ECLI:NL:RBNHO:2022:10017

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
4 november 2022
Publicatiedatum
11 november 2022
Zaaknummer
C/15/332856 / FA RK 22-4806
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 4 november 2022 heeft de Rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, een beschikking gegeven in een zaak betreffende een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg. De officier van justitie had op 14 oktober 2022 een verzoek ingediend voor het verlenen van een zorgmachtiging ten aanzien van de betrokkene, die lijdt aan een psychische stoornis, te weten een paranoïde psychose. Tijdens de mondelinge behandeling zijn verschillende betrokkenen gehoord, waaronder de betrokkene zelf, zijn advocaat, een afdelingsarts en een sociaal psychiatrisch verpleegkundige. De advocaat van de betrokkene voerde aan dat de medische verklaring niet voldeed aan de wettelijke eisen, omdat de onafhankelijke psychiater de betrokkene niet fysiek had onderzocht, maar via een beeldverbinding. De rechtbank oordeelde echter dat de medische verklaring voldoende was en dat het onderzoek zorgvuldig was uitgevoerd. De rechtbank concludeerde dat er sprake was van een ernstig risico voor de algemene veiligheid van personen en goederen, en dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis waren. Daarom werd de zorgmachtiging verleend voor de duur van zes maanden, tot en met 4 mei 2023, met specifieke vormen van verplichte zorg zoals het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid. De beschikking werd openbaar uitgesproken door mr. A.S. van Leeuwen, rechter, in tegenwoordigheid van A.M. Pieters als griffier.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Familie en Jeugd
locatie Alkmaar
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg
zaak-/rekestnr.: C/15/332856 / FA RK 22-4806
beschikking van de enkelvoudige kamer van 4 november 2022,
naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg, ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedatum] , [plaats] ,
wonende te [plaats] ,
hierna: betrokkene,
advocaat mr. G.E. Helder, gevestigd te Wervershoof.

1.Procedure

1.1.
Bij het verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 14 oktober 2022, heeft de officier van justitie verzocht om afgifte van een zorgmachtiging ten aanzien van betrokkene.
1.2.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • de medische verklaring van 13 oktober 2022;
  • het zorgplan van 12 oktober 2022;
  • de bevindingen van de geneesheer-directeur van 14 oktober 2022.
1.3.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op
4 november 2022, in het Centrum voor de Geestelijke Gezondheidszorg Noord-Holland Noord, locatie [locatie] , te [adres] .
1.4.
Ter zitting heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
  • betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat;
  • [afdelingsarts] , afdelingsarts;
  • [sociaal psychiatrisch verpleegkundige] , sociaal psychiatrisch verpleegkundige.
Ook de broer van betrokkene is bij de zitting aanwezig.
1.5.
De officier van justitie heeft aangegeven niet ter zitting te zullen verschijnen.

2.Beoordeling

2.1.
Namens betrokkene heeft de advocaat verzocht het verzoek van de officier van justitie af te wijzen omdat de medische verklaring niet voldoet aan de wettelijke vereisten nu de onafhankelijk psychiater die het onderzoek heeft verricht betrokkene niet in fysieke aanwezigheid heeft onderzocht, maar via een beeldverbinding heeft beoordeeld. De informatie hierover van de psychiater heeft de advocaat er niet van overtuigd dat betrokkene niet fysiek had kunnen worden beoordeeld en daarbij heeft betrokkene de wijze waarop het onderzoek is uitgevoerd als vervelend ervaren.
De rechtbank overweegt als volgt. Uitgangspunt van de wet is dat de medische verklaring wordt opgesteld door een onafhankelijk psychiater die betrokkene in een direct contact, dat wil zeggen in fysieke aanwezigheid, spreekt en observeert. In de medische verklaring van
13 oktober 2022 zijn de redenen aangegeven waarom besloten is om betrokkene via beeldbellen te beoordelen. Ook blijkt uit de verklaring dat ten tijde van de beoordeling een verpleegkundige fysiek bij betrokkene aanwezig was. De psychiater heeft zelf met betrokkene kunnen spreken en er is dossieronderzoek verricht. Geconcludeerd is dat betrokkene weliswaar wilsbekwaam is en dat een goed contact met hem mogelijk was, maar dat duidelijk is dat zodra betrokkene zijn medicatie weigert het ernstig risico voor de algemene veiligheid van personen en goederen zich meteen zal manifesteren. De uitspraken en het gedrag van betrokkene bij de zitting bevestigen dit beeld.
De rechtbank komt daarmee tot het oordeel dat uit de medische verklaring genoegzaam blijkt dat het onderzoek door de onafhankelijke psychiater met behulp van een beeldbelverbinding zorgvuldig en toereikend is geweest. De medische verklaring voldoet aan de daaraan te stellen eisen en op basis daarvan kan worden vastgesteld dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten: paranoïde psychose.
2.2.
Tevens is namens betrokkene door de advocaat aangevoerd dat het ernstig nadeel te weten een aanzienlijk risico voor de algemene veiligheid van personen en goederen onvoldoende is onderbouwd. Dit brengt met zich dat geen sprake is van een uitzondering zoals in artikel 2:1 lid 6 Wvggz is geformuleerd en dat betrokkene terzake wilsbekwaam moet worden geacht.
De afdelingsarts heeft bij de zitting de ernstige nadelen die de stoornis van betrokkene met zich brengen toegelicht. Zo heeft hij aangegeven dat betrokkene een beperkt ziekte inzicht heeft en dat hij niet altijd reële en wel doordachte plannen maakt. De arts benadrukt dat noodzakelijk is dat betrokkene vanuit de zorgmachtiging hulp krijgt bij het vormgeven van zijn leven en dat, om te voorkomen dat betrokkene opnieuw decompenseert en vervolgens moet worden opgenomen, gewaarborgd wordt dat hij de voor hem voorgeschreven medicatie blijft gebruiken. Ook blijkt uit het dossier dat betrokkene, wanneer het niet goed met hem gaat, wel degelijk een grens overgaat en fysiek dreigend en agressief is naar onder andere zijn familie en zijn buren. In het dossier is informatie van de politie opgenomen, die dit bevestigt.
De rechtbank komt daarmee tot het oordeel dat uit de voorgeschiedenis van betrokkene en uit hetgeen bij de zitting naar voren is gebracht, genoegzaam blijkt dat sprake is van een aanzienlijk risico voor de algemene veiligheid van personen en goederen.
2.3.
Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is naar het oordeel van de rechtbank genoegzaam gebleken dat er door voornoemde stoornis ernstig nadeel voor of van betrokkene of een ander is, te weten:
  • ernstige verwaarlozing;
  • maatschappelijke teloorgang;
  • de algemene veiligheid van personen of goederen is in gevaar.
2.4.
Om het ernstig nadeel af te wenden of de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen of de door de stoornis bedreigde of aangetaste fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen, heeft betrokkene zorg nodig.
2.5.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Om die reden is verplichte zorg nodig. Op grond van de medische verklaring, het zorgplan en het advies van de geneesheer-directeur, acht de rechtbank gedurende de hele looptijd van de zorgmachtiging de volgende vormen van verplichte zorg nodig:
- het toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen.
Uit de overgelegde stukken maakt de rechtbank op dat slechts in het geval dat betrokkene ernstig (psychotisch) ontregelt, wordt overgegaan tot opname en de daarbij behorende vormen van verplichte zorg.
Indien dat het geval is en het ernstig nadeel niet langer kan worden afgewend door middel van de hiervoor vermelde vormen van verplichte zorg, worden gedurende de hele looptijd van de zorgmachtiging ook de volgende vormen van verplichte zorg nodig geacht:
- het beperken van bewegingsvrijheid, telkens maximaal voor de duur van drie maanden;
- opnemen in een accommodatie, telkens maximaal voor de duur van drie maanden.
2.6.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
2.7.
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief.
2.8.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de (verzochte) duur van zes maanden, en geldt aldus tot en met
4 mei 2023.

3.Beslissing

De rechtbank:
- verleent een zorgmachtiging ten aanzien van:
[betrokkene], geboren op [geboortedatum] , [plaats] , met de vormen van verplichte zorg zoals hierboven onder 2.5. is vermeld, alles voor de volledige duur van de zorgmachtiging,
- bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met
4 mei 2023.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.S. van Leeuwen, rechter, in tegenwoordigheid van A.M. Pieters als griffier en in het openbaar uitgesproken op 4 november 2022.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 8 november 2022.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.