Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Het verloop van de procedure
Overwegingen
De uitspraak
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan op een beroep tegen een administratieve sanctie (boete) die aan betrokkene was opgelegd. De boete was opgelegd wegens het handelen in strijd met een gesloten verklaring in beide richtingen. Betrokkene heeft tegen deze beslissing beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zitting vond plaats op 19 februari 2021, waar zowel de vertegenwoordiger van de officier van justitie als de gemachtigde van betrokkene aanwezig waren. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedraging waarvoor de boete was opgelegd, niet voldoende kon worden onderbouwd. De foto die als bewijs diende, toonde wel het voertuig van betrokkene, maar niet het verkeersbord dat de gesloten verklaring aangaf. Dit voldeed niet aan de eisen die in de Beleidsregels zijn gesteld voor gemeentelijke handhaving.
Daarnaast werd er een schouwrapport overgelegd, maar dit rapport voldeed niet aan de vereisten. Er was slechts één rapport met verschillende schouwdata en de bevindingen werden niet ondersteund met voldoende bewijs, zoals gedateerde foto’s. Hierdoor kon niet met zekerheid worden vastgesteld dat het verkeersbord ten tijde van de gedraging aanwezig was. De kantonrechter oordeelde dat de boete ten onrechte was opgelegd en verklaarde het beroep gegrond. De beslissing van de officier van justitie en de beschikking tot boete werden vernietigd. Tevens werd de officier van justitie veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten van betrokkene tot een bedrag van € 1.050,00.