ECLI:NL:RBNHO:2021:9416

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
27 oktober 2021
Publicatiedatum
25 oktober 2021
Zaaknummer
19_2117 en 21_3392
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Omgevingsrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening+bodemzaak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Omgevingsvergunning voor het omvormen van rotondes tot kruispunten en reconstructie van wegen in Hoorn

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 27 oktober 2021 uitspraak gedaan op een beroep en een verzoek om voorlopige voorziening van eiser tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hoorn. Het bestreden besluit betreft de verlening van een omgevingsvergunning voor het omvormen van twee rotondes tot kruispunten aan de Provincialeweg en het reconstrueren van de Provincialeweg en de Berkhouterweg te Hoorn. Eiser, die aan de Blauwe Berg woont, heeft bezwaar tegen de opheffing van de ontsluiting van de Blauwe Berg op de Provincialeweg, wat volgens hem zijn toegang tot zijn woning en bedrijf belemmert. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de gemeente Hoorn de vergunning heeft verleend met toepassing van de uniforme openbare voorbereidingsprocedure, en dat de wijziging van de vergunning van ondergeschikte betekenis is, waardoor geen nieuwe procedure nodig was. Eiser heeft op 16 mei 2019 beroep ingesteld tegen het bestreden besluit, en op 24 augustus 2021 verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft het verzoek en het beroep ongegrond verklaard, omdat de gemeente voldoende rekening heeft gehouden met de belangen van eiser en de verkeersveiligheid heeft gewaarborgd. De voorzieningenrechter concludeert dat de omgevingsvergunning rechtmatig is verleend en dat de bezwaren van eiser niet opwegen tegen de noodzaak van de verkeersmaatregelen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Zittingsplaats Haarlem
Bestuursrecht
zaaknummers: HAA 19/2117 (beroep) en HAA 21/3392 (voorlopige voorziening)
uitspraak van de voorzieningenrechter van 27 oktober 2021 op het beroep en het verzoek om voorlopige voorziening in de zaak tussen

[eiser] , te [woonplaats] , eiser

en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hoorn, verweerder

gemachtigde: mr. A. Brandenburg.

Als derde-partij neemt aan het geding deel: gemeente Hoorn, te Hoorn

gemachtigde: msc. J.P. Orij.

Procesverloop

Bij besluit van 26 maart 2019 (het bestreden besluit) heeft verweerder met toepassing van de uniforme openbare voorbereidingsprocedure als bedoeld in Afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) omgevingsvergunning verleend aan de gemeente Hoorn voor het omvormen van twee rotondes tot kruispunten aan de Provincialeweg, gelegen tussen de A7 en het Keern, en het reconstrueren van die weg en de Berkhouterweg te Hoorn.
Eiser heeft tegen het bestreden besluit op 16 mei 2019 beroep ingesteld.
Op verzoek van verweerder is de behandeling van de zaak aangehouden wegens een voornemen tot wijziging van het bestreden besluit. Bij besluit van 2 maart 2021 (het wijzigingsbesluit) heeft verweerder vervolgens de verleende omgevingsvergunning gewijzigd.
Eiser heeft de voorzieningenrechter op 24 augustus 2021 verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 15 september 2021 op zitting behandeld. Eiser is verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde, juridisch adviseur, werkzaam bij verweerder. De derde-partij heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde, projectmanager omvorming turborotonde, werkzaam bij de gemeente Hoorn.

Overwegingen

Ook uitspraak op het beroep
1. Na afloop van de zitting is de voorzieningenrechter tot de conclusie gekomen dat nader onderzoek niet kan bijdragen aan de beoordeling van de zaak. De voorzieningenrechter doet daarom op grond van artikel 8:86 van de Awb niet alleen uitspraak op het verzoek om voorlopige voorziening, maar ook op het beroep.
Bestaande (oude) situatie
2. Eiser woont aan [adres] die daar aan de noordzijde van en parallel aan de Provincialeweg is gelegen. Voor de ontsluiting van zijn woning maken, c.q. maakten, hij, zijn buren en bezoekers en personeel van het Westfries Archief gebruik van de bestaande ontsluiting van de Blauwe Berg op de Provincialeweg, waar de Berkhouterweg vanaf zijn huis op aansluit. Een andere ontsluiting was er niet omdat de Blauwe Berg ter hoogte van het Westfries Archief was afgesloten voor gemotoriseerd vervoer. De eigenaar van het Missiehuis-terrein, dat [..] ook grenst aan de Blauwe berg, is, althans was, eigenaar van het afgesloten gedeelte van de Blauwe Berg.
Besluitvorming
3.1
Het plan waarvoor omgevingsvergunning is verleend, voorziet in het omvormen van twee rotondes tot gelijkvloerse kruispunten met verkeersinstallaties in de Provincialeweg, tussen de A7 en het Keern, en het reconstrueren van de Berkhouterweg te Hoorn. De ontsluiting van de Blauwe Berg op de Provincialeweg komt in het plan te vervallen. De afsluiting van de Blauwe Berg bij het Westfries Archief aan de Blauwe Berg wordt opgeheven. De eigenaar van het Missiehuis-terrein verkoopt (een deel van) die weg aan de gemeente Hoorn. De Blauwe Berg wordt daarmee ook op dat stuk een weg waarvan het openbare karakter behouden blijft en naar eisers woning (wederom) een doorgaand karakter krijgt, die met aansluiting op het Keern als ontsluiting gaat gelden voor onder meer de woning van eiser. Die ontsluiting zal niet zijn bij de aansluiting van de Keern op de Provinciale weg, waar alleen een bussluis en fietsverkeer is voorzien, maar via de achterliggende woon- en industriewijk. Verder is tussen de gemeente en de eigenaar van het Missiehuis-terrein een (zogenaamde anterieure) overeenkomst gesloten waarin is neergelegd dat ten behoeve van de woningen aan de [straat] [#] en [#] een erfdienstbaarheid van de weg zal worden gevestigd, die er in voorziet dat onder meer eiser toegang verkrijgt tot en gebruik mag maken van de – dynamisch, dat wil zeggen met een beweegbaar obstakel, afgesloten – weg die het terrein van het Missiehuis ontsluit op de Westfriese Parkweg ten westen van het Missiehuis.
3.2
Bij de omgevingsvergunning is toestemming verleend voor de activiteiten:
- het bouwen van een bouwwerk, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo);
- het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, in gevallen waarin dat bij een bestemmingsplan is bepaald, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo;
- het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met een bestemmingsplan, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo;
- het aanleggen van een weg of verandering te brengen in de wijze van aanleg van een weg, voor zover daarvoor tevens een verbod geldt als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder d, van de Wabo;
- het maken van een uitweg, een uitweg te hebben of te veranderen of het gebruik daarvan te veranderen, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder e, van de Wabo).
3.3
De wijziging van de omgevingsvergunning behelst een verandering van het doorstroomprofiel van 2 x 2, waar in het aanvankelijke plan werd uitgegaan, naar 2 x 3 rechtdoor-rijbanen op de Provincialeweg ook ter hoogte van eisers woning. De middenberm wordt versmald omdat de extra rijbanen deels in de middenberm worden gelegd. Afwijking van het bestemmingsplan Missiehuis e.o. is voor het gewijzigde plan niet meer nodig. Bij het wijzigingsbesluit is de afwijking van dat plan dan ook komen te vervallen.
