ECLI:NL:RBNHO:2022:10654
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vernietiging erkenning van vaderschap op verzoek van meerderjarige
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 9 november 2022 uitspraak gedaan in een verzoek tot vernietiging van de erkenning van het vaderschap van de man over de meerderjarige [verzoekster]. Het verzoek is ingediend op grond van artikel 1:205 lid 4 van het Burgerlijk Wetboek, omdat de erkenner, de man, niet de biologische vader van [verzoekster] is. De rechtbank heeft vastgesteld dat de biologische vader [biologische vader] is, en dat de erkenning door de man op 8 juni 2006 niet rechtsgeldig kan blijven staan. De rechtbank heeft de verklaringen van de moeder, de man en de biologische vader in overweging genomen, die allemaal bevestigen dat [biologische vader] de biologische vader is en dat de man na de echtscheiding geen contact meer heeft gehad met [verzoekster]. De rechtbank heeft geoordeeld dat het verzoek van [verzoekster] om de erkenning te vernietigen moet worden toegewezen, nu alle betrokkenen hiermee instemmen en dit in het belang van [verzoekster] wordt geacht. De rechtbank heeft de erkenning van de man als vader van [verzoekster] vernietigd, waardoor de juridische situatie weer wordt zoals vóór de erkenning. De beschikking is openbaar uitgesproken en kan, voor zover definitief, worden aangevochten bij het gerechtshof te Amsterdam.