Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
2.Voorvragen
3.InleidingDe verdachte wordt – kort gezegd – verweten dat hij op 18 maart 2021 voorbereidings- en/of bevorderingshandelingen heeft verricht tot het plegen van een terroristisch misdrijf, meer in het bijzonder door met een zogenoemde vuurwerkbom een explosie en brand te veroorzaken in een Corona-vaccinatielocatie in Den Helder.
iets” stond te gebeuren bij het oude gemeentehuis in Den Helder, op dat moment in gebruik als test- en vaccinatielocatie van de GGD. Op het telefoonnummer van de ontvanger van dit geluidsfragment, [naam], werd een spoedtap geplaatst. Om 20.07 uur werd [naam] gebeld door de verdachte met de mededeling dat “hij er zo aankomt”. Van het gesprek met de verdachte dat tussen 20.30 uur en 21.36 uur bij [naam] thuis plaatsvond heeft [naam] heimelijk geluidsopnamen gemaakt. Tijdens dat gesprek verklaarde de verdachte onder meer dat hij concrete plannen heeft om de vaccinatielocatie in brand te steken. Hij wil hiervoor gebruik maken van een Cobra 6, gemixt met olie en benzine die hij op een baksteen wil tapen en door de ruit wil gooien, zodat het goed rookt en de vaccinatielocatie in ieder geval een week is uitgeschakeld. Hij zegt hiervoor nog drie soorten poeder, visco lont en een pijp te moeten regelen. Hij wil dit gaan doen met één iemand anders en misschien nog iemand, met iets om weg te komen.
4.Standpunten van partijen
verzoeken om zwaar vuurwerk, portofoons en een lont) in combinatie met de inhoud van de gesprekken met getuige [naam] (
met name: “wij pakken een vaccinatiestraat…we zijn bezig met concrete plannen…het gaat iets worden met een cobra 6 erop getaped, baksteen er door heen, dat ding aansteken, ding naar binnen. Gemixt met olie en benzine dat het lekker goed fikt, goed rookt. Dan is de vaccinatie locatie ook gewoon een week uitgeschakeld”), een terroristisch oogmerk voorstond, in die zin dat hij een aanslag op een vaccinatielocatie aan het voorbereiden was. Volgens de officier van justitie heeft het onderzoek voldoende bewijs opgeleverd voor strafbare voorbereidingshandelingen in de zin van artikel 96, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht (Sr) jo artikelen 83, 157 en 176b Sr. in de zin van het plegen van brandstichting dan wel het teweegbrengen van een ontploffing, begaan met een terroristisch oogmerk.
5.Beoordeling van de rechtbank
olie of benzine) bij een vaccinatielocatie naar binnen te gooien. De vraag is welk gevolg de verdachte daarmee beoogde. Uit de verklaringen van de verdachte, afgelegd bij de politie en ter terechtzitting, kan dit niet worden afgeleid. Uit de gesprekken die de verdachte met [naam] heeft gevoerd, kan enkel worden afgeleid dat hij beoogde dat de vaccinatielocatie dan een week zou zijn uitgeschakeld. De rechtbank zal daarom beoordelen of mede uit objectieve omstandigheden kan worden afgeleid welke gevolgen de verdachte met het plan dat hij had bedacht beoogde.
6.Beslissingen omtrent in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerpen
7.Beslissing
- 5 STK Sticker (Omschrijving: Goednummer: 1244837),
- 1 STK Telefoontoestel (Omschrijving: Goednummer: 1244794, Huawei).