Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Het verloop van de procedure
Overwegingen
De uitspraak
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, op 15 januari 2021 uitspraak gedaan in een beroep tegen een beslissing van de officier van justitie. Betrokkene had een administratieve sanctie, in de vorm van een boete, opgelegd gekregen en daartegen beroep ingesteld. De officier van justitie verklaarde het beroep echter niet-ontvankelijk, waarop betrokkene in beroep ging bij de kantonrechter. Tijdens de zitting op 15 januari 2021 was de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig, maar betrokkene zelf was niet verschenen.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat betrokkene te laat was met het indienen van het beroep bij de officier van justitie. Volgens artikel 6:7 van de Algemene wet bestuursrecht is de termijn voor het indienen van een beroepschrift zes weken. Betrokkene had zijn beroep op 7 januari 2020 ingesteld, terwijl dit uiterlijk op 13 november 2019 ontvangen had moeten zijn. De kantonrechter oordeelde dat de enkele stelling van betrokkene dat hij binnen de wettelijke termijn beroep had ingesteld, onvoldoende was. Betrokkene heeft geen concrete feiten of bewijsstukken overgelegd ter ondersteuning van zijn stelling.
Gelet op de niet-ontvankelijkheid van het beroep bij de officier van justitie, kon de kantonrechter niet inhoudelijk op de zaak ingaan. De kantonrechter heeft het beroep ongegrond verklaard, wat betekent dat de beslissing van de officier van justitie in stand blijft. De uitspraak is gedaan door mr. B. Voogd, kantonrechter, en is in het openbaar uitgesproken. Betrokkene heeft de mogelijkheid om binnen zes weken na de toezending van de uitspraak hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits de boete meer dan € 70,00 bedraagt.