Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Het verloop van de procedure
Overwegingen
De uitspraak
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 15 januari 2021 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan betrokkene wegens het niet afsluiten van de vereiste verzekering voor een motorrijtuig. De betrokkene had tegen de beslissing van de officier van justitie beroep ingesteld, nadat deze het beroep ongegrond had verklaard. Tijdens de zitting was zowel de vertegenwoordiger van de officier van justitie als de betrokkene, vergezeld door zijn gemachtigde, aanwezig.
De kantonrechter overwoog dat de gedraging vaststond, aangezien het voertuig op de betreffende datum niet verzekerd was. Dit rechtvaardigde de oplegging van een sanctie. Echter, de betrokkene had voldoende bewijs geleverd dat hij zich had ingespannen om de verzekering te regelen en dat hij direct actie had ondernomen na de oplegging van de sanctie. Hij had op 6 mei 2020 een vrijwaringsbewijs van de RDW verkregen en het was aannemelijk dat het voertuig niet op de weg was geweest.
Gelet op deze omstandigheden besloot de kantonrechter de sanctie te matigen tot nihil. Het beroep werd gedeeltelijk gegrond verklaard en de beslissing van de officier van justitie werd gewijzigd. De kantonrechter bepaalde tevens dat het bedrag dat betrokkene als zekerheidstelling had betaald, aan hem moest worden terugbetaald. De uitspraak werd gedaan door mr. B. Voogd, kantonrechter, en is openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits de boete meer dan € 70,00 bedraagt.