ECLI:NL:RBNHO:2021:9298

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
21 oktober 2021
Publicatiedatum
21 oktober 2021
Zaaknummer
9423102 \ BM VERZ 21-1904 NH
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot instelling van bewind wegens bedreigend gedrag van verzoeker

Op 21 oktober 2021 heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoeker verzocht om de instelling van een bewind over zijn goederen in verband met problematische schulden. Het verzoek is ingediend op 26 augustus 2021 en op 5 oktober 2021 heeft een hybride behandeling plaatsgevonden. Verzoeker was telefonisch gehoord, maar had zich ziek gemeld en was niet ter zitting verschenen. De voorgestelde bewindvoerder was wel aanwezig en had geen bericht van verzoeker ontvangen.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat verzoeker eerder drie keer onder bewind is gesteld, maar dat deze bewinden steeds op verzoek van de bewindvoerder zijn opgeheven. De eerste instelling van bewind vond plaats op 4 september 2014, maar de bewindvoerder heeft in haar ontslagverzoek aangegeven dat zij door verzoeker werd bedreigd en uitgescholden. Ook de tweede bewindvoerder heeft ontslag gevraagd vanwege dreigende uitlatingen van verzoeker. In de laatste beschikking van 3 mei 2021 is het bewind opgeheven, maar verzoeker heeft opnieuw verzocht om het bewind op te heffen.

De kantonrechter oordeelt dat er nooit een reden is om respectloos en bedreigend te zijn, en dat het terugkerende onbehoorlijke gedrag van verzoeker aanleiding geeft om het verzoek tot instelling van bewind af te wijzen. Ondanks de problematische schulden van verzoeker, kan er geen bewind worden uitgesproken zolang de hulpverleners en hun familieleden worden bedreigd. De kantonrechter bepaalt dat gedurende de periode waarin verzoeker in beroep kan gaan tegen deze uitspraak, er geen nieuwe verzoeken tot instelling van bewind door verzoeker in behandeling genomen zullen worden. De beschikking is gegeven door mr. M.T. Goossens en in het openbaar uitgesproken op de genoemde datum.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknummer: 9423102 \ BM VERZ 21-1904 NH
Uitspraakdatum: 21 oktober 2021

Beschikking van de kantonrechter

op verzoek van:
[verzoeker] ,
geboren te [geboorteplaats] , [land] , op [geboortedatum] ,
van wie het adres bekend is bij deze rechtbank,
hierna ook te noemen: verzoeker.

procedure

De kantonrechter heeft kennisgenomen van:
  • het verzoekschrift met bijlagen, ter griffie ingekomen op 26 augustus 2021;
  • een bereidverklaring van de voorgestelde bewindvoerder.
Op 5 oktober 2021 heeft een hybride behandeling van het verzoek plaatsgevonden.
Verzoeker is telefonisch gehoord, zij had zich op de dag van de zitting ziek gemeld en zou de voorgestelde bewindvoerder tijdig op de hoogte stellen van het feit dat zij niet ter zitting zou verschijnen. De voorgestelde bewindvoerder was ter zitting aanwezig. Hij had geen bericht van verzoeker ontvangen.

beoordeling

Het verzoek strekt tot instelling van een bewind over de goederen die aan verzoeker (zullen) toebehoren, in verband met problematische schulden.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat verzoeker drie maal eerder onder bewind is gesteld.
De bewinden zijn steeds op verzoek van de bewindvoerder opgeheven.
Verzoeker is voor het eerst onder bewind gesteld bij beschikking van 4 september 2014 wegens problematische schulden bij Burger Budget Bewust. Bij beschikking van 16 oktober 2015 is de bewindvoerder op haar verzoek ontslagen. De bewindvoerder heeft in haar ontslagverzoek aangegeven dat zij werd uitgescholden, uitgemaakt voor van alles en dat zij en haar gezin door verzoeker werden bedreigd. Verder leverde verzoeker niet de stukken aan die nodig waren om haar bewind goed uit te voeren.
Verzoeker heeft vervolgens Van der Most Bewindvoering bereid gevonden het bewind over te nemen. Ook Van der Most Bewindvoering heeft ontslag gevraagd. In haar beschikking van 19 januari 2019 heeft de kantonrechter overwogen dat het bewind dat werd uitgevoerd door Van der Most Bewindvoering met onmiddellijke ingang moest worden opgeheven omdat er vanwege dreigende uitlatingen van de zijde van betrokkene (thans verzoeker) geen goede samenwerking meer mogelijk is tussen haar en betrokkene.
In haar verzoek tot ontslag heeft de bewindvoerder aangegeven dat verzoeker de meest grove woorden gebruikt en haar de meest verschrikkelijke ziekte toewenst. Ook haar moeder en kinderen werden het ergste toegewenst, en zij zou hebben gezegd dat zij de moeder van de bewindvoerder levend zou begraven en de gore kop van haar bewindvoerder zou verbouwen.
Op 9 december 2020 is verzoeker wederom onder bewind gesteld in verband met problematische schulden. Mw. Stuijvenberg van Bewindvoering aan Zee is aangesteld als bewindvoerder. Verzoeker heeft op 11 maart 2021 verzocht het bewind op te heffen zodat zij haar schulden met de gemeente zou kunnen regelen. Mw. Stuijvenberg heeft op 28 april 2021 verzocht met spoed het bewind op te hebben omdat verzoeker telkens weer de bewindvoerder bedreigt en haar uitscheldt met kanker en tevens het kind van de bewindvoerder erbij betrekt. Het verzoek tot opheffing van het bewind door mw. Stuijvenberg is onderbouwd met talloze e-mails en whatsapp berichten waaruit de beledigingen en bedreigingen blijken. Bij beschikking van 3 mei 2021 is het bewind opgeheven.
Verzoeker heeft ter zitting aangegeven gegronde redenen te hebben gehad haar bewindvoerders op deze wijze aan te spreken.
De kantonrechter is van oordeel dat er nooit en te nimmer een reden is om respectloos en bedreigend te zijn. De kantonrechter ziet in het terugkerende onbehoorlijke en dreigende gedrag van verzoeker aanleiding om, ondanks het feit dat er sprake is van problematische schulden, geen bewind uit te spreken. Verzoeker heeft ongetwijfeld hulp nodig op veel verschillende gebieden. Het kan echter niet zo zijn dat haar hulpverleners en hun familieleden beschadigd raken door het gedrag en de uitlatingen van betrokkene, waarbij verzoeker steeds hulpverlening zoekt, maar deze vervolgens ook afstoot.
De kantonrechter bepaalt dat gedurende de periode waarin betrokkene in beroep kan tegen deze uitspraak geen nieuwe verzoeken tot instelling van bewind door verzoeker in behandeling genomen zullen worden.

beslissing

De kantonrechter wijst het verzoek af.
Deze beschikking is gegeven door mr. M.T. Goossens, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter