Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Het verloop van de procedure
Overwegingen
De uitspraak
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 5 februari 2021 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan betrokkene. De sanctie was het gevolg van een gedraging waarbij betrokkene niet stopte voor een rood verkeerslicht. Betrokkene had tegen de opgelegde boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierna heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter, maar dit beroep werd te laat ingediend. Volgens artikel 6:7 van de Algemene wet bestuursrecht is de termijn voor het indienen van een beroepschrift zes weken. Betrokkene had zijn beroep op 3 september 2020 ingediend, terwijl dit uiterlijk op 2 september 2020 ontvangen had moeten zijn. Betrokkene voerde aan dat een technische storing bij het CVOM op 2 september 2020 de oorzaak was van de vertraging, maar de kantonrechter oordeelde dat de bewijsvoering hiervoor onvoldoende was, aangezien de bijgevoegde print screen geen datum vermeldde. Hierdoor werd het beroep niet-ontvankelijk verklaard.
De kantonrechter merkte op dat, zelfs als het beroep tijdig was ingediend, het inhoudelijk ongegrond zou zijn verklaard. Betrokkene had onvoldoende feiten of omstandigheden aangevoerd die de verklaring van de verbalisant in twijfel trokken. Een enkele ontkenning was niet voldoende om aan de verklaring van de verbalisant te twijfelen. De uitspraak werd gedaan door mr. B. Voogd, kantonrechter, en is openbaar uitgesproken. Betrokkene heeft de mogelijkheid om binnen zes weken na de toezending van de uitspraak hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits de boete meer dan € 70,00 bedraagt.