ECLI:NL:RBNHO:2022:10158

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
2 november 2022
Publicatiedatum
15 november 2022
Zaaknummer
9810908
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Bodemzaak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot nakoming van overeenkomst van aanneming van werk en schadevergoeding wegens tekortkoming in de uitvoering van een dakkapel

In deze zaak heeft eiser, wonende te [plaats], een vordering ingesteld tegen Hollandia Dakkapellen B.V. wegens een vermeende tekortkoming in de nakoming van een overeenkomst van aanneming van werk. Eiser had Hollandia benaderd voor het maken en plaatsen van een dakkapel aan zijn woning. Na het uitvoeren van inmetingen door een medewerker van Hollandia, heeft eiser een opdrachtbevestiging ontvangen en getekend. Eiser stelt dat de geleverde dakkapel niet voldoet aan de afgesproken maten en vordert onder andere nakoming van de overeenkomst en schadevergoeding.

Hollandia betwist de vordering en stelt dat de dakkapel is geplaatst conform de opdrachtbevestiging die door eiser is goedgekeurd. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de dakkapel inderdaad is gebouwd volgens de door eiser getekende opdrachtbevestiging. Eiser heeft erkend dat hij de maten niet heeft gecontroleerd voordat hij de opdrachtbevestiging ondertekende. De kantonrechter oordeelt dat eiser, als consument, ook verantwoordelijk is voor het controleren van de gegevens op de opdrachtbevestiging.

De vordering van eiser wordt afgewezen, omdat de kantonrechter van mening is dat de gevolgen van het niet controleren van de maten voor rekening en risico van eiser komen. De proceskosten worden aan eiser opgelegd, omdat hij ongelijk krijgt in deze procedure. Het vonnis is uitgesproken door mr. J.A.M. Jansen op 2 november 2022.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 9810908 \ CV EXPL 22-2211
Uitspraakdatum: 2 november 2022
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
[eiser]
wonende te [plaats]
eiser
verder te noemen: [eiser]
gemachtigde: mr. K.G.A.P. Boemaars
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Hollandia Dakkapellen B.V.
gevestigd te Cruquius
gedaagde
verder te noemen: Hollandia
gemachtigde: mr. J.C. Siebert

1.Het procesverloop

1.1.
[eiser] heeft bij dagvaarding van 28 maart 2022 een vordering tegen Hollandia ingesteld. Hollandia heeft schriftelijk geantwoord.
1.2.
Op 5 oktober 2022 heeft een zitting plaatsgevonden. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht. Zowel [eiser] als Hollandia hebben gebruik gemaakt van pleitaantekeningen, die zijn overgelegd, en [eiser] heeft ter zitting de foto’s van productie 4 bij de dagvaarding in kleur overgelegd. Voorafgaand aan de zitting heeft [eiser] bij brief van 13 september 2022 nog stukken toegezonden.

2.De feiten

2.1.
[eiser] heeft Hollandia begin 2021 benaderd voor het laten maken en plaatsen van een nieuwe dakkapel aan de achterzijde van de woning van [eiser] aan de [adres] te [plaats] (hierna: de woning).
2.2.
Een medewerker van Hollandia, de heer [betrokkene] (hierna: [betrokkene]), heeft drie inmetingen voor de dakkapel uitgevoerd in de woning van [eiser]. Tijdens die inmetingen hebben partijen diverse zaken met elkaar besproken over de afmetingen van de dakkapel. Daarna heeft Hollandia op 30 maart 2021 de volgende opdrachtbevestiging gestuurd naar [eiser]:
2.3.
[eiser] heeft gecontroleerd of hetzelfde type en dezelfde kleur op de opdrachtbevestiging stonden, als het type en de kleur van de dakkapel aan de voorkant van de woning, die eerder ook door Hollandia was geplaatst. Toen dat bleek te kloppen, heeft [eiser] de opdrachtbevestiging voor akkoord getekend, zonder de op de opdrachtbevestiging aangegeven maten te controleren. Op 20 september 2021 is de dakkapel vervolgens geplaatst, overeenkomstig de maten en de bouwpositie van de opdrachtbevestiging.

3.De vordering

3.1.
[eiser] vordert dat de kantonrechter:
I. voor recht verklaart dat Hollandia toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van haar verplichtingen jegens [eiser] uit hoofde van de overeenkomst van aanneming van werk tussen partijen;
II. Hollandia veroordeelt tot nakoming van de overeenkomst van aanneming van werk tussen partijen, in die zin dat Hollandia ófwel zorgt voor een vergroting van de dakkapel (indien technisch en esthetisch mogelijk én verantwoord), ófwel dat Hollandia een vervangende dakkapel in de juiste maat en voor het overige volledig conform de opdrachtbevestiging 30 maart 2021 zal leveren en plaatsen;
III. Hollandia veroordeelt tot betaling van de buitengerechtelijke incassokosten die zijn begroot op € 462,50;
IV. Hollandia veroordeelt in de kosten van deze procedure.
3.2.
[eiser] legt aan de vordering ten grondslag – kort weergegeven – dat Hollandia tekort is geschoten in de nakoming van haar verplichtingen omdat de geleverde en geplaatste dakkapel niet aan de afspraken voldoet die [eiser] daarover met Hollandia heeft gemaakt en daarmee ook niet aan de verwachtingen en wensen van [eiser]. De dakkapel heeft de verkeerde, namelijk te kleine afmetingen. Zelfs de eigen timmerlieden van Hollandia, die de dakkapel hebben geplaatst, vroegen zich bij de oplevering hardop af waarom er geen grotere dakkapel was geplaatst. [eiser] mocht er als consument op vertrouwen dat Hollandia als professional de juiste maten in de opdrachtbevestiging zou opnemen. [eiser] is niet deskundig genoeg om die maten te controleren.

4.Het verweer

4.1.
Hollandia betwist de vordering en voert aan – samengevat – dat de dakkapel het formaat heeft zoals is neergelegd in de door [eiser] voor akkoord getekende opdrachtbevestiging. Daarbij is de breedte uiteindelijk bepaald aan de hand van de wens van [eiser] dat qua breedte eenzelfde dakkapel als aan de voorzijde moest worden geplaatst. Daarnaast bevindt zich aan de rechterzijde een CV-pijp waardoor de dakkapel niet breder kon worden geplaatst, omdat anders geen waterdichte montage gegarandeerd kon worden. Dit is [eiser] medegedeeld tijdens de inmetingen. In de opdrachtbevestiging die [eiser] naderhand heeft ontvangen, staan die maten ook vermeld, net als de afstanden tot de bouwmuur, zodat [eiser] had kunnen controleren of de maatvoering klopte met wat hij voor ogen had. [eiser] heeft de opdrachtbevestiging geaccordeerd. De dakkapel is uiteindelijk breder geworden ten opzichte van de oude dakkapel en aan de binnenzijde iets smaller dan de oude dakkapel, maar dat komt door een betere isolatie die iets meer ruimte inneemt. Ook dit is [eiser] vooraf medegedeeld en had hij kunnen zien op de tekening bij de opdrachtbevestiging. Dat [eiser] de opdrachtbevestiging heeft getekend zonder de maten te controleren, moet voor zijn rekening en risico komen. Hij had de maten kunnen en moeten controleren voordat hij de opdrachtbevestiging tekende. Ook voor een niet-deskundige consument is dit te doen. Hollandia heeft betwist dat haar eigen timmerlieden hebben gevraagd waarom er geen grotere dakkapel is geplaatst. Zij heeft verklaringen van de timmerlieden overgelegd, waarin zij hebben aangegeven dat dit niet juist is.
4.2.
Gelet hierop is er geen sprake van een tekortkoming door Hollandia. Mocht er wel sprake zijn van een tekortkoming, dan is deze tekortkoming van zeer geringe aard zodat dit niet rechtvaardigt dat Hollandia de gehele dakkapel zou moeten vervangen.

5.De beoordeling

5.1.
Tussen partijen staat vast dat de dakkapel is gebouwd overeenkomstig de door [eiser] getekende opdrachtbevestiging van 30 maart 2021. [eiser] heeft dit ook erkend, maar beroept zich erop dat er voorafgaand aan het tekenen van de opdrachtbevestiging andere afspraken tussen partijen zouden zijn gemaakt. Wat daar ook van zij, op de opdrachtbevestiging staan de afmetingen van de dakkapel genoemd alsmede de bouwpositie (in mm) van de dakkapel vanuit de bouwmuren, en een tekening van het buitenaanzicht van de dakkapel met alle afmetingen, waaronder ook de dikte van de isolatie. Uit de tekening blijkt duidelijk dat het gaat om buitenmaten, nu het buitenaanzicht van de dakkapel op de tekening is afgebeeld, terwijl in de tekst ook is aangegeven dat de bouwpositie “buiten aanzicht” betreft. [eiser] heeft niet betwist deze gegevens te hebben ontvangen maar heeft ter zitting aangegeven dat hij daar toen niet op heeft gelet en de maten niet heeft gecontroleerd. [eiser] heeft aangegeven dat hij vindt dat dat van hem als niet professionele consument ook niet kan worden verwacht. De kantonrechter deelt deze mening niet. Ook een consument kan en moet de gegevens op een opdrachtbevestiging controleren voordat hij de opdrachtbevestiging voor akkoord tekent. Als hij de gegevens op de opdrachtbevestiging niet goed zou begrijpen of niet zou weten hoe hij die moet controleren, dan had hij dat bij Hollandia moeten aangeven, zodat Hollandia [eiser] hierbij had kunnen helpen. Dit geldt eens temeer nu [eiser] zelf heeft aangegeven dat die maten voor hem zeer belangrijk waren, zodat het op zijn weg lag om de maatvoering goed te contoleren. De stelling dat [eiser] een leek is op dit gebied en Hollandia de professional, doet daar niet aan af. De gevolgen van het niet controleren van de maten, te weten dat de dakkapel nu kleinere maten heeft dan [eiser] voor ogen stond, komen om die reden voor rekening en risico van [eiser]. Nadat beide partijen akkoord zijn gegaan met de opdrachtbevestiging, is die opdrachtbevestiging in beginsel leidend. Gesteld noch gebleken is dat partijen na het tekenen van de opdrachtbevestiging nog andere afspraken hebben gemaakt, zodat Hollandia de dakkapel terecht volgens de maten van de opdrachtbevestiging heeft geplaatst.
5.2.
Wat partijen verder nog naar voren hebben gebracht behoeft geen bespreking meer, omdat dit in het licht van wat in dit vonnis is vastgesteld en overwogen, niet tot een andere beslissing kan leiden.
5.3.
De conclusie is dat de kantonrechter de vordering van [eiser] zal afwijzen.
5.4.
De proceskosten komen voor rekening van [eiser], omdat hij ongelijk krijgt.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
wijst de vordering af;
6.2.
veroordeelt [eiser] tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor Hollandia worden vastgesteld op een bedrag van € 498,00 aan salaris van de gemachtigde van Hollandia.
6.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.A.M. Jansen en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter