Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Bal Media vordert nu betaling van het restant van de openstaande factuur voor editie 67, het bedrag dat zij voor editie 68 heeft gefactureerd, en een schadevergoeding omdat HRLM de (volgens haar) tussen hen geldende duurovereenkomst heeft opgezegd zonder de contractuele opzegtermijn in acht te nemen. Volgens HRLM is zij Bal Media geen geld (meer) verschuldigd voor editie 67 en 68. Ook betoogt HRLM dat zij geen schadevergoeding hoeft te betalen, omdat geen sprake is van een duurovereenkomst en een opzegtermijn.
De rechtbank komt tot de conclusie dat tussen partijen sprake is van een duurovereenkomst en wijst een deel van de vordering van Bal Media toe.
1.De procedure
- het tussenvonnis van 4 mei 2021
- het B8-formulier met productie 32 van de zijde van Bal Media
- het B8-formulier met productie 33 van de zijde van Bal Media
- de mondelinge behandeling op 1 september 2021, waarvan de griffier aantekeningen heeft bijgehouden
- de pleitnotities van mr. Jonker namens Bal Media
- de notities van mr. Godthelp namens HRLM.
2.De feiten
Levervw Ned 2011.pdfals bijlage meegestuurd.
Levervw_Ned 2011.pdfals bijlage meegestuurd.
“Bij deze akkoord”.Bal Media heeft [betrokkene] in reactie daarop dezelfde dag gevraagd: “
zou je zo vriendelijk willen zijn om op de betreffende zaken een krabbel te zetten/ Dan is onze kredietverzekeraar ook weer blij”. [betrokkene] heeft Bal Media daarop op 2 november 2017 geantwoord:
“ Een ‘email’ akkoord is ook rechtsgeldig.
Bal Media heeft HRLM daarop diezelfde dag bericht dat zij zou willen adviseren om niet elders te gaan drukken. Zij wijst er daarbij op dat op de samenwerking die partijen zijn aangegaan de Leveringsvoorwaarden KVGO van toepassing zijn en dat bij annulering de geplande kosten en het geleverde papier in rekening zullen worden gebracht.
Bal Media heeft op 30 april 2020 vanwege de annulering van editie 68 bij factuur 20200289 een bedrag van € 3.950,01 bij HRLM in rekening gebracht.
3.Het geschil
4.De beoordeling
stadsglossy en het HaaRLeMtje voor HRLM gedrukt. Niet in geschil is dat die werkzaamheden zijn verricht op grond van (een) tussen hen gesloten overeenkomst(en). Wel in geschil is wat voor overeenkomst(en) het betreft. Volgens Bal Media hebben partijen een duurovereenkomst gesloten. Zij verwijst daarbij naar de gewisselde
Met de inhoud van overgelegde orderbevestigingen zelf, de inhoud van de genoemde
e-mailberichten van onder meer 1 en 2 november 2017, de inleverschema’s voor de verschillende jaren ten aanzien van beide tijdschriften en de prijsstaffels voor de verschillende jaren heeft Bal Media voldoende onderbouwd gesteld dat beide partijen op 2 november 2017 de intentie hadden om een voortdurende overeenkomst te sluiten ten aanzien van beide tijdschriften. Zo is voor een bepaalde periode vastgelegd welke periodieke uitgaven Bal Media voor HRLM zou verzorgen. Dat dat niet het geval is en sprake is van losse overeenkomsten per editie, heeft HRLM verder niet geconcretiseerd. Dat enkele van de e-mailberichten een specifieke uitgave van de Haarlemse stadsglossy of het HaaRLeMtje als onderwerp hebben, is daarvoor namelijk niet voldoende. HRLM heeft daarmee onvoldoende betwist dat van een duurovereenkomst sprake is, waardoor de rechtbank uitgaat van een duurovereenkomst tussen partijen.