ECLI:NL:RBNHO:2022:1011
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Huurgeschil over gedragsaanwijzingen voor huurder wegens tekortkomingen in onderhoud en gebruik van de woning
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 9 februari 2022 uitspraak gedaan in een huurgeschil tussen de Stichting Woonwaard Noord-Kennemerland (eiseres) en een huurder (gedaagde). De zaak draait om de vraag of de huurder haar verplichtingen als goed huurder is nagekomen. De kantonrechter oordeelt dat de huurder tekortschiet in haar verplichtingen door de woning vol te stouwen met spullen, waardoor de verhuurder niet in staat is om onderhoudswerkzaamheden uit te voeren. Ondanks dat de huurder pogingen heeft gedaan om de situatie te verbeteren, is de staat van de woning nog steeds onacceptabel. De kantonrechter legt daarom gedragsaanwijzingen op aan de huurder, gericht op het opruimen van de woning en het onderhoud ervan. De huurder krijgt drie maanden de tijd om zelf de nodige verbeteringen aan te brengen, waarna de verhuurder de mogelijkheid heeft om zelf de werkzaamheden uit te voeren op kosten van de huurder als deze niet voldoet aan de aanwijzingen. De kantonrechter heeft ook dwangsommen verbonden aan de gedragsaanwijzingen om de huurder te motiveren tot actie over te gaan. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van huurders met betrekking tot het onderhoud van de gehuurde woning en de gevolgen van het niet naleven van deze verplichtingen.