Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Beschikking van de kantonrechter
procedure
- het verzoekschrift met bijlagen, ter griffie ingekomen op 26 augustus 2021;
- een bereidverklaring van de voorgestelde bewindvoerder.
Rechtbank Noord-Holland
Op 21 oktober 2021 heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoeker verzocht om de instelling van een bewind over zijn goederen in verband met problematische schulden. Het verzoek is ingediend op 26 augustus 2021 en op 5 oktober 2021 heeft een hybride behandeling plaatsgevonden. Verzoeker was telefonisch gehoord, maar had zich ziek gemeld en was niet ter zitting verschenen. De voorgestelde bewindvoerder was wel aanwezig en had geen bericht van verzoeker ontvangen.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat verzoeker eerder drie keer onder bewind is gesteld, maar dat deze bewinden steeds op verzoek van de bewindvoerder zijn opgeheven. De eerste instelling van bewind vond plaats op 4 september 2014, maar de bewindvoerder heeft in haar ontslagverzoek aangegeven dat zij door verzoeker werd bedreigd en uitgescholden. Ook de tweede bewindvoerder heeft ontslag gevraagd vanwege dreigende uitlatingen van verzoeker. In de laatste beschikking van 3 mei 2021 is het bewind opgeheven, maar verzoeker heeft opnieuw verzocht om het bewind op te heffen.
De kantonrechter oordeelt dat er nooit een reden is om respectloos en bedreigend te zijn, en dat het terugkerende onbehoorlijke gedrag van verzoeker aanleiding geeft om het verzoek tot instelling van bewind af te wijzen. Ondanks de problematische schulden van verzoeker, kan er geen bewind worden uitgesproken zolang de hulpverleners en hun familieleden worden bedreigd. De kantonrechter bepaalt dat gedurende de periode waarin verzoeker in beroep kan gaan tegen deze uitspraak, er geen nieuwe verzoeken tot instelling van bewind door verzoeker in behandeling genomen zullen worden. De beschikking is gegeven door mr. M.T. Goossens en in het openbaar uitgesproken op de genoemde datum.