Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[gedaagde 1] ,
1.De procedure
- de dagvaarding van 14 september 2020,
- de akte houdende producties van Alumixx c.s. met producties 1 tot en met 14,
- de conclusie van antwoord tevens eis in (voorwaardelijke) reconventie met producties 1 tot en met 5,
- de akte houdende nadere producties, eisvermeerdering tevens conclusie van antwoord in (voorwaardelijke) reconventie met producties 15 tot en met 21,
- de e-mail aan de kant van [gedaagden] van 27 augustus 2021 met producties 6 tot en met 9,
- de e-mail aan de kant van Alumixx c.s. van 7 september 2021 met producties 22 tot en met 25,
- de faxbrief van mr. Ekering van 7 september 2021.
2.Feiten
4.De beoordeling
Artikel 22 Concurrentiebeding
envoor hetzelfde feit schadevergoeding te vorderen. Dat maakt het boetebeding op grond van artikel 7:651 lid 2 WB nietig. De rechtbank verwerpt de stelling van Alumixx c.s. dat van nietigheid geen sprake kan zijn omdat artikel 22 is aan te merken als een concurrentiebeding. Artikel 22 is namelijk geen concurrentiebeding. Een concurrentiebeding heeft immers betrekking op activiteiten van de werknemer nadat de arbeidsovereenkomst is geëindigd. Artikel 22 ziet echter op nevenwerkzaamheden van [gedaagde 1] tijdens zijn dienstverband bij Connecting en is daarmee een nevenwerkzaamhedenbeding.
Geheimhouding-, concurrentie- en boetebeding
2.785,00(2,5 punten × tarief € 1.114,-)