Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
- het vorderingsformulier (formulier A), ingekomen ter griffie op 9 november 2020;
- het antwoordformulier (formulier C), ingekomen ter griffie op 16 december 2020.
2.De feiten
3.Het verzoek en het verweer
- primair € 90,75 en subsidiair € 48,80 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 18 januari 2019 tot de datum van betaling van de kosten;
- de proceskosten, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 18 januari 2019 tot de datum van betaling van de kosten;
- de nakosten.
4.De beoordeling
,zodat de vervoerder op grond van de Verordening in beginsel gehouden is de compensatie als bedoeld in de Verordening te voldoen. Dit is anders indien de vervoerder kan aantonen dat de vertraging het gevolg is van buitengewone omstandigheden als bedoeld in artikel 5 lid 3 van de Verordening.