ECLI:NL:RBNHO:2021:9336

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
12 februari 2021
Publicatiedatum
22 oktober 2021
Zaaknummer
8677160 \ WM VERZ 20-764
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid beroep wegens niet tijdig indienen van gronden in verkeersboetezaak

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, op 12 februari 2021 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan de betrokkene wegens overschrijding van de maximum snelheid binnen de bebouwde kom met 6 km/h. De betrokkene heeft tegen de opgelegde boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft de betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter. Tijdens de zitting op 5 februari 2021 waren zowel de vertegenwoordiger van de officier van justitie als de gemachtigde van de betrokkene aanwezig.

De kantonrechter heeft overwogen dat de gemachtigde van de betrokkene niet tijdig de benodigde stukken heeft ingediend, ondanks een eerdere waarschuwing per brief van 16 november 2020. Deze brief, die aangetekend was verzonden, bevatte de instructie dat het niet tijdig verstrekken van de stukken zou leiden tot niet-ontvankelijkheid in het beroep. De gemachtigde heeft aangevoerd de brief niet te hebben ontvangen, maar de rechtbank heeft bewijs van verzending en ontvangst overgelegd.

Aangezien de gronden van het beroep niet tijdig zijn verstrekt, heeft de kantonrechter geoordeeld dat de betrokkene niet-ontvankelijk moet worden verklaard in het beroep. De uitspraak is gedaan door mr. B. Voogd, kantonrechter, en is openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak kan binnen 6 weken hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits de boete meer dan € 70,00 bedraagt.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknummer : 8677160 \ WM VERZ 20-764
CJIB-nummer : [nummer]
Uitspraakdatum : 12 februari 2021
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV)
in de zaak van
[betrokkene]
gemachtigde : N.G.A. Voorbach, Verkeersboete.nl te Zoetermeer.

Het verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 5 februari 2021. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Gemachtigde van betrokkene is ook verschenen. De kantonrechter heeft na de zitting uitspraak gedaan.
Overwegingen
De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: overschrijding maximum snelheid binnen bebouwde kom, met 6 km/h.
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft in het beroepschrift de gronden daarvoor aangevoerd.
Aan gemachtigde is bij brief van 16 november 2020 meegedeeld dat de kantonrechter het bezwaarschrift pas inhoudelijk kan behandelen nadat betrokkene de stukken (te weten: de aan te voeren gronden), zoals in voormelde brief genoemd, heeft verstrekt en dat het niet/niet tijdig verstrekken van die stukken ertoe zal leiden dat betrokkene niet-ontvankelijk wordt verklaard in het beroep.
Ter zitting heeft gemachtigde aangevoerd de brief d.d. 16 november 2020 van de rechtbank niet te hebben ontvangen en zodoende niet op de hoogte te zijn geweest van het verzuim in deze zaak. Het schrijven van 16 november 2020 is echter door de griffier per aangetekende post aan de gemachtigde van betrokkene verzonden. De verzendadministratie en het bewijs van ontvangst door gemachtigde is aan deze uitspraak gehecht.
Nu gemachtigde de gronden van het beroep niet tijdig heeft verstrekt, dient betrokkene niet-ontvankelijk te worden verklaard in het beroep.
Aan een inhoudelijke beoordeling van de zaak wordt daarom niet toegekomen.

De uitspraak

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. B. Voogd, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 70,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: