ECLI:NL:RBNHO:2022:10592

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
30 november 2022
Publicatiedatum
30 november 2022
Zaaknummer
9926299
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Huurachterstand en financiële gevolgen van de coronapandemie voor huurder

In deze zaak vordert Helder Vastgoed B.V. betaling van een huurachterstand van € 411,16 van gedaagde, die een bedrijfsruimte huurt. De huurachterstand is ontstaan door niet-tijdige betalingen, waarbij gedaagde erkent dat er een achterstand is. Helder Vastgoed heeft de vordering tot ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming ingetrokken. Gedaagde heeft betoogd dat de coronapandemie haar financiële situatie heeft beïnvloed, maar heeft onvoldoende bewijs geleverd van de gevolgen hiervan. De kantonrechter wijst de vordering tot betaling van de huurachterstand toe, evenals de wettelijke rente vanaf de zitting op 8 november 2022. De gevorderde buitengerechtelijke incassokosten worden eveneens toegewezen, omdat deze in overeenstemming zijn met het Besluit vergoeding buitengerechtelijke incassokosten. Gedaagde wordt verder veroordeeld tot betaling van de proceskosten. De kantonrechter kan geen huurprijsvermindering toewijzen, omdat gedaagde geen tegenvordering heeft ingesteld en onvoldoende onderbouwing heeft gegeven voor de financiële gevolgen van de coronacrisis. De beslissing van de kantonrechter is uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknr./rolnr.: 9926299 \ CV EXPL 22-2817 (PA)
Uitspraakdatum: 30 november 2022
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
de besloten vennootschap
Helder Vastgoed B.V.
gevestigd te Den Helder
eiseres
verder te noemen: Helder Vastgoed
gemachtigde: Gerechtsdeurwaarderskantoor Vermeer Schutte & Musen B.V.
tegen
[gedaagde]
wonende te [woonplaats]
gedaagde
verder te noemen: [gedaagde]
procederend in persoon
De zaak in het kort
Verhuurder verhuurt een bedrijfsruimte aan huurder en vordert betaling van de huurachterstand. De gevorderde (gewijzigde) huurachterstand wordt toegewezen omdat huurder de huurachterstand erkent. Voor zover huurder heeft bedoeld een beroep te doen op huurprijsvermindering door middel van een verrekening of een tegenvordering heeft willen instellen, geldt dat huurder onvoldoende heeft onderbouwd welke financiële gevolgen de coronapandemie voor haar onderneming heeft gehad.

1.Het procesverloop

1.1.
Helder Vastgoed heeft bij dagvaarding van 3 juni 2022 een vordering tegen [gedaagde] ingesteld. [gedaagde] heeft schriftelijk geantwoord.
1.2.
Op 8 november 2022 heeft een zitting plaatsgevonden. Namens Helder Vastgoed is [naam] verschenen, met de gemachtigde (mr. M.C. Dirks). [gedaagde] is ook verschenen. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht. Voorafgaand aan de zitting heeft Helder Vastgoed bij brieven van 14 juni 2022, 21 juni 2022, 6 juli 2022 en 26 oktober 2022 nog stukken toegezonden. [gedaagde] heeft bij brieven van 6 juli 2022 en 20 juli 2022 nog stukken toegezonden.

2.De feiten

2.1.
[gedaagde] huurt van Helder Vastgoed de bedrijfsruimte aan de [adres] [nummer] in [plaats] . De huur bedraagt € 316,71 per maand, bij vooruitbetaling te voldoen.
2.2.
Er is een achterstand ontstaan in de betaling van de huur.

3.De vordering en het verweer

3.1.
Helder Vastgoed vordert dat de kantonrechter [gedaagde] veroordeelt, na vermindering van eis, tot betaling van € 411,16.
3.2.
Helder Vastgoed legt aan de vordering ten grondslag – kort weergegeven – dat [gedaagde] haar betalingsverplichtingen uit de tussen partijen overeengekomen huurovereenkomst niet is nagekomen. De huurachterstand tot en met november 2022 was € 1.221,16. Daarbij is rekening gehouden met de verrekening van € 143,95 (zoals bedoeld in de e-mail van 21 juni 2022). Hierop strekken in mindering de betaling van 13 juni 2022 van € 500,00 en 5 juli 2022 van € 310,00. De huurachterstand bedraagt dan ook nog € 411,16. Daarnaast maakt Helder Vastgoed aanspraak op de buitengerechtelijke incassokosten van € 199,58. Op de zitting heeft Helder Vastgoed haar vordering tot ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde ingetrokken.
3.3.
[gedaagde] betwist de vordering gedeeltelijk. [gedaagde] is het niet eens met de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten en de proceskosten. [gedaagde] heeft een groot deel van de achterstand betaald voor de zitting. Zij heeft altijd geprobeerd de huur tijdig te betalen, maar stelt dat corona erin heeft gehakt. [gedaagde] heeft nooit om huurkorting of kwijtschelding van de huur gevraagd. [gedaagde] stelt verder dat de communicatie met Helder Vastgoed stroef verliep.

4.De beoordeling

4.1.
[gedaagde] heeft op de zitting de hoogte van de actuele (gewijzigde) huurachterstand erkend. Dit betekent dat de gevorderde huurachterstand van € 411,16 wordt toegewezen.
4.2.
Omdat [gedaagde] te laat is met betalen, moet zij de wettelijke rente aan Helder Vastgoed betalen. Helder Vastgoed vordert bij dagvaarding de wettelijke rente over de toenmalige huurachterstand vanaf 19 mei 2022. Helder Vastgoed heeft na de betalingen door [gedaagde] de wettelijke rente niet voldoende gespecificeerd. Daarom wijst de kantonrechter de wettelijke rente toe over het bedrag van € 411,16, vanaf de datum van de zitting dus vanaf 8 november 2022 tot de dag van betaling.
4.3.
De gevorderde ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde is op zitting door Helder Vastgoed ingetrokken. De kantonrechter hoeft dit deel van de oorspronkelijke vordering dan ook niet te bespreken.
4.4.
Helder Vastgoed vordert verder een bedrag van € 199,58 aan buitengerechtelijke incassokosten. De kantonrechter stelt vast dat het Besluit vergoeding buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit) van toepassing is omdat het verzuim van [gedaagde] na 1 juli 2012 is ingetreden. Helder Vastgoed heeft onderbouwd dat haar gemachtigde een aantal sommaties heeft verstuurd aan [gedaagde] en [gedaagde] heeft de ontvangst van de brief van 8 april 2022 niet betwist. Door of namens Helder Vastgoed zijn dus buitengerechtelijke incassowerkzaamheden verricht. Het gevorderde bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten komt overeen met het in het Besluit bepaalde tarief en zal worden toegewezen.
4.5.
[gedaagde] heeft nog gewezen op haar financiële positie. Het gestelde financieel onvermogen komt naar verkeersopvattingen voor rekening en risico van [gedaagde] . De kantonrechter kan geen betalingsregeling opleggen. Voor een betalingsregeling moet [gedaagde] zich melden bij (de gemachtigde van) Helder Vastgoed.
4.6.
Voor zover [gedaagde] heeft bedoeld dat een huurprijsvermindering vanwege de coronacrisis moet worden toegewezen, geldt dat zij geen tegenvordering heeft ingesteld. De kantonrechter kan daarom geen huurprijsvermindering toewijzen. Voor zover [gedaagde] bedoeld heeft een beroep te doen op verrekening van schade, heeft [gedaagde] onvoldoende concreet gesteld en (met stukken) onderbouwd welke financiële gevolgen de coronapandemie voor haar onderneming heeft gehad. Er is dus geen reden om de vordering van Helder Vastgoed af te wijzen. Dat de communicatie stroef verliep, zoals [gedaagde] ook betoogt, maakt dat niet anders.
4.7.
De proceskosten komen voor rekening van [gedaagde] , omdat zij ongelijk krijgt. Voor zover [gedaagde] bedoelt rauwelijks te zijn gedagvaard, is dat niet gebleken. Helder Vastgoed is terecht tot dagvaarden overgegaan omdat er op het moment van dagvaarden een bedrag van € 1.099,57 aan huurachterstand was en zij de achterstand ondanks aanmaning niet betaald had.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan Helder Vastgoed van € 610,74, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 411,16 vanaf 8 november 2022 tot aan de dag van de gehele betaling;
5.2.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van Helder Vastgoed tot en met vandaag vaststelt op:
dagvaarding € 127,21
griffierecht € 322,00
salaris gemachtigde € 262,00 ;
5.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.4.
wijst de vordering voor het overige af.
Dit vonnis is gewezen door mr. I.H. Lips en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter