ECLI:NL:RBNHO:2021:9818

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
29 oktober 2021
Publicatiedatum
2 november 2021
Zaaknummer
9464149 \ VV EXPL 21-136
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Verstek
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing ontruiming in kort geding wegens niet bewonen sociale huurwoning

In deze zaak heeft Stichting Pré Wonen, een toegelaten instelling voor sociale verhuur, een kort geding aangespannen tegen [gedaagde sub 1] c.s. wegens het niet bewonen van een sociale huurwoning. Pré Wonen heeft [gedaagde sub 1] c.s. op 1 oktober 2021 gedagvaard, zowel op het adres waar zij zijn ingeschreven als openbaar. De mondelinge behandeling vond plaats op 22 oktober 2021, maar [gedaagde sub 1] c.s. zijn niet verschenen, waardoor verstek is verleend.

Pré Wonen vorderde onder andere de ontruiming van de woning binnen drie dagen na betekening van het vonnis, met een dwangsom van € 500,- per dag bij niet-nakoming, en betaling van de huur van € 642,94 per maand vanaf oktober 2021. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de woning al jaren niet bewoond wordt en dat er sprake is van een tekortkoming in de nakoming van de huurovereenkomst. De kantonrechter heeft de vordering tot ontruiming toegewezen, omdat deze spoedeisend is en niet onrechtmatig of ongegrond voorkomt.

De kantonrechter heeft ook de gevorderde dwangsom toegewezen, omdat Pré Wonen voldoende heeft onderbouwd dat een prikkel voor vrijwillige ontruiming noodzakelijk is. De vordering tot vergoeding van ontruimingskosten is afgewezen, omdat deze kosten niet op voorhand te beoordelen zijn. De proceskosten zijn voor rekening van [gedaagde sub 1] c.s., die ook zijn veroordeeld tot betaling van nasalaris voor eventuele nakosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 9464149 \ VV EXPL 21-136
Uitspraakdatum: 29 oktober 2021
Vonnis van de kantonrechter in kort geding in de zaak van:
Stichting Pré Wonen
gevestigd te Velserbroek
eiseres
verder te noemen: Pré Wonen
gemachtigde: mr. E.M. de Bie
tegen

1.[gedaagde sub 1]

2. [gedaagde sub 2]
wonende te [woonplaats]
gedaagden
verder gezamenlijk te noemen: [gedaagde sub 1] c.s.
niet verschenen

1.Het procesverloop

1.1.
Pré Wonen heeft [gedaagde sub 1] c.s. op 1 oktober 2021 gedagvaard, zowel aan het adres waarop zij conform de basisregistratie personen zijn ingeschreven als openbaar aan het openbaar ministerie.
1.2.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 22 oktober 2021. [gedaagde sub 1] c.s. is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet verschenen. Tegen [gedaagde sub 1] c.s. is verstek verleend.
1.3.
De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat Pré Wonen ter toelichting van haar standpunt naar voren heeft gebracht.

2.De beoordeling

2.1.
Pré Wonen vordert dat de kantonrechter bij wijze van voorlopige voorziening [gedaagde sub 1] c.s. veroordeelt tot:
1. het verlaten en ontruimen van de woning aan de [adres] , binnen drie dagen na betekening van het in deze zaak te wijzen vonnis met de daarin aanwezige goederen en personen, met afgifte aan Pré Wonen van de sleutels en al hetgeen tot het gehuurde behoort. Pré Wonen heeft gevorderd om aan het voorgaande een dwangsom te verbinden van € 500,- per dag, met een maximum van € 10.000,-;
2. betaling van de huur van € 642,94 per maand vanaf oktober 2021 tot aan de dag van de ontruiming;
3. voldoening van de kosten van de ontruiming, binnen zeven dagen na toezending van en conform het proces-verbaal van ontruiming, te vermeerderen met de wettelijke rente;
4. betaling van de proceskosten en de nakosten;
2.2.
Zij legt aan de vordering ten grondslag – kort weergegeven – dat zij ongeveer een jaar geleden eigenaar en beheerder van het gehuurde is geworden en dat haar gebleken is dat het gehuurde al jaren niet wordt bewoond. De woning staat leeg, is vies en dreigt te verloederen. Uit de verklaringen van verschillende buren volgt dat zij [gedaagde sub 1] c.s. (twee 75-plussers) al minstens tien jaar niet hebben gezien en dat maximaal één à twee weken per jaar jongere mensen, mogelijk de kinderen en kleinkinderen van [gedaagde sub 1] c.s., in de woning verblijven. Zij zijn echter ook al enkele jaren niet gezien door de buurtbewoners. De wijkbeheerder van Pré Wonen heeft het gehuurde meerdere malen en op verschillende tijdstippen bezocht, maar trof daar nooit iemand aan. Het is Pré Wonen op geen enkele manier gelukt om contact te krijgen met [gedaagde sub 1] c.s. Door de woning niet te bewonen is sprake van een tekortkoming in de nakoming van de huurovereenkomst, [gedaagde sub 1] c.s. hebben zich niet als goed huurder gedragen.
2.3.
De kantonrechter zal de vordering toewijzen, nu deze naar haar aard spoedeisend is en niet onrechtmatig of ongegrond voorkomt. Daarbij weegt de kantonrechter mee dat Pré Wonen, die een toegelaten instelling als bedoeld in de Woningwet is en zich toelegt op sociale verhuur, heeft verklaard dat zij voor dit soort woningen een wachtlijst heeft van langer dan tien jaar en dat na ontruiming van de woning, deze direct weer de verhuur in zal gaan. Daarmee is het (spoedeisende) belang gegeven. De vordering tot ontruiming zal worden toegewezen. Ook de gevorderde dwangsom wordt toegewezen omdat Pré Wonen voldoende heeft onderbouwd dat een prikkel om tot vrijwillige ontruiming over te gaan, hier op zijn plaats is.
2.4.
De gevorderde vergoeding voor de kosten voor ontruiming zal worden afgewezen, omdat de met de ontruiming gemoeide kosten slechts toewijsbaar zijn als zij in redelijkheid zijn gemaakt, hetgeen niet op voorhand kan worden beoordeeld.
2.5.
Ook de proceskosten komen voor rekening van [gedaagde sub 1] c.s., omdat hij ongelijk krijgt. Daarbij worden [gedaagde sub 1] c.s. ook veroordeeld tot betaling van € 124,00 aan nasalaris voor zover daadwerkelijk nakosten door Pré Wonen worden gemaakt.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
veroordeelt [gedaagde sub 1] c.s. tot het verlaten en ontruimen van de woning aan de [adres] , binnen drie dagen na betekening van dit vonnis met de daarin aanwezige goederen en personen, met afgifte aan Pré Wonen van de sleutels en al hetgeen tot het gehuurde behoort, onder verbeurte van een dwangsom van € 500,- per dag dat [gedaagde sub 1] c.s. hieraan niet voldoet, met een maximum van € 10.000,-;
3.2.
veroordeelt [gedaagde sub 1] c.s. tot betaling van de huur van € 642,94 per maand vanaf oktober 2021 tot aan de dag van de ontruiming;
3.3.
veroordeelt [gedaagde sub 1] c.s. tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van Pré Wonen tot en met vandaag vaststelt op:
dagvaarding € 98,52
griffierecht € 126,00
salaris gemachtigde € 498,00 ;
en veroordeelt [gedaagde sub 1] c.s. tot betaling van € 124,00 aan nasalaris voor zover daadwerkelijk nakosten door Pré Wonen worden gemaakt;
3.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
3.5.
wijst de gevorderde voorziening voor het overige af.
Dit vonnis is gewezen door mr J.J. Dijk en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter