Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[passagier sub 1],
[passagier sub 2],
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.De vordering
- € 500,00 vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de dag der incident tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 181,50, althans een in redelijke justitie door de rechtbank te bepalen bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met wettelijke rente;
- de proceskosten en de nakosten.
4.Het verweer
equipment failure’in Amsterdam.
5.De beoordeling
equipment failure’de hele dag geen vliegtuigen op Amsterdam-Schiphol Airport konden landen en vertrekken. Daarbij heeft de vervoerder aangevoerd dat vliegtuigen mede op instructies van de luchtverkeersleiding vliegen. De luchtverkeersleiding heeft de leiding bij het landen en vertrekken van vliegtuigen. Bij het wegvallen hiervan is geen veilig vliegverkeer mogelijk. Het zou om die reden onverantwoordelijk van de vervoerder zijn geweest als hij ondanks ‘ATC equipment failure’ de vlucht had laten vertrekken. Ter onderbouwing heeft de vervoerder het vluchtrapport van de vlucht in kwestie en van de twee voorafgaande vluchten (productie 1 bij conclusie van antwoord) overgelegd. De passagiers betwisten dat sprake is geweest van buitengewone omstandigheden, maar betwisten niet de door de vervoerder geschetste omstandigheden. Naar het oordeel van de kantonrechter leveren deze omstandigheden een buitengewone omstandigheid op. Het betreft hier immers een van buiten komende oorzaak waarop de luchtvaartmaatschappij geen invloed kan uitoefenen en is derhalve niet inherent aan de normale bedrijfsuitoefening. Aldus was sprake van een buitengewone omstandigheid waardoor de vervoerder genoodzaakt was de vlucht te annuleren.