ECLI:NL:RBNHO:2022:10512
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in jeugdstrafzaak wegens gebrek aan bewijs van seksuele handelingen met minderjarige
In deze jeugdstrafzaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 24 november 2022 uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het seksueel binnendringen van het lichaam van een minderjarige aangeefster. De tenlastelegging betrof handelingen die zouden zijn gepleegd in de periode van 1 tot en met 30 november 2020 te Haarlem, waarbij de verdachte zou hebben geweten dat de aangeefster in een staat van bewusteloosheid of verminderd bewustzijn verkeerde. Tijdens de zitting op 10 november 2022 heeft de officier van justitie gevorderd tot bewezenverklaring van het primair ten laste gelegde feit en een straf opgelegd bestaande uit jeugddetentie en een taakstraf. De verdediging heeft echter vrijspraak bepleit.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte seksuele handelingen heeft verricht bij de aangeefster, maar kon niet vaststellen dat deze handelingen zijn gepleegd terwijl de aangeefster in een staat van bewusteloosheid verkeerde. De rechtbank heeft overwogen dat, hoewel de aangeefster alcohol had gedronken, er onvoldoende bewijs was dat zij niet in staat was haar wil te bepalen of kenbaar te maken. De verklaringen van de getuigen en de verdachte gaven aan dat de aangeefster in staat was om zelfstandig te handelen en niet buiten bewustzijn was.
Daarom heeft de rechtbank de verdachte vrijgesproken van het primair ten laste gelegde feit en ook van de subsidiaire beschuldiging van ontuchtige handelingen, omdat de seksuele handelingen niet als zodanig konden worden gekwalificeerd. De rechtbank heeft de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering tot schadevergoeding, aangezien er geen bewezenverklaring was van het ten laste gelegde feit. Tevens is gelast tot teruggave van inbeslaggenomen voorwerpen aan de aangeefster.