ECLI:NL:RBNHO:2022:1038
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige vertraging in besluitvorming door bestuursorgaan na eerdere uitspraak
In deze zaak heeft eiser beroep ingesteld tegen het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlem, omdat verweerder niet tijdig een besluit heeft genomen op het bezwaar van eiser, zoals eerder opgelegd door de rechtbank in een uitspraak van 3 juni 2021. De rechtbank had verweerder opgedragen om binnen zes weken na die uitspraak een nieuw besluit te nemen. Eiser stelt dat verweerder deze termijn heeft overschreden en dat er sindsdien geen besluit is genomen.
De rechtbank heeft in deze procedure geen zitting gehouden, omdat dit volgens artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) niet nodig was. Eiser heeft verweerder op 15 oktober 2021 in gebreke gesteld, maar verweerder heeft tot op heden geen nieuw besluit genomen. De rechtbank oordeelt dat het niet tijdig beslissen door verweerder onrechtmatig is en dat verweerder alsnog binnen twee weken na de uitspraak een besluit moet nemen.
Daarnaast heeft de rechtbank bepaald dat verweerder een dwangsom van € 100,- per dag moet betalen voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Het beroep van eiser is gegrond verklaard, en de rechtbank heeft verweerder ook opgedragen het betaalde griffierecht van € 181,- aan eiser te vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. E. Jochem, rechter, en is openbaar uitgesproken.