In deze zaak heeft verzoekster, de dochter van erflaatster, een verzoek ingediend tot ontslag van de testamentair bewindvoerder, met als argument dat deze niet naar behoren functioneert en geen uitvoering geeft aan het testament. De kantonrechter heeft op 12 oktober 2021 uitspraak gedaan in de Rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar. De erflaatster had bij testament een bewind ingesteld over haar nalatenschap, waarbij verzoekster en haar kleinkinderen als rechthebbenden zijn benoemd. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er geen gewichtige redenen zijn voor het ontslag van de testamentair bewindvoerder, zoals verzoekster had aangevoerd. De kantonrechter oordeelde dat de tijd die verstreken was voordat de bewindvoerder in beeld kwam, niet aan de bewindvoerder kan worden aangerekend. Ook de communicatie tussen verzoekster en de bewindvoerder voldeed aan de eisen, en er was geen bewijs dat verzoekster geen voorschotten had ontvangen. Het verzoek van verzoekster werd afgewezen.
Daarnaast heeft de testamentair bewindvoerder een tegenverzoek ingediend voor een vervangende machtiging tot betaling van een nota van een belastingadviseur en voor het verlijden van de akte van verdeling. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de werkzaamheden van de belastingadviseur ten behoeve van de nalatenschap zijn verricht en dat de kosten daarvan ten laste van de nalatenschap mogen komen. De kantonrechter heeft het verzoek van de testamentair bewindvoerder toegewezen en de proceskosten voor rekening van verzoekster gesteld. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad.