ECLI:NL:RBNHO:2022:10758

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
6 december 2022
Publicatiedatum
5 december 2022
Zaaknummer
C/15/332533 / KG ZA 22-509
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Burengeschil over inbreuk op eigendom van (vaar)water met betrekking tot erfdienstbaarheid en noodweg

In deze zaak, die zich afspeelt in Haarlem, betreft het een burengeschil tussen twee partijen, [eiser 1] c.s. en Van [gedaagde 1] c.s., over het gebruik van vaarwater dat eigendom is van [eiser 1] c.s. Van [gedaagde 1] c.s. heeft toegang tot het openbaar vaarwater [rivier] nodig via het perceel van [eiser 1] c.s. Het Gerechtshof Amsterdam heeft eerder geoordeeld dat er geen erfdienstbaarheid van overpad bestaat ten gunste van Van [gedaagde 1] c.s. In deze procedure vorderen [eiser 1] c.s. de oplegging van een dwangsom aan Van [gedaagde 1] c.s. voor het gebruik van het vaarwater, terwijl Van [gedaagde 1] c.s. in reconventie een voorlopige noodweg eisen.

De voorzieningenrechter heeft de vorderingen van beide partijen afgewezen. De voorzieningenrechter oordeelt dat er geen grond is voor het opleggen van een dwangsom, omdat Van [gedaagde 1] c.s. zich tot nu toe niet in strijd met het arrest hebben gedragen. Bovendien is de sloep van Van [gedaagde 1] c.s. naar de winterstalling gebracht, waardoor er op dat moment geen gebruik van het vaarwater plaatsvond. De vordering tot aanwijzing van een noodweg werd ook afgewezen, omdat Van [gedaagde 1] c.s. niet in een noodsituatie verkeren en er geen erfdienstbaarheid is vastgesteld. De voorzieningenrechter benadrukt dat de huidige juridische situatie niet voldoende gronden biedt voor een inbreuk op het eigendomsrecht van [eiser 1] c.s.

De proceskosten werden toegewezen aan de in het ongelijk gestelde partijen, waarbij [eiser 1] c.s. in de proceskosten van Van [gedaagde 1] c.s. werden veroordeeld en vice versa. Het vonnis is uitgesproken door mr. H.A. Pott Hofstede op 6 december 2022.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
Zittingsplaats Haarlem
zaaknummer / rolnummer: C/15/332533 / KG ZA 22-509
Vonnis in kort geding van 6 december 2022
in de zaak van

1.[eiser 1],

2.
[eiser 2],
beiden wonende te [plaats],
eisers in conventie,
verweerders in reconventie,
advocaat mr. M. de Kock-Habernickel te Zaandam,
tegen

1.[gedaagde 1],

2.
[gedaagde 2],
beiden wonende te [plaats],
gedaagden in conventie,
eisers in reconventie,
advocaat mr. Th.P. ten Brink te Rotterdam.
Partijen zullen hierna [eiser 1] c.s. en Van [gedaagde 1] c.s. genoemd worden. Partijen afzonderlijk zullen hierna [eiser 1], [eiser 2], Van [gedaagde 1] en Van [gedaagde 2] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding met producties 1 t/m 8
  • de conclusie van antwoord in conventie, tevens conclusie van eis in reconventie met producties VB1 t/m VB4
  • de mondelinge behandeling van 22 november 2022, waarvan de griffier aantekeningen heeft bijgehouden
  • de spreekaantekeningen van mr. De Kock-Habernickel namens [eiser 1] c.s. en van mr. Ten Brink namens Van [gedaagde 1] c.s.
1.2.
Ter gelegenheid van de mondelinge behandeling zijn verschenen:
  • [eiser 1], bijgestaan door mr. De Kock-Habernickel voornoemd
  • Van [gedaagde 1], bijgestaan door mr. Ten Brink voornoemd.
Tevens waren aanwezig:
- de heer Horstman en de heer Parlevliet
1.3.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De zaak in het kort

2.1.
Van [gedaagde 1] c.s. en [eiser 1] c.s. zijn buren. Om vanaf hun perceel met een boot het openbaar vaarwater te kunnen bereiken moet Van [gedaagde 1] c.s. over het water behorende bij het perceel van [eiser 1] c.s. varen. Het gerechtshof Amsterdam heeft geoordeeld dat geen sprake is van een erfdienstbaarheid, bestaande uit een recht van overpad ten gunste van Van [gedaagde 1] c.s. [eiser 1] c.s. verwachten dat Van [gedaagde 1] c.s. zich niet aan het arrest zullen houden en vorderen daarom in deze procedure de oplegging van een dwangsom. Van [gedaagde 1] c.s. betwisten dit en vorderen bij wijze van tegenvordering de voorlopige aanwijzing van een noodweg, dan wel dat [eiser 1] c.s. het gebruik van hun vaarwater hebben te gehengen en gedogen. De voorzieningenrechter wijst de vorderingen van beide partijen af.

3.Feiten

3.1.
Partijen zijn buren. [eiser 1] c.s. zijn eigenaar van het perceel gelegen aan de [adres 1] in [plaats]. Van [gedaagde 1] c.s. zijn eigenaar van het perceel gelegen aan de [adres 2] in [plaats]. Beide percelen grenzen direct aan het water dat lokaal bekend staat als het ‘[locatie]’. Via het [locatie] is directe toegang tot het openbaar water het [rivier] (hierna: [rivier]).
3.2.
De onderstaande kaarten illustreren de situatie ter plaatse:

{afbeelding 1}

{afbeelding 2}

Op de kaart links is het perceel van Van [gedaagde 1] c.s. omlijnd. Op de kaart rechts is het perceel van [eiser 1] c.s. omlijnd. De donkerblauw gemarkeerde delen betreffen water in het [locatie] behorende bij de percelen. Het lichtblauwe deel links onderaan de kaart is openbaar vaarwater, [rivier]. Rechts onderaan de kaart bevindt zich de Balkenbrug die toegang geeft om van en naar het [locatie] en [rivier] te varen. Van [gedaagde 1] c.s. hebben slechts via het water van het perceel van [eiser 1] c.s. toegang tot [rivier].
3.3.
Tussen partijen lopen diverse civielrechtelijk en bestuursrechtelijke procedures, over de inrichting van de tuin van Van [gedaagde 1] c.s. In een civiele bodemprocedure hebben [eiser 1] c.s. onder meer gevorderd dat Van [gedaagde 1] c.s. de erfafscheiding, de begroeiing en de schuur aanpast. Van [gedaagde 1] c.s. hebben een tegenvordering ingesteld en gevorderd dat [eiser 1] c.s. de in het [locatie] aangebrachte constructie van aan elkaar verbonden meerpalen verwijderd, althans zodanig aan zal passen dat de uitoefening van de erfdienstbaarheid niet wordt belemmerd. Bij arrest van 6 september 2022 (hierna: het Arrest) heeft het Gerechtshof Amsterdam deze tegenvordering alsnog afgewezen, omdat volgens het hof geen sprake is van een erfdienstbaarheid bestaande uit een recht van overpad over het (water van het) perceel van [eiser 1] c.s. ten gunste van Van [gedaagde 1] c.s.
3.4.
Bij brieven van 8 en 26 september 2022 hebben [eiser 1] c.s. vervolgens Van [gedaagde 1] c.s. gesommeerd om zich met onmiddellijk ingang te onthouden om op enigerlei wijze nog gebruik te maken van het aan hen toebehorende water en verzocht te bevestigen dat zij aan deze sommatie gevolg zullen geven.
3.5.
Van [gedaagde 1] c.s. hebben bij brief van 16 september 2022 aangegeven dat zij thans geen gebruik zullen maken van het vaarwater dat eigendom is van [eiser 1] c.s. maar ook overwegen cassatie tegen het Arrest in te stellen en andere juridische mogelijkheden te onderzoeken. Bij brief van 29 september 2022 hebben zij dit standpunt herhaald en voorts een beroep gedaan op het recht van noodweg.
Tekst
Tekst

4.Het geschil in conventie

4.1.
[eiser 1] c.s. vorderen bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
I. Van [gedaagde 1] c.s. hoofdelijk te veroordelen tot het betalen aan [eiser 1] c.s. van een dwangsom van € 2.500,- met een maximum van € 100.000,­ voor elke dag dat Van [gedaagde 1] c.s. handelen in strijd met het Arrest, derhalve voor iedere keer dat zij gebruikmaken van de doorvaart over het erf van [eiser 1] c.s. zonder voorafgaande toestemming van [eiser 1] c.s.;
II. Van [gedaagde 1] c.s. hoofdelijk te veroordelen in de kosten van het geding, inclusief een bedrag aan nasalaris advocaat.
4.2.
[eiser 1] c.s. leggen aan hun vordering ten grondslag dat nu Van [gedaagde 1] c.s. weigeren schriftelijk te verklaren dat zij zich aan het Arrest zullen confirmeren en geen gebruik meer zullen maken van het vaarwater van [eiser 1] c.s., het opleggen van een dwangsom noodzakelijk is. [eiser 1] c.s. verwachten niet dat Van [gedaagde 1] c.s. de onrechtmatige doorvaart met de sloep over het erf van [eiser 1] c.s. vrijwillig zullen staken. Aangezien de sloep nog niet naar de winterstalling is, zijn Van [gedaagde 1] c.s. volgens [eiser 1] c.s. kennelijk voornemens gebruik te blijven maken van het perceel van [eiser 1] c.s. Ook verwachten [eiser 1] c.s. dat Van [gedaagde 1] c.s. volgend vaarseizoen weer gebruik gaat maken van de onrechtmatige doorvaart.
4.3.
Van [gedaagde 1] c.s. voeren verweer.
4.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

5.Het geschil in reconventie

5.1.
Van [gedaagde 1] c.s. vorderen bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
primair
I. een voorlopige noodweg aan te wijzen in de zin van artikel 5:57 BW, op grond waarvan Van [gedaagde 1] c.s. de route van en naar het openbare vaarwater van [rivier] door het water op het perceel van [eiser 1] c.s., aangeduid met kadastrale aanduiding [plaats], [kadaster nummer 1], als noodweg mag gebruiken vanaf diens perceel, aangeduid met kadastrale aanduiding [plaats], [kadaster nummer 2], en wel totdat in cassatie bij de Hoge Raad (en zo mogelijk een hof na terugverwijzing) over de erfdienstbaarheid c.q. de verkrijgende verjaring, danwel in de bodemprocedure over de aanwijzing van een noodweg in voor Van [gedaagde 1] c.s. gunstige zin zal zijn beslist;
subsidiair
II. [eiser 1] c.s. te gebieden te gehengen en gedogen dat Van [gedaagde 1] c.s. gebruik kan maken van de route van en naar het openbare vaarwater van [rivier] door het water op het perceel van [eiser 1] c.s., aangeduid met kadastrale aanduiding [plaats], [kadaster nummer 1], vanaf diens perceel, aangeduid met kadastrale aanduiding [plaats], [kadaster nummer 2], en wel totdat in cassatie bij de Hoge Raad (en zo mogelijk een hof na terugverwijzing) over de erfdienstbaarheid c.q. de verkrijgende verjaring, dan wel in de bodemprocedure over de aanwijzing van een noodweg in voor Van [gedaagde 1] c.s. gunstige zin zal zijn beslist.
III. met veroordeling van [eiser 1] c.s. in de kosten van deze procedure, onder de bepaling dat (i) de proceskosten voldaan dienen te worden binnen veertien dagen na dagtekening van het in deze te wijzen vonnis, en (ii) voor het geval voldoening binnen deze termijn niet plaatsvindt dienen de proceskosten te worden vermeerderd met de wettelijke rente, te rekenen vanaf bedoelde termijn voor voldoening, alsmede (iii) met veroordeling van gedaagde in de nakosten de somma van € 255,- te vermeerderen met de somma van € 85,- indien betekening plaatsvindt van de uitspraak.
5.2.
Van [gedaagde 1] c.s. leggen aan hun vorderingen ten grondslag dat thans sprake is van een situatie waarin hun erf geen behoorlijke toegang (meer) heeft tot het openbaar vaarwater, waardoor een behoorlijke exploitatie bij een normale bestemming van het erf niet mogelijk is. Onder normaal gebruik van de woningen aan het [locatie] valt in dit geval ook de bereikbaarheid vanaf [rivier]. Opdat Van [gedaagde 1] c.s. van en naar [rivier] kunnen komen dient daarom in afwachting van de uitkomst van verdere bodemprocedures een voorlopige noodweg te worden aangewezen, althans dient [eiser 1] c.s. te gehengen en gedogen dat Van [gedaagde 1] c.s. gebruik maken van de route over het perceel van [eiser 1] c.s., aldus Van [gedaagde 1] c.s.
5.3.
[eiser 1] c.s. voeren verweer.
5.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

6.De beoordeling in conventie

6.1.
[eiser 1] c.s. vorderen dat Van [gedaagde 1] c.s. worden veroordeeld tot betaling van een dwangsom voor iedere keer dat zij in strijd met het Arrest handelen en zonder toestemming van [eiser 1] c.s. over het perceel van [eiser 1] c.s. varen. Volgens [eiser 1] c.s. moet aan Van [gedaagde 1] c.s. een dwangsom worden opgelegd nu niet is gebleken dat zij zich vrijwillig aan het Arrest zullen confirmeren.
Van [gedaagde 1] c.s. betwisten dit en stellen (onder meer) dat [eiser 1] c.s. onvoldoende belang bij de vordering heeft, nu zij niet in strijd met het Arrest hebben gehandeld en ook nimmer hebben gesteld of ook maar de suggestie hebben gewekt dat zij zich niet aan het Arrest zullen houden.
6.2.
Op grond van artikel 611a Rv kan de rechter een partij veroordelen tot betaling van een geldsom (dwangsom) voor het geval dat niet aan een veroordeling tot het al dan niet verrichten van een handeling wordt voldaan. De dwangsom is een pressiemiddel, een geldelijke prikkel tot nakoming van een rechterlijke beslissing. Anders dan [eiser 1] c.s. lijken te betogen bevat het Arrest echter geen veroordeling van Van [gedaagde 1] c.s. In het Arrest is weliswaar geoordeeld dat geen erfdienstbaarheid tot stand is gekomen, maar een verbod of gebod is hier niet aan verbonden. Voor toewijzing van een dwangsom is reeds daarom geen plaats.
6.3.
Daarbij komt dat Van [gedaagde 1] c.s. tot op heden niet in strijd met het Arrest hebben gehandeld. Ter zitting is gebleken dat de sloep van Van [gedaagde 1] c.s. – met toestemming van [eiser 1] c.s. – inmiddels naar de winterstalling is gebracht. De (veronder)stelling van [eiser 1] c.s. dat Van [gedaagde 1] c.s. de sloep bij de woning laten liggen en nog dit vaarseizoen gebruik zullen blijven maken van het vaarwater van [eiser 1] c.s., is derhalve onjuist gebleken. Nu de sloep in de winterstalling ligt, zal dit de komende maanden evenmin het geval zijn.
6.4.
[eiser 1] c.s. stellen nog dat onder meer uit het feit dat Van [gedaagde 1] c.s. zich thans beroepen op een recht van noodweg blijkt dat zij zich niet aan het Arrest zullen houden. De voorzieningenrechter volgt [eiser 1] c.s. hierin niet. Het staat Van [gedaagde 1] c.s. vrij om te onderzoeken wat hun juridische mogelijkheden na het Arrest zijn, eventueel een rechtsmiddel in te stellen en/of een nieuwe procedure te starten. Van [gedaagde 1] c.s. hebben ter zitting bovendien nogmaals uitdrukkelijk bevestigd dat zij zich, totdat in rechte is vastgesteld dat zij gebruik mogen maken van het water van [eiser 1] c.s., aan het Arrest zullen houden. De voorzieningenrechter gaat er vanuit dat Van [gedaagde 1] c.s. zich aan deze toezegging zullen houden.
6.5.
Gelet op het vorenstaande zal de vordering in conventie worden afgewezen.
Proceskosten
6.6.
[eiser 1] c.s. zullen als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Van [gedaagde 1] c.s. worden begroot op:
- griffierecht 314,00
- salaris advocaat
1.016,00
Totaal € 1.330,00

7.De beoordeling in reconventie

7.1.
[gedaagde 1] c.s. vorderen een voorlopige noodweg aan te wijzen, althans [eiser 1] c.s. te gebieden om te gehengen en gedogen dat Van [gedaagde 1] c.s. gebruik maken van de route over het perceel van [eiser 1] c.s. Van [gedaagde 1] c.s. voeren aan dat zij in de huidige juridische situatie geen uitweg hebben van hun perceel over het water naar het openbaar vaarwater [rivier], terwijl dit nooit de bedoeling is geweest. Varen via het [locatie] gebeurde voorheen altijd. Volgens Van [gedaagde 1] c.s. hoort dat varen er gewoon bij als je op die plek woont.
7.2.
[eiser 1] c.s. verzetten zich tegen toewijzing van de vorderingen van Van [gedaagde 1] c.s. en voeren aan dat Van [gedaagde 1] c.s. hiermee op oneigenlijke wijze de uitkomst van het Arrest willen omzeilen. Zij merken op dat van een noodsituatie geen sprake is en het aan Van [gedaagde 1] c.s. is om een bodemprocedure te starten. Tot de uitspraak in die zaak dienen Van [gedaagde 1] c.s. zich te confirmeren aan het Arrest en zich te onthouden van doorvaart over het perceel van [eiser 1] c.s. Dit verweer slaagt.
7.3.
Tussen partijen is niet in geschil dat Van [gedaagde 1] c.s. op grond van het Arrest niet langer zonder toestemming van [eiser 1] c.s. gebruik mag maken van de vaarroute over het perceel van [eiser 1] c.s. Van [gedaagde 1] vorderen daarom een voorlopige noodweg aan te wijzen, zodat zij via het perceel van [eiser 1] c.s. van en naar [rivier] kunnen blijven gaan.
7.4.
Op grond van artikel 5:57 lid 1 BW kan de eigenaar van een erf dat geen behoorlijke toegang heeft tot de openbare weg of een openbaar vaarwater van de eigenaar van het naburig erf te allen tijde aanwijzing van een noodweg ten dienste van zijn erf vorderen. Van een behoorlijke toegang is sprake als de eigenaar zijn erf normaal kan exploiteren. Wat de normale exploitatie van het erf concreet inhoudt, is afhankelijk van de omstandigheden.
7.5.
De aanwijzing van een (voorlopige) noodweg houdt een inperking in van het eigendomsrecht van [eiser 1] c.s. Eigendom is het meest verstrekkende recht dat iemand op een perceel kan hebben en een beperking van dat recht tegen de wil van de eigenaar kan slechts in uitzonderlijke situaties worden toegestaan. Bij de beoordeling van deze vordering moet de voorzieningenrechter dan ook terughoudendheid betrachten.
7.6.
Vast staat dat de woning van Van [gedaagde 1] c.s. niet is ingesloten, maar er een toegang vanaf het erf naar de openbare weg is. Van een noodtoestand is in zoverre dan ook geen sprake. Onder bepaalde omstandigheden kan weliswaar ook in het geval sprake is van een niet-ingesloten erf met een toegang, een noodweg worden aangenomen indien die toegang tot het erf niet voldoende is om een behoorlijke exploitatie hiervan mogelijk te maken, maar of dit het geval is zal in een nog door Van [gedaagde 1] c.s. aan te spannen bodemprocedure nader moeten worden onderzocht. De onderhavige kort geding procedure leent zich naar zijn aard niet voor een dergelijk onderzoek. Bovendien staat vast dat de boot van Van [gedaagde 1] c.s. recent naar de winterstalling is gebracht, zodat Van [gedaagde 1] c.s. bij de aanwijzing van een noodweg op dit moment geen belang hebben. De enkele omstandigheid dat Van [gedaagde 1] c.s. deze winter niet op het water van het [locatie] zullen kunnen schaatsen, doet daar niet aan af, al was het maar omdat zij in voorkomend geval ook via het naast hun huis gelegen Jaagpad direct op [rivier] kunnen stappen.
7.7.
Uitgaande van de huidige juridische situatie, waarbij vaststaat dat geen sprake is van een erfdienstbaarheid, ziet de voorzieningenrechter voorshands dan ook onvoldoende gronden die een inbreuk op het eigendomsrecht van [eiser 1] c.s. rechtvaardigen. De vorderingen van Van [gedaagde 1] c.s. zullen daarom worden afgewezen. .
Proceskosten
7.8.
Van [gedaagde 1] c.s. zullen als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [eiser 1] c.s. worden begroot op:
- salaris advocaat
€ 508,00(factor 0,5 × tarief € 1.016,00)
Totaal € 508,00

8.De beslissing

De voorzieningenrechter
in conventie
8.1.
wijst de vorderingen af,
8.2.
veroordeelt [eiser 1] c.s. in de proceskosten, aan de zijde van Van [gedaagde 1] c.s. tot op heden begroot op € 1.330,00,
8.3.
verklaart dit vonnis in conventie wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad,
in reconventie
8.4.
wijst de vorderingen af,
8.5.
veroordeelt Van [gedaagde 1] c.s. in de proceskosten, aan de zijde van [eiser 1] c.s. tot op heden begroot op € 508,00,
8.6.
verklaart dit vonnis in reconventie wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.A. Pott Hofstede en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier mr. A. de Bert op 6 december 2022. [1]
Tegen dit vonnis kan hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam binnen vier weken na de dag van de uitspraak. Het beroep moet worden ingesteld door tussenkomst van een advocaat.
Als het vonnis uitvoerbaar bij voorraad is verklaard, heeft het vonnis al wel geldende werking zolang op het (eventuele) beroep niet is beslist.

Voetnoten

1.Conc.: 1589