ECLI:NL:RBNHO:2022:10001

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
27 oktober 2022
Publicatiedatum
11 november 2022
Zaaknummer
C/15/333133 / FA RK 22-4946
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlening van een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 27 oktober 2022 een zorgmachtiging verleend aan betrokkene, die lijdt aan schizofrenie en een obsessieve compulsieve stoornis. De officier van justitie had verzocht om deze machtiging, omdat betrokkene veel weerstand vertoonde tegen de noodzakelijke zorg. De rechtbank oordeelde dat de situatie van betrokkene zodanig was dat er een reëel risico bestond dat dwang noodzakelijk zou worden om de zorg te verlenen. De rechtbank benadrukte dat het zorgpersoneel zich momenteel op het snijvlak van drang en dwang bevond en dat het getuigt van zorgvuldigheid om nu om een zorgmachtiging te verzoeken, om een crisissituatie te voorkomen. De rechtbank heeft vastgesteld dat aan de wettelijke voorwaarden voor het verlenen van een zorgmachtiging is voldaan en heeft de machtiging verleend voor de duur van zes maanden, tot en met 27 april 2023. De rechtbank heeft ook aangegeven dat er geen minder bezwarende alternatieven beschikbaar zijn en dat de voorgestelde verplichte zorg evenredig en effectief is.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Familie en Jeugd
locatie Alkmaar
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg
zaak-/rekestnr.: C/15/333133 / FA RK 22-4946
beschikking van de enkelvoudige kamer van 27 oktober 2022,
naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg, ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedatum] , [land] ,
wonende te [adres] ,
hierna: betrokkene,
advocaat mr. F. Westenberg, gevestigd te Hoorn.

1.Procedure

1.1.
Bij het verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 24 oktober 2022, heeft de officier van justitie verzocht om afgifte van een zorgmachtiging ten aanzien van betrokkene.
1.2.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • de medische verklaring van 17 oktober 2022;
  • het zorgplan van 10 oktober 2022;
  • de bevindingen van de geneesheer-directeur van 20 oktober 2022.
1.3.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 27 oktober 2022. Kort voor de zitting is door de verzorging van betrokkene gemeld dat binnen de woonlocatie van betrokkene een andere bewoner positief is getest op corona. Hoewel het uitgangspunt binnen de Wvggz is – mede gelet op de kwetsbare positie van betrokkene – dat betrokkene fysiek wordt gehoord, acht de rechtbank dat op dit moment niet verantwoord. De rechtbank sluit hiermee aan bij de landelijke maatregelen ter beperking van de verspreiding van het virus. De zitting heeft daarom via een tweezijdige beeld- en geluidsverbinding plaatsgevonden. De rechtbank is van oordeel dat het belang van betrokkene om verweer te kunnen voeren, afdoende is gewaarborgd door deelname van de advocaat aan de zitting en de eigen inbreng van betrokkene.
1.4.
Bij de zitting heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
  • betrokkene, bijgestaan door haar advocaat;
  • [psychiater] , psychiater;
  • [locatie teamleider] , locatie teamleider.
1.5.
De officier van justitie heeft aangegeven niet ter zitting te zullen verschijnen.

2.Beoordeling

2.1.
Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten: schizofrenie en een obsessieve compulsieve stoornis.
2.2.
Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat er door voornoemde stoornis ernstig nadeel voor of van betrokkene of een ander is, te weten:
  • ernstig lichamelijk letsel;
  • maatschappelijke teloorgang.
2.3.
Om het ernstig nadeel af te wenden of de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen of de door de stoornis bedreigde of aangetaste fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen, heeft betrokkene zorg nodig.
2.4.
De advocaat van betrokkene heeft aangevoerd dat betrokkene weliswaar zorg, maar geen verplichte zorg nodig heeft. Tot nog toe lukt het altijd betrokkene met aandacht en overredingskracht tot medewerking aan de zorg te bewegen. Mogelijk dat het verzorgen personeel ongemak wordt ervaren rondom de grens tussen drang en dwang, maar door betrokkene wordt niet ervaren dat die grens wordt overschreden. Er is dan ook geen reden om de voortgang van de voor betrokkene noodzakelijk geachte zorg, middels een zorgmachtiging te waarborgen. Een dergelijke machtiging wordt door betrokkene juist als bedreigend ervaren en dat maakt haar angstig. Daarbij zal het verlenen van een zorgmachtiging niet betekenen dat niet langer met betrokkene het gesprek aangegaan moet worden om te zorgen dat zij de voor haar geadviseerde zorg accepteert.
2.5.
De psychiater heeft bij de zitting naar voren gebracht dat om betrokkene te kunnen verzorgen steeds meer aansporing nodig is en dat het bijna niet meer lukt om de medewerking van betrokkene verkrijgen. Er is veel discussie en heftig verbaal verzet. Het afnemen van bloed bij betrokkene voor de controle van de medicijnspiegel en andere bloedwaarden, zorgt in het bijzonder voor veel problemen. Het lukt niet meer om de weerstand van betrokkene binnen het vrijwillige kader op te lossen. De zorgmachtiging is nodig om betrokkene op juiste manier aan te kunnen sporen.
2.6.
De rechtbank verwerpt het verweer van de advocaat en overweegt het volgende. Bij het verlenen van de voor betrokkene noodzakelijk geachte zorg, beweegt het zorgpersoneel zich momenteel op het snijvlak van drang en dwang. Er is zeer veel aandacht en overtuigingskracht nodig om betrokkene de zorg te laten accepteren en er wordt een toename gezien in de weerstand bij betrokkene. Zij kan daarin erg vasthoudend zijn en haar standpunt schier eindeloos blijven herhalen, zoals ook ter zitting is waargenomen, vermoedelijk in verband met de bij haar geconstateerde stoornis. De situatie dat betrokkene zich niet meer laat overtuigen, medewerking blijft weigeren en dat door middel van dwang de noodzakelijke zorg verleend zal moeten worden, kan dan ook ieder moment intreden. Daarbij kan in redelijkheid niet van het zorgpersoneel verwacht worden om verder dan het uiterste te gaan in aandacht en overtuigingskracht. Het getuigt van zorgvuldigheid dat thans om een zorgmachtiging wordt verzocht, zodat de voortgang van de zorgverlening wordt gewaarborgd en het niet hoeft aan te komen op een crisissituatie. Het voorkomen daarvan is juist in het belang van betrokkene. De subjectieve beleving van betrokkene dat wat haar betreft de grens tussen drang en dwang nog niet wordt overschreden, legt in deze afweging onvoldoende gewicht in de schaal.
2.7.
De rechtbank komt daarmee tot het oordeel dat aan de wettelijke voorwaarden voor het verlenen van een zorgmachtiging wordt voldaan. Op grond van de medische verklaring, het zorgplan en het advies van de geneesheer-directeur, acht de rechtbank gedurende de hele looptijd van de zorgmachtiging de volgende vormen van verplichte zorg nodig:
- het toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen.
2.8.
Op dit moment is op grond van de stukken en de behandeling ter zitting onvoldoende gebleken dat de noodzaak van een opname van betrokkene op een gesloten afdeling, met de daarbij behorende vormen van verplichte zorg, voorzienbaar is. Die vormen van verplichte zorg zullen dan ook worden afgewezen.
2.9.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
2.10.
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief.
2.11.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de (verzochte) duur van zes maanden, en geldt aldus tot en met
27 april 2023.

3.Beslissing

De rechtbank:
- verleent een zorgmachtiging ten aanzien van:
[betrokkene], geboren op [geboortedatum] , [land] , met de vormen van verplichte zorg zoals hierboven onder 2.7 is vermeld, alles voor de volledige duur van de zorgmachtiging;
- bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met
27 april 2023;
- wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mr. G. Drenth, rechter, in tegenwoordigheid van A.M. Pieters als griffier en in het openbaar uitgesproken op 27 oktober 2022.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 10 november 2022.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.