ECLI:NL:RBNHO:2021:9328

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
19 februari 2021
Publicatiedatum
22 oktober 2021
Zaaknummer
8617917 \ WM VERZ 20-664
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen administratieve sanctie wegens snelheidsovertreding en bevoegdheid verbalisant

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 19 februari 2021 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan de betrokkene wegens een snelheidsovertreding. De betrokkene, vertegenwoordigd door N.G.A. Voorbach van Verkeersboete.nl, heeft beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie die het beroep ongegrond verklaarde. De zitting vond plaats op 5 februari 2021, waar zowel de gemachtigde van de betrokkene als de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig waren.

De betrokkene betwistte de bevoegdheid van de verbalisant die de boete had opgelegd, en voerde aan dat de verbalisant niet bevoegd was om de boete op te leggen. Dit werd onderbouwd met een proces-verbaal van beëdiging van de verbalisant, waaruit zou blijken dat de verbalisant was beëdigd door iemand die daar niet bevoegd voor was. De kantonrechter oordeelde echter dat de betrokkene onvoldoende bewijs had geleverd om aan de bevoegdheid van de verbalisant te twijfelen. De kantonrechter verwees naar eerdere rechtspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, waarin werd gesteld dat de enkele betwisting van de bevoegdheid van de verbalisant niet voldoende is om aan diens bevoegdheid te twijfelen.

Uiteindelijk heeft de kantonrechter het beroep ongegrond verklaard en de boete in stand gelaten. Tevens werd het verzoek om proceskostenvergoeding afgewezen. De uitspraak werd gedaan door mr. B. Voogd, kantonrechter, en is openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits de boete meer dan € 70,00 bedraagt.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknummer : 8617917 \ WM VERZ 20-664
CJIB-nummer : [nummer]
Uitspraakdatum : 19 februari 2021
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV)
in de zaak van
[betrokkene]
gemachtigde : N.G.A. Voorbach, Verkeersboete.nl te Zoetermeer.

Het verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 5 februari 2021. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Gemachtigde van betrokkene is ook verschenen. De kantonrechter heeft na de zitting uitspraak gedaan.

Overwegingen

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: overschrijding maximum snelheid op (auto)wegen buiten bebouwde kom, met 6 km/h.
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft in het beroepschrift de gronden daarvoor aangevoerd.
Betrokkene heeft gesteld dat de verbalisant niet bevoegd is om de boete op te leggen. Ter onderbouwing daarvan heeft betrokkene erop gewezen dat in een door hem overgelegd proces-verbaal van beëdiging van verbalisant [naam] staat dat de verbalisant is beëdigd door [naam], terwijl volgens betrokkene niet is gebleken dat [naam] daartoe bevoegd was.
In een uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 23 december 2019 (gepubliceerd op www.rechtspraak.nl, onder nummer ECLI:NL:GHARL:2019:10797) is geoordeeld dat uitgangspunt is dat een verbalisant bevoegd is. De enkele betwisting van die bevoegdheid, dan wel het in meer algemene zin stellen van vragen daarover, is geen reden voor twijfel over die bevoegdheid. Dit is slechts anders indien hetgeen door (de gemachtigde van) betrokkene wordt aangevoerd gerede twijfel doet ontstaan omtrent de bevoegdheid van de verbalisant.
Naar het oordeel van de kantonrechter heeft betrokkene onvoldoende aangevoerd voor twijfel aan de bevoegdheid van de verbalisant. Het proces-verbaal van beëdiging dat door de gemachtigde is overgelegd bevat de naam van de ambtenaar die krachtens mandaat de besluiten heeft genomen en de ondertekening is zichtbaar. Dat de persoon die het proces-verbaal heeft ondertekend een ander is dan de functionaris waarbij de eed is afgelegd, vormt geen aanleiding te twijfelen aan de bevoegdheid van de ambtenaar. Het is vaste rechtspraak van het Hof Arnhem-Leeuwarden dat er bij een weggelakte ondertekening geen reden tot twijfel is (ECLI:NL:GHARL:2020:10616). Naar het oordeel van de kantonrechter dient een vergelijkbare conclusie te gelden bij een ondertekening als in het onderhavige geval. Ook het niet kiezen tussen de vermelding bevoegd ambtenaar van politie of hoofd van dienst geeft geen reden voor twijfel. Dat hiertussen een keuze moet worden gemaakt, blijkt niet expliciet uit het formulier.
De boete zal in stand worden gelaten. Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard.
Nu het beroep ongegrond wordt verklaard ziet de kantonrechter geen aanleiding om proceskosten toe te kennen.

De uitspraak

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep ongegrond;
‒ wijst het verzoek op vergoeding van de proceskosten af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. B. Voogd, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 70,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: