Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
- het verstekvonnis dd. 20 augustus 2021
- de verzetdagvaarding van 3 september 2021met producties
- de e-mail van 5 oktober 2021 met producties van de zijde van [eiser]
- de mondelinge behandeling
- de pleitnota van [eiser]
- de pleitnota van [gedaagde].
2.De feiten
€ 300,-. Het restant van de koopsom zou zij betalen als zij de trouwjurk enige maanden later zou ophalen.
3.De standpunten
4.De beoordeling
De verkoop word je echt door de strot geduwd!’Dit bezwaar is terecht. Uit de brief die ARAG namens [gedaagde] op 29 juli 2020 aan [eiser] heeft geschreven blijkt dat [gedaagde] in eerste instantie zeer blij was met de aankoop van de jurk. Daaruit blijkt in het geheel niet dat zij zich gedwongen voelde om de koop aan te gaan. Deze mededeling vindt dan ook geen steun in het aanwezige feitenmateriaal en is om die reden onrechtmatig ten opzichte van [eiser]. [gedaagde] had zich dan ook van deze overdrijving van de kwestie moeten onthouden. De aard van deze overdrijving is echter niet zodanig dat deze een vergaand verbod zoals gevorderd rechtvaardigt.
€ 1.016,00