Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
.Tevens was ter zitting als informant aanwezig [vertegenwoordiger van de raad] , namens de Raad voor de Kinderbescherming (hierna te noemen: de Raad).
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de rechtbank Noord-Holland op 23 november 2022 uitspraak gedaan in een verzoek tot beëindiging van het gezamenlijk gezag over een minderjarige. De moeder heeft verzocht om het gezag alleen aan haar toe te kennen, omdat de vader geen contact meer heeft met de minderjarige en niet betrokken is bij de opvoeding. De vader heeft zich niet verzet tegen de beëindiging van het gezag, maar heeft bezwaar gemaakt tegen een omgangsregeling. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van gewijzigde omstandigheden, aangezien de vader sinds begin 2021 geen contact meer heeft gehad met de minderjarige. De rechtbank heeft geconcludeerd dat het in het belang van de minderjarige is dat het gezamenlijk gezag wordt beëindigd en dat de moeder alleen het gezag krijgt. Tevens is besloten dat er geen omgangsregeling tussen de vader en de minderjarige zal gelden, om te voorkomen dat de minderjarige zich verder afgewezen voelt door zijn vader. De rechtbank heeft hierbij het advies van de Raad voor de Kinderbescherming gevolgd, die ook geen omgangsregeling adviseerde. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders verzochte is afgewezen.