ECLI:NL:RBNHO:2021:8973
Rechtbank Noord-Holland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in bestuursrechtelijke zaak betreffende last onder dwangsom
Op 19 oktober 2021 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in de zaak tussen verzoekers en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Purmerend. Verzoekers hadden bezwaar gemaakt tegen twee primaire besluiten van verweerder, waarin hen lasten onder dwangsom waren opgelegd vanwege het zonder omgevingsvergunning bouwen van erfafscheidingen, een stallingsruimte en een steiger op hun perceel. In de beslissing op bezwaar van 22 juli 2021 heeft verweerder besloten de primaire besluiten te handhaven, waardoor de lasten onder dwangsom in stand zijn gebleven.
Verzoekers hebben tegen het bestreden besluit beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat op grond van artikel 8:83 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) een voorlopige voorziening alleen kan worden getroffen als er sprake is van onverwijlde spoed. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat er in dit geval geen sprake is van spoedeisend belang, omdat verweerder de begunstigingstermijn heeft verlengd tot zes weken na de verzenddatum van de uitspraak in de beroepsprocedure. Hierdoor is er geen noodzaak om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen en aangegeven dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. Deze uitspraak is gedaan door mr. E. Jochem, in aanwezigheid van M. van der Elst, griffier, en is uitgesproken in het openbaar. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.