3.4
In augustus 2021 heeft de gemeente een aanvang gemaakt met de uitvoering van de werkzaamheden. De dag voor de zitting is met een verbodsbord een begin gemaakt met de afsluiting van de ontsluiting van de Blauwe Berg op de Provincialeweg.
Omvang van het geding
4.1
De bezwaren van eiser tegen de besluiten vinden alle hun oorsprong in het voornemen de ontsluiting van de Blauwe Berg op de Provinciale weg op te heffen, waardoor niet meer via die route zijn huis en bedrijf kan worden bereikt.
4.2
Het door eiser ingestelde beroep en daarmee ook het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening richten zich tegen het bestreden besluit en op grond van artikel 6:19, eerste lid, van de Awb ook tegen het wijzigingsbesluit.
4.3
Andere besluiten dan het bestreden besluit en het wijzigingsbesluit, waaronder bijvoorbeeld eerder genomen verkeersbesluiten en een besluit om het karakter van openbare weg aan de ontsluiting van de Blauwe Berg op de Provinciale weg te ontnemen, houden mogelijk weliswaar verband met ontwikkelingen in het plangebied, maar zijn in dit geding niet betrokken. Door eiser opgevoerde gronden waarin hij de rechtmatigheid van die andere besluiten bestrijdt of waarin hij de nietigheid van deze andere besluiten heeft ingeroepen, laat de voorzieningenrechter dan ook buiten bespreking.
Wijzigingsbesluit niet voorbereid met toepassing afdeling 3.4 van de Awb
5.1
Eiser stelt dat hij ten onrechte niet is betrokken bij de voorbereiding van het wijzigingsbesluit. Hij stelt in dat verband ook dat ten behoeve van de wijziging een nieuwe aanvraag had moeten worden ingediend die dezelfde procedure had moeten doorlopen als het bestreden besluit.
5.2
Verweerder stelt zich op het standpunt dat hij het wijzigingsbesluit zonder toepassing van de uniforme openbare voorbereidingsprocedure mocht nemen, omdat de wijziging van ondergeschikte betekenis is.
5.3
Een nader besluit, zoals het wijzigingsbesluit, hoeft niet in alle gevallen met toepassing van Afdeling 3.4 Awb te worden voorbereid, ofschoon het oorspronkelijke besluit dat wel moest. Daarvan is sprake indien de aanpassingen naar aard en omvang zodanig zijn dat niet een wezenlijk ander plan wordt vastgesteld of dat sprake is van wijzigingen van ondergeschikte aard. In het onderhavige geval is hiervan sprake. Het toevoegen van rijbanen in de middenberm, dat in overeenstemming is met het daar geldende bestemmingsplan, wijzigt het oorspronkelijke, omvangrijke plan naar aard en omvang niet wezenlijk. Daarbij komt dat met de wijziging het plan door het enigszins opschuiven van de weg ter hoogte van het Missiehuis meer in overeenstemming wordt gebracht met de ter plaatse geldende bestemmingsplannen. Verweerder heeft derhalve het wijzigingsbesluit kunnen nemen zonder een ontwerpbesluit in procedure te brengen.
Toestemming tot het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met een bestemmingsplan
6.1
Voor de gronden waarop het plan is beoogd, gelden diverse bestemmingsplannen. Verweerder heeft in het bestreden besluit geconstateerd dat het “(totale) plan met een aantal van deze bestemmingsplannen (Missiehuis e.o. (bestemming “Groen”), Venneweg-Middenweg-Berkhouterweg (bestemming “Maatschappelijk-Begraafplaats”) en Berkhouterweg 1986 (bestemming “Bedrijven (B)” in strijd is, omdat op (beperkte) delen waar de nieuwe wegen zijn voorzien de betrokken gronden volgens de geldende bestemmingen een weg niet is toegestaan. Het plan is voor het overige in overeenstemming met de ter plaatse geldende bestemmingsplannen.
6.2
Door de toevoeging van de extra rechtdoor-rijbanen komt de bocht langs het missiehuis zo te liggen dat deze niet langer ligt op gronden waarop het bestemmingsplan “Missiehuis e.o” betrekking heeft. Het plan is daarom niet langer in strijd met de bepalingen van dit bestemmingsplan. De passage over dit bestemmingsplan en het vergunning-onderdeel: “planologisch strijdig gebruik Missiehuis e.o” heeft verweerder daarom bij het wijzigingsbesluit uit de verleende vergunning geschrapt.
Opheffen ontsluiting ook in strijd met bestemmingsplan
6.3
Eiser stelt dat verweerder heeft miskend dat het laten vervallen van de ontsluiting van de Blauwe Berg/Berkhouterweg op de Provincialeweg en vice versa in strijd is met het ter plaatse geldende bestemmingplan, met name het bestemmingsplan “Missiehuis e.o.” [1] . In het raadsvoorstel van 29 augustus 2017 over dit bestemmingsplan is, aldus eiser, aangegeven dat “De huidige ontsluiting op de Provincialeweg die nodig is voor de ontsluiting van twee woningen aan de Provincialeweg blijft gehandhaafd.” Omdat het bestemmingsplan “Missiehuis e.o” heeft beoogd de ontsluiting te handhaven, is het besluit deze te laten vervallen, met dit bestemmingsplan in strijd, aldus eiser.
6.4
Verweerder stelt dat de ontsluiting ligt op gronden waarop het bestemmingsplan “Blauwe Berg 2019” van toepassing is. Het opheffen van de ontsluiting is daarmee niet in strijd. Bij de voorbereiding van het bestemmingsplan “Missiehuis e.o” is de ontsluiting weliswaar aangestipt, maar is ook aangegeven dat in ieder geval het Westfries Archief via het achterterrein van het Missiehuis zou moeten worden ontsloten en dat nog wordt nagedacht over de ontsluiting van [straat] [#] en [#] . Verweerder wijst er op dat het door eiser aangehaalde citaat uit het raadsvoorstel van 29 augustus 2017 onvolledig is nu daarin direct na de zinsnede die eiser heeft aangehaald, is opgenomen: “Bij de herinrichting van de Provincialeweg en de turborotonde wordt bekeken of deze ontsluiting al dan niet wijzigt.”
6.5
Op de gronden waar de Blauwe Berg de Provincialeweg raakt, is het bestemmingsplan “Blauwe Berg 2019” van toepassing. De grens tussen de bestemmingsplannen “Blauwe Berg 2019” en “Missiehuis e.o” ligt net achter het hiervoor bedoelde punt. In beide plannen hebben de gronden op en nabij de ontsluiting de bestemming “Verkeer-Verblijf”. Voor beide bestemmingsplannen geldt dat de voor “Verkeer-Verblijf” aangewezen gronden onder meer bestemd zijn voor groenvoorzieningen en sloten, bermen en beplanting. Het opheffen van de ontsluiting door deze te wijzigen in een berm met groen is met deze bestemming dus niet in strijd. Aan de door eiser aangehaalde passage uit het raadsvoorstel van 29 augustus 2017 komt niet de waarde toe die eiser daaraan gehecht wil zien. Hij kon daaraan niet het vertrouwen ontlenen dat de ontsluiting nimmer zou vervallen. Nog daargelaten dat in het door verweerder opgenomen – volledige – citaat uit het raadsvoorstel een mogelijke wijziging van de ontsluiting expliciet benoemd wordt, is niet een dergelijke toelichting op of bij een bestemmingsplan bepalend voor de vraag of een ontwikkeling met een bestemmingsplan in strijd is, maar zijn dat de bestemmingsplanbepalingen zelf. De bepalingen verplichten niet – en kunnen dat in wezen ook niet, omdat in een bestemmingsplan alleen wordt geregeld welk gebruik van grond is toegestaan en niet en verplichting tot een specifiek gebruik kan worden opgelegd - tot het in stand laten van de ontsluiting. De door de gemeente beoogde wijziging is met de bepalingen behorende bij de bestemming “Verkeer-Verblijf”, als hiervoor overwogen, dan ook niet in strijd.
Verklaring van geen bedenkingen (vvgb) van de gemeenteraad van Hoorn
7. De door verweerder geconstateerde strijdigheden met bestemmingsplannen [2] kunnen alleen worden opgeheven met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, aanhef en onder a, onder 3°, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). De beslissing om al dan niet met toepassing van dit artikel omgevingsvergunning te verlenen, behoort tot de bevoegdheid van verweerder, zij het dat de gemeenteraad daar in beginsel een vvgb voor moet verlenen. De voorzieningenrechter stelt vast, hetgeen tussen partijen ook niet in geschil is, dat voor het verlenen van de omgevingsvergunning in dit geval geen vvgb van de gemeenteraad was vereist als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo, gelezen in samenhang met artikel 6.5, eerste lid, van het Besluit omgevingsrecht (Bor). Daartoe is redengevend dat de gemeenteraad bij besluit van 15 maart 2011 heeft besloten dat voor onder meer projecten waarvoor reeds een nota van uitgangspunten, stedenbouwkundige visie of daarmee vergelijkbaar ruimtelijk kader door de raad is vastgesteld geen verklaring nodig is. Tussen partijen is niet in geschil dat het onderhavige plan valt binnen deze categorie van gevallen waarvoor een vvgb van de gemeenteraad niet is vereist.
Vvgb van het college van gedeputeerde staten van Noord-Holland
8.1
Eiser voert aan dat verweerder er ten onrechte aan voorbij is gegaan dat een vvgb had moeten worden gevraagd van gedeputeerde staten van Noord-Holland, als bedoeld in artikel 6.10a bezien in samenhang met artikel 2.2aa onder a en b, van het Besluit omgevingsrecht omdat er voor het plan naast een omgevingsvergunning ook een Natura 2000-vergunning en een flora- en fauna-ontheffing zijn vereist.
8.2
Bij het wijzigingsbesluit heeft verweerder de “Berekening stikstofdepositie aanpassing Provincialeweg te Hoorn” van 15 oktober 2020, opgesteld door BügelHajema, adviseurs voor leefomgeving en omgevingsrecht BNSP (hierna: BügelHajema) overgelegd. In dit advies is geconstateerd, dat door de stikstofdepositie geen negatief effect optreedt op de betrokken Natura 2000-gebieden (het IJsselmeer) en dat een vergunning op grond van de Wet natuurbescherming (Wnb) in het kader van de stikstofdepositie niet nodig is. Aan het bestreden besluit is verder ten grondslag gelegd de “Ecologische beoordeling reconstructie twee rotondes te Hoorn” van 3 mei 2018, opgesteld door Altenburg & Wymenga ecologisch onderzoek BV. Daarin is geconcludeerd dat gezien aard en ligging van het plangebied binnen de bebouwde kom van Hoorn er beperkte kans is op overtreding van verboden jegens soorten die beschermd zijn volgens de Wnb. Geconcludeerd is dat door uitvoering van de plannen geen conflict met de Wnb zal ontstaan, mits er geen broedende vogels en hun in gebruik zijnde nesten worden verstoord.
8.3
Vast staat dat de omgevingsvergunning is verleend zonder dat een vvgb is gevraagd van gedeputeerde staten van Noord-Holland. Gezien het overgelegde stikstofonderzoek en de ecologische beoordeling die het gehele plangebied omvat, heeft verweerder echter afdoende gemotiveerd dat voor het realiseren van het gewijzigde plan een vergunning en ontheffing op grond van de Wnb niet zijn vereist. Voor een ander oordeel ziet de voorzieningenrechter in de niet nader onderbouwde stellingen van eiser geen grond, nog daargelaten dat eiser vanwege de afstand van en de ligging van zijn woning ten opzichte van het IJsselmeer – hij heeft daar geen zicht op - onvoldoende belang heeft bij een beroep op mogelijke risico’s voor dat Natura-2000 gebied. Verweerder heeft aldus geen aanleiding hoeven zien om gedeputeerde staten van Noord-Holland om een vvgb te vragen.
Ruimtelijke onderbouwing en belangenafweging
9. De ruimtelijke onderbouwing die aan de onderhavige toestemmingen ten grondslag ligt, wordt gevormd door de toelichting “Ruimtelijke onderbouwing Aanpassen turborotonde Provincialeweg” van 24 mei 2019, opgesteld door BügelHajema. Van de ruimtelijke onderbouwing maken de bij het bestreden besluit en het wijzigingsbesluit horende toelichting en bijlagen, en de daarbij behorende stukken, onderdeel uit. In de ruimtelijke onderbouwing is de aanleiding voor het plan beschreven, zijn de mogelijke oplossingsvarianten genoemd en is de keuze voor het plan beschreven. Verder is in de ruimtelijke onderbouwing beoordeeld of het plan past binnen het landelijk, provinciaal- en gemeentelijk beleid en is aandacht besteed aan milieu- en omgevingsaspecten. In de ruimtelijke onderbouwing is ook aandacht besteed aan de economische en maatschappelijke uitvoerbaarheid van het plan.
10.1
Eiser voert aan dat de besluitvorming niet in stand kan blijven, omdat de besluiten zijn gebaseerd op een ondeugdelijke ruimtelijke onderbouwing nu daaraan een evenzeer ondeugdelijk verkeerstechnisch rapport ten grondslag is gelegd. Verder heeft er in het geheel geen geuronderzoek plaatsgevonden en is bij het wijzigingsbesluit ook ten onrechte geen rekening gehouden met de waterkerende functie van de middenberm, verlies aan privacy, een toename van geluid, risico’s, trillingen alsmede horizon- en lichtvervuiling. Ook is er geen rekening gehouden met zijn riolering die onder de Provincialeweg loopt. Eiser stelt verder dat hij door de opheffing van de verkeersontsluiting van de Blauwe Berg op de Provincialeweg geschaad is in zijn woongenot en bedrijfsvoering aan huis [3] . De door verweerder en de derde-partij aangedragen alternatieven voor ontsluiting van zijn woning vindt hij niet toereikend. De door hem genoemde alternatieven voor ontsluiting heeft verweerder, aldus steeds eiser, ten onrechte afgewezen.
10.2
De ruimtelijke onderbouwing voldoet aan de daaraan gestelde eisen, waarbij van belang is dat de inbreuk van dit plan op de geldende bestemmingsplannen gering is, omdat de bestaande bestemmingplannen het gebruik van de gronden voor de Provincialeweg al toestaan. Anders dan eiser stelt, is met de aspecten geur en het verharden van gronden rekening gehouden, nu is bezien of de milieuzonering aan verlening van de omgevingsvergunning in de weg stond en een watertoets heeft plaatsgehad. Dat geldt ook voor het aspect riolering.
10.3
Na bekendmaking van het bestreden besluit is ontdekt dat het verkeerstechnisch onderzoek was gebaseerd op onjuiste gegevens: van de Provinciale weg wordt door meer verkeer gebruik gemaakt dan in de aanvankelijke rekenmodellen was ingevoerd. Nadat deze fout was hersteld, is bezien welke consequenties een en ander had voor het plan en is het plan aangepast. Het wijzigingsbesluit en de daaraan ten grondslag liggende stukken maken (inmiddels) onderdeel uit van de ruimtelijke onderbouwing van de besluitvorming. De voorzieningenrechter volgt eiser daarom niet in diens stelling dat reeds omdat het initiële verkeerstechnisch onderzoek fouten bevatte, de ruimtelijke onderbouwing van de besluitvorming niet deugt. Aanvankelijk is van onjuiste gegevens – te weten minder verkeer – bij de planvorming uitgegaan. Maar omdat als gevolg van het plan het type verkeer en de verkeersintensiteit feitelijk niet toeneemt, zij het dat op termijn wel een toename van verkeer wordt verwacht, ziet de voorzieningenrechter in hetgeen eiser heeft gesteld ter zake privacy, geluid, risico’s, trillingen, horizon- en lichtvervuiling, geen grond voor het oordeel dat verweerder de gevraagde omgevingsvergunning niet heeft kunnen verlenen. In wezen verandert er door het plan aan de door hem ervaren hinder door de thans aanwezige Provincialeweg immers niets substantieels. Sterker, doordat het plan voorziet in het aanbrengen van extra groen tussen de Provincialeweg en zijn huis, wordt die belasting eerder minder dan meer.
10.4
Het plan komt weliswaar in strijd met bestemmingsplannen, maar alleen op locaties die verder zijn verwijderd van eisers woning. De wijziging van de Provincialeweg in de nabijheid voor zijn woning is niet met enig bestemmingsplan in strijd. Zoals hiervoor reeds is overwogen, raakt het wegvallen van de ontsluiting de verleende toestemmingen tot afwijking van het bestemmingsplan niet. Dat neemt niet weg dat verweerder in zijn besluitvorming de gevolgen van het wegvallen van de ontsluiting van de Blauwe Berg op de Provincialeweg en vice versa wel heeft betrokken. Verweerder heeft het verwijderen van de ontsluiting echter afdoende gemotiveerd vanuit een oogpunt van verkeersveiligheid. Verweerder heeft toegelicht dat het uit oogpunt van verkeersveiligheid onwenselijk is dat een (extra) ontsluiting voor een secundaire weg op de brede, uit meerdere rijbanen bestaande doorgaande Provinciale weg nabij een kruispunt wordt gehandhaafd. In de omstandigheid dat verweerder aanvankelijk ook de maximumsnelheid van 70 km per uur op dat wegvlak in die beoordeling had betrokken, maar die maximumsnelheid bij het gewijzigde plan wordt verlaagd naar 50 km/uur, zoals eiser nog heeft aangevoerd, heeft verweerder geen aanleiding hoeven zien, om de ontsluiting van deze secundaire weg aldaar niet meer verkeersonveilig te achten. De door verweerder daarvoor aangehaalde verkeerkundige adviezen heeft eiser niet weerlegd. Door ervoor te zorgen dat – onder meer – de woning van eiser ontsloten blijft via de openbare weg, te weten via de Blauwe Berg met een aansluiting op het Keern en daarnaast in aanvulling daarop de met de eigenaar van het Missieterrein overeengekomen erfdienstbaarheid van weg over het Missiehuisterrein, heeft verweerder met de belangen van eiser afdoende rekening gehouden. Dat de klanten en relaties van eiser daardoor een aanzienlijke omweg moeten maken, maakt die afweging niet rechtens onacceptabel. Eiser heeft wel gesteld dat zijn bedrijf voor opleggers met [..] moeilijker bereikbaar wordt dan in de oude situatie, maar niet is gebleken dat zijn bedrijf voor dat verkeer in de nieuwe situatie onbereikbaar is. Verweerder heeft immers onweersproken gesteld dat de Blauwe Berg ten minst 4,5 meter breed is. Daarbij heeft verweerder ook afdoende gemotiveerd dat en waarom de door verzoeker aangedragen alternatieven – een weg door de monumentale tuin van het Missiehuis of een nieuwe weg parallel aan het Keern in plaats van het daar recentelijk aangelegde wandelpad, die in wezen parallel loopt aan de route over de Blauwe Berg - voor de gemeente geen alternatieven zijn die met aanzienlijk minder bezwaren zouden kunnen worden gerealiseerd.
11. Gelet op het voorgaande heeft verweerder in redelijkheid toestemming kunnen verlenen voor het bouwplan ook voor zover dat meebrengt dat verder weg van eisers woningen gelegen gronden in strijd met het bestemmingsplan worden gebruikt. Tegen de andere verleende toestemmingen is eiser niet opgekomen. De voorzieningenrechter ziet daarom geen grond voor vernietiging van de verleende omgevingsvergunning. Al hetgeen eiser overigens heeft aangevoerd leidt niet tot een ander oordeel.
12. Het beroep is ongegrond. Omdat het beroep ongegrond is, is er geen aanleiding om een voorlopige voorziening te treffen.
13. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter:
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.H.M. Bruin, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. P.C. van der Vlugt, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op
27 oktober 2021.
griffier
voorzieningenrechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak voor zover daarbij is beslist op het beroep, kunt u in hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. U moet het beroepschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven.

Voetnoten

1.Die ontsluiting ligt - onder meer - min of meer op de grens van de bestemmingsplannen Blauwe Berg en Missiehuis e.o..
2.Die dus niet zien op de opheffing van de ontsluiting van de Blauwe Berg op de Provinciale weg.
3.Hij verhandeld tweedehands auto’s. Die bedrijvigheid is weliswaar niet in overeenstemming met de bestemming, maar wordt door verweerder gedoogd.