Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Het verloop van de procedure
Overwegingen
De uitspraak
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, uitspraak gedaan op 12 februari 2021 in een beroep tegen een beslissing van de officier van justitie. Betrokkene had een administratieve sanctie, in de vorm van een boete, opgelegd gekregen voor het niet stoppen voor een rood verkeerslicht. Tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep van betrokkene niet-ontvankelijk verklaarde, heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
Tijdens de zitting op 12 februari 2021 zijn zowel de vertegenwoordiger van de officier van justitie als betrokkene zelf verschenen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat betrokkene het beroep bij de officier van justitie te laat heeft ingesteld. Volgens artikel 6:7 van de Algemene wet bestuursrecht is de termijn voor het indienen van een beroepschrift zes weken. Betrokkene heeft zijn beroep op 22 januari 2020 ingesteld, terwijl dit uiterlijk op 20 januari 2020 ontvangen had moeten zijn. De kantonrechter oordeelt dat de termijn voor het indienen van beroep strikt is en dat de enkele stelling van betrokkene dat hij op 13 januari 2020 beroep heeft ingesteld, onvoldoende is om aan te tonen dat het beroep tijdig is verzonden.
De kantonrechter heeft ook overwogen dat betrokkene de mogelijkheid had om digitaal beroep in te stellen, maar dat niet aannemelijk is geworden dat de overschrijding van de beroepstermijn verschoonbaar is. Daarom heeft de kantonrechter het beroep ongegrond verklaard en is er niet toegekomen aan een inhoudelijke beoordeling van de zaak. De uitspraak is gedaan door mr. S. Slijkhuis, kantonrechter, en is in het openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits de boete meer dan € 70,00 bedraagt.