Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Het verloop van de procedure
Overwegingen
De uitspraak
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, op 12 februari 2021 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan betrokkene. De sanctie was het gevolg van een gedraging waarbij betrokkene geen voorrang verleende bij een voorrangsweg. Betrokkene heeft tegen de opgelegde boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond dan wel niet-ontvankelijk verklaarde. Hierop heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter. Tijdens de zitting op 12 februari 2021 was de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig, maar betrokkene zelf was niet verschenen.
De kantonrechter heeft overwogen dat betrokkene het beroep te laat heeft ingesteld. Volgens artikel 6:7 van de Algemene wet bestuursrecht is de termijn voor het indienen van een beroepschrift zes weken. Betrokkene heeft het beroep digitaal ingesteld op 7 augustus 2020, terwijl dit uiterlijk op 4 augustus 2020 ontvangen had moeten zijn. De kantonrechter oordeelde dat de reden van betrokkene om eerst na te denken over de zinvolheid van het instellen van beroep geen geldige reden was voor de overschrijding van de termijn. Betrokkene had pro forma beroep kunnen indienen om deze situatie te voorkomen, en het niet doen daarvan kwam voor zijn risico. De overschrijding van de termijn werd niet als verschoonbaar beschouwd volgens artikel 6:11 van de Algemene wet bestuursrecht.
Daarom heeft de kantonrechter het beroep niet-ontvankelijk verklaard, waardoor er geen inhoudelijke beoordeling van de zaak plaatsvond. De uitspraak werd gedaan door mr. S. Slijkhuis, kantonrechter, en is in het openbaar uitgesproken. Betrokkene heeft de mogelijkheid om hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen zes weken na de dag van toezending van de uitspraak.