ECLI:NL:RBNHO:2021:9377

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
12 februari 2021
Publicatiedatum
22 oktober 2021
Zaaknummer
8775486 \ WM VERZ 20-886
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen administratieve sanctie wegens verkeersvoorschriftenschending

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 12 februari 2021 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie, opgelegd aan betrokkene wegens het niet geven van een richtingaanwijzer bij het wisselen van rijstrook. Betrokkene had tegen de opgelegde boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond of niet-ontvankelijk verklaarde. Hierop heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.

Tijdens de zitting op 12 februari 2021 waren zowel de vertegenwoordiger van de officier van justitie als betrokkene aanwezig. De kantonrechter heeft de verklaring van de verbalisanten zwaar gewogen en benadrukt dat het aan betrokkene is om concrete feiten en omstandigheden aan te voeren die twijfel aan deze verklaring rechtvaardigen. Het enkele feit dat betrokkene zich niet herkent in de verklaring is onvoldoende. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er twee verbalisanten zijn die de gedraging hebben waargenomen, en dat het niet geven van een richtingaanwijzer bij het wisselen van rijstrook een overtreding vormt.

De kantonrechter heeft geconcludeerd dat de boete terecht is opgelegd, aangezien betrokkene niet kan aantonen dat er reden is om aan de verklaring van de verbalisanten te twijfelen. Bovendien is het enkele feit dat betrokkene één keer vergeten is om richting aan te geven voldoende om de gedraging vast te stellen. De kantonrechter heeft geen aanleiding gezien om de boete te matigen en heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits de boete meer dan € 70,00 bedraagt.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknummer : 8775486 \ WM VERZ 20-886
CJIB-nummer : [nummer]
Uitspraakdatum : 12 februari 2021
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV)
in de zaak van
[betrokkene]

Het verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond dan wel niet-ontvankelijk verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 12 februari 2021. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Betrokkene is ook verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Overwegingen

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: bij wisselen van rijstrook geen teken met richtingaanwijzer geven.
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft in het beroepschrift de gronden daarvoor aangevoerd.
Aan de verklaring verbalisant wordt zwaar gewicht toegekend. Het ligt op de weg van betrokkene om concrete feiten en omstandigheden aan te voeren die aanleiding geven tot twijfel aan deze verklaring. Het is niet genoeg dat betrokkene aangeeft dat hij zich hierin niet herkend. Bovendien zijn er twee verbalisanten die dit hebben waargenomen. Daarnaast wordt betrokkene niet verweten dat hij zes keer is vergeten om richting aan te geven. Dit één keer vergeten, zoals betrokkene ter zitting aangeeft, is al voldoende om de gedraging vast te stellen. De boete is dus terecht opgelegd.
De kantonrechter ziet in hetgeen betrokkene heeft aangevoerd ook geen reden om de boete te matigen.
Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard.
De uitspraak
De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S. Slijkhuis, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 70,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: