Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[gedaagde 1]
[gedaagde 2], vennoot van gedaagde sub 1
[gedaagde 3] ,vennoot van gedaagde sub 1
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 10 november 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiseres, die als reparatiebedrijf computeronderdelen verkoopt, en gedaagden, die een toetsenbord aan de eiseres hebben geleverd. De eiseres vorderde terugbetaling van het aankoopbedrag van € 92,95, omdat zij stelde dat een verkeerd toetsenbord was geleverd. De kantonrechter oordeelde dat de eiseres onvoldoende bewijs had geleverd om aan te tonen dat de gedaagden tekort waren geschoten in de nakoming van de koopovereenkomst. De eiseres had het toetsenbord teruggestuurd, maar kon niet onderbouwen dat het verkeerde model was geleverd. De gedaagden betwistten de vordering en stelden dat zij het juiste toetsenbord hadden geleverd, ondersteund door bewijsstukken zoals een schriftelijke verklaring en foto's.
Daarnaast deed de eiseres een beroep op het herroepingsrecht uit de algemene voorwaarden van de gedaagden. De kantonrechter oordeelde dat dit herroepingsrecht alleen geldt voor consumenten en dat de eiseres, als bedrijfsmatig handelende partij, niet als consument kan worden aangemerkt. Hierdoor kon de eiseres geen beroep doen op het herroepingsrecht. De kantonrechter concludeerde dat de vordering van de eiseres niet kon worden toegewezen en dat de proceskosten voor rekening van de eiseres kwamen, omdat zij ongelijk kreeg. De gedaagden werden niet veroordeeld tot proceskosten, aangezien zij in persoon procedeerden en er geen kosten waren die voor vergoeding in aanmerking kwamen.