Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Het verloop van de procedure
Overwegingen
De uitspraak
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, uitspraak gedaan op 19 februari 2021 in een beroep tegen een administratieve sanctie (boete) die aan betrokkene was opgelegd. De boete was opgelegd wegens overschrijding van de maximumsnelheid op autosnelwegen met 36 km/h. Betrokkene, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde N.G.A. Voorbach van Verkeersboete.nl, heeft beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie die het beroep ongegrond verklaarde. De zaak werd behandeld op de zitting van 5 februari 2021, waar zowel de vertegenwoordiger van de officier van justitie als de gemachtigde van betrokkene aanwezig waren.
De kantonrechter overwoog dat de boete ten onrechte was opgelegd, omdat er geen staandehouding had plaatsgevonden. De gemachtigde van betrokkene voerde aan dat de verbalisant zich niet op een werkinstructie kon beroepen die niet consequent werd toegepast, vooral in het licht van de Covid-19 maatregelen. De kantonrechter stelde vast dat een staandehouding, zelfs in tijden van Covid-19, mogelijk is mits de juiste voorzorgsmaatregelen worden genomen. De officier van justitie had niet betwist dat een staandehouding op een verantwoorde wijze kan plaatsvinden.
Uiteindelijk oordeelde de kantonrechter dat de boete ten onrechte was opgelegd aan betrokkene als kentekenhouder, omdat er geen reële mogelijkheid was tot staandehouding. Het beroep werd gegrond verklaard, de beslissing van de officier van justitie en de beschikking tot boete werden vernietigd. Tevens werd de officier van justitie veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten van betrokkene tot een bedrag van € 1.068,00. De uitspraak werd gedaan door mr. B. Voogd, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken.