ECLI:NL:RBNHO:2022:10453

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
9 november 2022
Publicatiedatum
25 november 2022
Zaaknummer
10103585 \ CV EXPL 22-4430
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Verstek
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van vordering tot betaling op basis van overeenkomst tussen handelaar en consument met betrekking tot levering van gas en elektriciteit

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 9 november 2022 uitspraak gedaan in een bodemprocedure tussen de besloten vennootschap ENGIE Nederland Retail B.V. en een gedaagde partij die niet is verschenen. De eisende partij, ENGIE Nederland Retail B.V., heeft de gedaagde partij gedagvaard en vorderde betaling van € 1.359,35, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten. De vordering was gebaseerd op een overeenkomst tot levering van gas en elektriciteit, die door de eisende partij vroegtijdig was beëindigd wegens wanbetaling door de gedaagde partij. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de eisende partij voldoende heeft aangetoond dat voldaan is aan de (pre)contractuele informatieplichten zoals vastgelegd in het Burgerlijk Wetboek. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de eisende partij de overeenkomst op afstand correct heeft afgesloten en de benodigde informatie tijdig heeft verstrekt. De vordering is toegewezen, en de gedaagde partij is in de proceskosten veroordeeld. De kantonrechter heeft de veroordeling uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders gevorderde afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknr./rolnr.: 10103585 \ CV EXPL 22-4430
Uitspraakdatum: 9 november 2022
Verstekvonnis van de kantonrechter in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ENGIE Nederland Retail B.V.gevestigd te Zwolle
de eisende partij
gemachtigde: Landelijke Associatie Van Gerechtsdeurwaarders B.V.
tegen
[gedaagde]
wonende te [naam], gemeente [gemeente]
de gedaagde partij
niet verschenen

1.De procedure

1.1.
De eisende partij heeft de gedaagde partij gedagvaard. Tegen de gedaagde partij is verstek verleend.

2.De beoordeling

2.1.
De eisende partij heeft gevorderd de gedaagde partij te veroordelen tot betaling van € 1.359,35, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 1.171,59 vanaf 5 september 2022 tot aan de dag der algehele voldoening, met veroordeling van de gedaagde partij in de proceskosten.
2.2.
De eisende partij heeft aan haar vordering ten grondslag gelegd dat zij met de gedaagde partij een overeenkomst tot levering van gas en elektriciteit (hierna: de overeenkomst) heeft gesloten. De eisende partij heeft de overeenkomst vroegtijdig beëindigd wegens wanbetaling door de gedaagde partij. De eisende partij stelt verder dat de gedaagde partij met tijdige en/of volledige betaling van de voorschotten en/of afrekeningen in gebreke is gebleven.
2.3.
De vordering is gebaseerd op een overeenkomst tussen een handelaar en een consument. Bij het sluiten van dergelijke overeenkomsten moet ter bescherming van de consument aan de wettelijke (pre)contractuele informatieplichten van Boek 6, titel 5, afdeling 2B van het Burgerlijk Wetboek (BW) worden voldaan. Dat aan deze plichten is voldaan, moet gemotiveerd worden gesteld en onderbouwd. De kantonrechter moet er ambtshalve op toezien dat die voorschriften worden nageleefd, dus ook als er geen verweer is gevoerd. Zie, onder meer, het arrest van de Hoge Raad van 12 november 2021 (ECLI:NL:HR:2021:1677).
2.4.
Het aanbod tot het sluiten van de overeenkomst is telefonisch gedaan waarna de overeenkomst per e-mail is bevestigd. Nu de overeenkomst kwalificeert als een overeenkomst op afstand, dient de handelaar, voordat de consument aan de overeenkomst is gebonden, de in artikel 6:230m lid 1 BW genoemde informatie te verstrekken. Na het aangaan van de overeenkomst dient die informatie verstrekt te worden op papier of een andere duurzame gegevensdrager. De eisende partij heeft een (voorbeeld)weergave van het belscript en de aan de gedaagde partij verzonden bevestiging van de leveringsovereenkomst, voorzien van een toelichting, overgelegd. De kantonrechter is van oordeel dat de eisende partij hiermee voldoende heeft onderbouwd en toegelicht dat bij het sluiten van de overeenkomst is voldaan aan de (pre)contractuele informatieplichten.
2.5.
De vordering komt de kantonrechter niet onrechtmatig of ongegrond voor en zal daarom worden toegewezen. De gevorderde wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten zijn eveneens toewijsbaar.
2.6.
De gedaagde partij wordt in het ongelijk gesteld en zal daarom in de proceskosten worden veroordeeld.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
veroordeelt de gedaagde partij tot betaling aan de eisende partij van € 1.359,35, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 1.171,59 vanaf 5 september 2022 tot aan de dag van de gehele betaling;
3.2.
veroordeelt de gedaagde partij tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van de eisende partij tot en met vandaag vaststelt op:
€ 107,22 wegens dagvaardingskosten,
€ 322,00 wegens griffierecht en
€ 187,00 wegens salaris gemachtigde;
3.3.
verklaart de veroordeling(en) in dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
3.4.
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.M. Kruithof en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter