ECLI:NL:RBNHO:2021:9448
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Kennelijk niet-ontvankelijk beroep wegens te late indiening na afwachten gesprek met verweerder
In deze zaak heeft eiseres beroep ingesteld tegen de beslissing op bezwaar van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, welke op 2 juli 2021 is genomen. De rechtbank Noord-Holland heeft op 27 oktober 2021 uitspraak gedaan in deze zaak, waarbij het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is verklaard. De rechtbank heeft vastgesteld dat de termijn voor het indienen van het beroepschrift op 16 augustus 2021 eindigde, maar eiseres heeft pas op 17 augustus 2021 beroep ingesteld. Eiseres heeft aangevoerd dat zij het indienen van het beroep heeft uitgesteld in afwachting van een gesprek met de verweerder, dat pas op 9 augustus 2021 kon plaatsvinden. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat het feit dat eiseres eerst het gesprek wilde afwachten, voor haar rekening komt. Eiseres had de mogelijkheid om een pro-forma beroepschrift in te dienen om de termijn veilig te stellen, maar heeft dit nagelaten. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen goede verontschuldiging is voor de te late indiening van het beroepschrift en dat de termijnen uit de Algemene wet bestuursrecht van openbare orde zijn. Daarom is het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard en is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.