ECLI:NL:RBNHO:2021:9380

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
19 februari 2021
Publicatiedatum
22 oktober 2021
Zaaknummer
8816546 \ WM VERZ 20-946
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijziging feitcode en beoordeling van snelheidsovertreding in WAHV-zaken

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, op 19 februari 2021 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan betrokkene wegens overschrijding van de maximumsnelheid. De betrokkene had beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond had verklaard. De zaak werd behandeld op de zitting van 12 februari 2021, waar de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig was, maar betrokkene zelf niet. De kantonrechter heeft de zaak beoordeeld op basis van de verklaring van de verbalisant, die op 3 januari 2020 een snelheidscontrole had uitgevoerd op de Medemblikkerweg. De verbalisant had vastgesteld dat betrokkene met 30 km per uur de maximum snelheid van 50 km per uur had overschreden. De officier van justitie stelde voor om de feitcode te wijzigen naar VG030, wat door de rechtbank werd goedgekeurd, aangezien niet was gebleken dat betrokkene hierdoor in zijn belangen werd geschaad. De rechtbank oordeelde dat de verklaring van de verbalisant voldoende grondslag bood voor de vaststelling van de gedraging, en dat betrokkene geen specifieke feiten had aangedragen die aanleiding gaven tot twijfel aan de juistheid van de verklaring. De rechtbank vernietigde de beslissing van de officier van justitie voor wat betreft de omschrijving van de gedraging en de feitcode, maar verklaarde het beroep voor het overige ongegrond. De uitspraak benadrukt het belang van de verklaring van de verbalisant in WAHV-zaken en de voorwaarden waaronder deze kan worden betwist.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknummer : 8816546 \ WM VERZ 20-946
CJIB-nummer : [nummer]
Uitspraakdatum : 19 februari 2021
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV)
in de zaak van
[betrokkene]

Het verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond dan wel niet-ontvankelijk verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 12 februari 2021. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Op verzoek van de rechtbank heeft betrokkene laten weten dat hij niet naar de zitting wil komen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Overwegingen

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: overschrijding maximum snelheid op (auto)wegen buiten bebouwde kom, met 30 km per uur.
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft in het beroepschrift de gronden daarvoor aangevoerd.
De officier van justitie heeft een aanvullend proces-verbaal laten opmaken door de verbalisant. In dit aanvullend proces-verbaal is het volgende vermeld:
“Wij, verbalisanten, [naam] , hebben op 3 januari 2020 op de Medemblikkerweg een snelheidscontrole gehouden. Ter plaatse is de toegestane maximum snelheid aangepast in verband met gevaarlijke hobbels in de weg. De snelheid bedraagt daar 50 km per uur. Zoals eerder aangegeven in het verbaal bevind deze weg zich buiten de bebouwde kom. Zoals eerder aangegeven in mijn verbaal stonden wij op 830 meter afstand van verkeersbord A1 met opdruk 50, deze afstand heb ik, verbalisant [naam] , gemeten met de lasergun en vooraf het opschrift gecontroleerd. Voor dit A1 bord stond nog 2 keer eerder een bord A1 met opdruk 50. Wij, verbalisanten, hebben de overtreding op een afstand van 642 meter geconstateerd met de lasergun. Wij, verbalisanten, hebben gezien dat [betrokkene] het verkeersbord A11 met opschrift 50, voorbij was.”
Gelet op de aanvullende verklaring van de verbalisant heeft de officier van justitie ter zitting voorgesteld de feitcode te wijzigen naar feitcode VG030
“overschrijding maximum snelheid op (auto)wegen buiten bebouwde kom, met 30 km/h (verkeersbord A1)”.
Niet gebleken is dat betrokkene door deze wijziging in enig belang wordt geschaad, zodat de feitcode zal worden gewijzigd zoals is voorgesteld. In zoverre is het beroep gedeeltelijk gegrond.
In WAHV-zaken biedt de verklaring van een verbalisant op ambtseed of belofte voldoende grondslag voor de vaststelling van het plegen van de gedraging door betrokkene. Dit is alleen anders indien betrokkene ten aanzien van deze gedraging voldoende specifieke feiten en omstandigheden aanvoert die aanleiding geven voor twijfel aan de juistheid van één of meer onderdelen van voornoemde verklaring van de verbalisant. Dat laatste is in het onderhavige geval niet gebeurd. Ter plaatse waren borden aanwezig waarop de maximale snelheid van 50 km per uur stond aangegeven. De boete is dus terecht opgelegd. De kantonrechter ziet in hetgeen betrokkene heeft aangevoerd ook geen reden om de boete te matigen. Het beroep wordt daarom voor het overig ongegrond verklaard.

De uitspraak

De kantonrechter:
 vernietigt de beslissing van de officier van justitie, voor zover deze betrekking heeft op de omschrijving van de gedraging en de feitcode in de inleidende beschikking;
 wijzigt de inleidende beschikking in die zin dat als de omschrijving van de gedraging luidt “overschrijding maximum snelheid op (auto)wegen buiten bebouwde kom, met 30 km/h (verkeersbord A1)” en als de feitcode ‘VG030;
 verklaart het beroep voor het overige ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S. Slijkhuis, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 70,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: