matiging gedeeltelijk gegrond. De beslissing van officier van justitie zal worden gewijzigd.

De uitspraak

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep gedeeltelijk gegrond;
‒ wijzigt de beslissing van de officier van justitie, in die zin dat de boete wordt gematigd tot nihil;
‒ bepaalt dat de officier van justitie het bedrag dat betrokkene als zekerheidstelling heeft betaald, aan betrokkene terugbetaalt.
Deze uitspraak is gedaan door mr. B. Voogd, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 70,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: