Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
De voorzitter doet de zaak tegen na te noemen verdachte uitroepen.
De verdachte is aanwezig en antwoordt op de vragen van de voorzitter te zijn:
[verdachte],
raadsvrouw van de verdachteis op de zitting aanwezig mr. L. Ibisevic, advocaat te Haarlem.
De officier van justitie draagt de zaak voor.
29 november 2022om 08:50 uur zijn de verdachte en de raadsvrouw niet aanwezig.
wijstde verzoeken tot aanhouding van de zaak respectievelijk tot het uitstellen van de beslissingen op de gedane verzoeken totdat de Hoge Raad prejudiciële vragen over EncroChat heeft beantwoord,
af.
Het onderzoek ter terechtzitting in deze zaak bevindt zich in de regiefase. De raadsvrouw heeft verzoeken gedaan die in kern betrekking hebben op te voeren verweren omtrent de rechtmatigheid van het opsporingsonderzoek, die beoordeling behoeven in de sleutel van mensenrechtelijke waarborgen en van artikel 359a Sv. Dergelijke verzoeken kunnen in deze fase van het onderzoek zelfstandig worden beoordeeld in het licht van beantwoording van de vraag of de verdediging voldoende faciliteiten worden geboden om de in het vooruitzicht gestelde verweren voor te bereiden en te voeren. De rechtbank acht het onder deze omstandigheden niet aangewezen om de behandeling van de strafzaak dan wel van de beslissingen op de gedane verzoeken aan te houden.
Het verzoek tot het horen van getuigen dient te worden beoordeeld aan de hand van het verdedigingscriterium.
verklaartde rechtbank de verdachte in zoverre
niet-ontvankelijkin het verzoek.
wijsthet verzoek tot toevoeging aan het dossier van de overige onder verzoek 1 genoemde stukken,
af.
De rechtbank begrijpt het verzoek zo dat de verzochte stukken dienen ter onderbouwing van eventueel te voeren verweren ten aanzien van de rechtmatigheid van het opsporingsonderzoek. De rechtbank is van oordeel dat de raadsvrouw onvoldoende heeft onderbouwd waarom het voegen van deze stukken noodzakelijk is voor het voeren van die verweren. De rechtbank overweegt dat de zogenoemde Lemontbundel reeds onderdeel uitmaakt van het dossier en dat daarin een groot aantal relevante documenten, waaronder ook deels de door de raadsvrouw verzochte stukken, is opgenomen. De rechtbank begrijpt naar aanleiding van de door haar gestelde vragen ter terechtzitting dat de raadsvrouw bedoelt te willen ontvangen de machtigingen van de rechter-commissaris waarin geen tekst is zwart gelakt (de ‘ongelakte’ versies). Ten aanzien van de machtigingen van de rechter-commissaris geldt dat op grond van artikel 149b Sv is beslist dat de zwart gelakte passages blijvend mogen worden onthouden. Voor de zittingsrechter is in zo’n situatie geen rol meer weggelegd om in een nadere beoordeling te treden. Ten aanzien van het verzochte afschrift van de RC-lijst (zevende gedachtestreepje) geldt dat uit het procesdossier reeds duidelijk genoeg is gebleken dat het onderhavige onderzoek niet op deze lijst voorkomt. De verdachte heeft dan ook geen belang (meer) bij een toewijzende beslissing op het verzoek.
Verzoeken 2 en 3
verklaartde verdachte daarom
niet-ontvankelijkin de verzoeken.
Verzoek 4
wijstom die reden het verzoek
af.
Verzoek 5
verklaartde verdachte daarom
niet-ontvankelijkin het verzoek.
23 januari 2023 om 13:50 uur in Haarlem(behandelduur: 20 minuten, pro forma behandeling rol MK).