Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
2.Voorvragen
3.Beoordeling van het bewijs
bekennende verklaringvan de verdachte, ter terechtzitting afgelegd op 19 januari 2021;
proces-verbaalvan onderzoek verdovende middelen (pagina 35 e.v.);
schriftelijk bescheid(los opgenomen, laboratoriumnummer 11782 X 20), inhoudende een verslag van een deskundige als bedoeld in artikel 344, eerste lid, aanhef, onder 4°, Sv. Dit geschrift houdt in het rapport van het Douane Laboratorium, opgemaakt op 21 oktober 2020.
4.Kwalificatie en strafbaarheid van het feit
5.Strafbaarheid van de verdachte
6.Motivering van de sanctie
Hij acht de berekeningsmethode van de Koninklijke Marechaussee, die er van uitgaat dat 80% van het brutogewicht het nettogewicht is, niet juist. Daarnaast mocht verdachte er op vertrouwen dat het 1500 gram was, omdat dit met hem was afgesproken.
Hij stelt zich op het standpunt dat de berekeningsmethode van de Koninklijke Marechaussee, die bij de vaststelling van het nettogewicht van pastavormige cocaïne uitgaat van een percentage van 80% van de bruto pasta, onnauwkeurig en niet juist is.
De rechtbank ziet geen aanleiding te twijfelen aan de veelgebruikte berekeningsmethode van de Koninklijke Marechaussee die zeker niet geacht kan worden in het nadeel van de verdachte te zijn en zij gaat dan ook uit van een nettogewicht van 1891,8 gram.
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Beslissing
20 (twintig) maanden;
6 (zes) maanden nietten uitvoer zal worden gelegd en stelt daarbij een proeftijd vast van twee jaren;
- zich meldt bij GGZ Reclassering op het adres Laurentiusplein 10, 6043 CS Roermond.
- zich laat behandelen door het Forensisch Fact van FFP De Horst, of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering, zolang de reclassering dat nodig vindt.
Bij overmatig middelengebruik of ernstige zorgen over het psychiatrische toestandsbeeld ontstaat een grote kans op risicovolle situaties. De reclassering kan dan een indicatiestelling aanvragen voor een kortdurende klinische opname voor detoxificatie, stabilisatie, observatie of diagnostiek van maximaal zeven weken.
Als de voor indicatie verantwoordelijke instantie een kortdurende klinische opname indiceert, laat de veroordeelde zich opnemen in een zorginstelling, te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing;