ECLI:NL:RBNHO:2022:10115

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
29 april 2022
Publicatiedatum
15 november 2022
Zaaknummer
9722972
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen administratieve sanctie wegens verkeersvoorschriftenschending

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 29 april 2022 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan de betrokkene. De betrokkene had een boete ontvangen voor het niet geven van een richtingaanwijzer bij het wisselen van rijstrook. De betrokkene heeft beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond had verklaard. Tijdens de zitting was de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig, maar de gemachtigde van de betrokkene, Verkeersboete.nl, was niet verschenen.

De betrokkene voerde aan dat de identiteit niet op adequate wijze was vastgesteld, omdat de verbalisant had aangegeven dat er een gebroken rijbewijs was getoond. Desondanks had de verbalisant het rijbewijsnummer kunnen lezen. De kantonrechter oordeelde dat het risico voor fouten bij het vaststellen van de identiteit voor rekening van de bestuurder komt. De kantonrechter zag geen aanleiding om te twijfelen aan de identiteit van de betrokkene en concludeerde dat de boete terecht was opgelegd.

De kantonrechter verklaarde het beroep ongegrond en wees het verzoek om proceskostenvergoeding af. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits de boete meer dan € 70,00 bedraagt. De uitspraak is openbaar gedaan door mr. B. Voogd, kantonrechter, bijgestaan door de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknummer : 9722972 \ WM VERZ 22-208
CJIB-nummer : [nummer]
Uitspraakdatum : 29 april 2022
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV)
in de zaak van
[betrokkene]
gemachtigde : Verkeersboete.nl (N.G.A. Voorbach)

Het verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond dan wel niet-ontvankelijk verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 29 april 2022. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. De gemachtigde van betrokkene is niet verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Overwegingen

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: bij wisselen van rijstrook geen teken met richtingaanwijzer geven.
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft in het beroepschrift de gronden daarvoor aangevoerd.
Namens betrokkene wordt aangevoerd dat de identiteit niet op adequate wijze zou zijn vastgesteld, omdat de verbalisant heeft aangegeven dat er een gebroken rijbewijs werd getoond. Desalniettemin heeft de verbalisant het rijbewijsnummer kunnen lezen. Het risico voor fouten bij het vaststellen van een identiteit en dan met name in geval er sprake is van een gebroken rijbewijs komt voor rekening en risico van de bestuurder, in onderhavig geval betrokkene. De kantonrechter ziet in de wijze waarop de ambtenaar de identiteit van de bestuurder heeft vastgesteld geen aanleiding om eraan te twijfelen dat de betrokkene degene is geweest die is staande gehouden en degene is geweest die de gedraging heeft begaan. De boete is dus terecht opgelegd. De kantonrechter ziet in hetgeen betrokkene heeft aangevoerd ook geen reden om de boete te matigen.
Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard.
Nu het beroep ongegrond wordt verklaard ziet de kantonrechter geen aanleiding om proceskosten toe te kennen.

De uitspraak

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep ongegrond;
‒ wijst het verzoek op vergoeding van de proceskosten af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. B. Voogd, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 70,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: