Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Het verloop van de procedure
Overwegingen
De uitspraak
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 19 februari 2021 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan de betrokkene wegens een snelheidsovertreding. De betrokkene, vertegenwoordigd door N.G.A. Voorbach van Verkeersboete.nl, heeft beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie die het beroep ongegrond verklaarde. De zaak werd behandeld op de zitting van 5 februari 2021, waar zowel de vertegenwoordiger van de officier van justitie als de gemachtigde van de betrokkene aanwezig waren.
De betrokkene betwistte de bevoegdheid van de verbalisant die de boete had opgelegd, en voerde aan dat de verbalisant niet bevoegd was om de boete te geven. De kantonrechter overwoog dat de enkele betwisting van de bevoegdheid van de verbalisant niet voldoende was om aan die bevoegdheid te twijfelen. De kantonrechter verwees naar eerdere rechtspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, waarin werd gesteld dat de bevoegdheid van een verbalisant in beginsel vaststaat, tenzij er gerede twijfel over bestaat.
Na beoordeling van de ingediende stukken en de argumenten van de betrokkene, concludeerde de kantonrechter dat er onvoldoende gronden waren om aan de bevoegdheid van de verbalisant te twijfelen. De kantonrechter verklaarde het beroep ongegrond en liet de boete in stand, zonder proceskosten toe te kennen. De uitspraak werd openbaar gedaan door mr. B. Voogd, kantonrechter, en de griffier.