ECLI:NL:RBNHO:2021:9376

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
12 februari 2021
Publicatiedatum
22 oktober 2021
Zaaknummer
8762544 \ WM VERZ 20-881
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Matiging van een administratieve sanctie wegens niet-verzekerd voertuig met financiële problematiek

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, uitspraak gedaan op 12 februari 2021 in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan betrokkene wegens het niet afsluiten en in stand houden van de vereiste verzekering voor een bromfiets. Betrokkene had tegen de beslissing van de officier van justitie beroep ingesteld, nadat deze het beroep ongegrond had verklaard. Tijdens de zitting was zowel de vertegenwoordiger van de officier van justitie als betrokkene aanwezig.

De kantonrechter overwoog dat de gedraging vaststond, omdat het voertuig op de betreffende datum niet verzekerd was. De verantwoordelijkheid voor de tijdige schorsing van een voertuig ligt bij de kentekenhouder, en betrokkene had eerder herinneringen van de RDW ontvangen. Echter, betrokkene heeft aangetoond dat hij na de sanctie actie heeft ondernomen en het voertuig op 17 mei 2020 heeft geschorst. Gezien de financiële problematiek van betrokkene, besloot de kantonrechter de opgelegde sanctie te matigen tot € 30,00.

De uitspraak van de kantonrechter was als volgt: het beroep werd gedeeltelijk gegrond verklaard, de beslissing van de officier van justitie werd gewijzigd, en de boete werd gematigd. Tevens werd bepaald dat de officier van justitie het bedrag dat betrokkene als zekerheidstelling had betaald, aan hem terugbetaalt. De uitspraak is openbaar uitgesproken door mr. S. Slijkhuis, kantonrechter, bijgestaan door de griffier. Tegen deze uitspraak kan binnen 6 weken hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits de boete meer dan € 70,00 bedraagt.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknummer : 8762544 \ WM VERZ 20-881
CJIB-nummer : [nummer]
Uitspraakdatum : 12 februari 2021
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV)
in de zaak van
[betrokkene]

Het verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond dan wel niet-ontvankelijk verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 12 februari 2021. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Betrokkene is ook verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Overwegingen

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: voor een bromfiets niet de vereiste verzekering afsluiten en in stand houden.
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft in het beroepschrift de gronden daarvoor aangevoerd.
De kantonrechter overweegt dat de gedraging vast staat, omdat het voertuig op de genoemde datum inderdaad niet verzekerd is geweest. Dat betekent dat een sanctie kon worden opgelegd. Een kentekenhouder is verantwoordelijk voor de tijdige schorsing van een voertuig en moet dit zelf in de gaten houden. Betrokkene heeft ook brieven gekregen van de RDW om hem hieraan te herinneren. Echter, betrokkene heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat, nadat de sanctie was opgelegd, actie is ondernomen. Gebleken is dat betrokkene het voertuig op 17 mei 2020 heeft geschorst. Mede gelet op de financiële problematiek, ziet de kantonrechter daarom aanleiding om de sanctie te matigen tot € 30,00.
Het beroep is gelet op de matiging gedeeltelijk gegrond. De beslissing van officier van justitie zal worden gewijzigd.
De uitspraak
De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep gedeeltelijk gegrond;
‒ wijzigt de beslissing van de officier van justitie, in die zin dat de boete wordt gematigd tot een bedrag van € 30,00 (met handhaving van de administratiekosten);
‒ bepaalt dat de officier van justitie het bedrag dat betrokkene als zekerheidstelling heeft betaald, aan betrokkene terugbetaalt.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S. Slijkhuis, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 70,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: