ECLI:NL:RBNHO:2021:8635

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
15 januari 2021
Publicatiedatum
5 oktober 2021
Zaaknummer
8723680 \ WM VERZ 20-825
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen administratieve sanctie wegens snelheidsovertreding binnen bebouwde kom

In deze zaak gaat het om een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan betrokkene wegens een snelheidsovertreding binnen de bebouwde kom. De snelheid van het voertuig van betrokkene is gecontroleerd met een radarsnelheidsmeter, waarbij een snelheid van 78 kilometer per uur is vastgesteld. Betrokkene heeft tegen de opgelegde boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter. De kantonrechter heeft het beroep van betrokkene op 4 februari 2019 niet-ontvankelijk verklaard wegens het niet stellen van zekerheid. Betrokkene ging in hoger beroep, waarna het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 24 augustus 2020 de beslissing van de kantonrechter vernietigde en het dossier terugverwees naar de kantonrechter.

Op 3 september 2020 heeft de kantonrechter de zekerheidstelling op nihil gesteld, waarna de zaak op 15 januari 2021 is behandeld. De vertegenwoordiger van de officier van justitie was aanwezig, maar betrokkene was niet verschenen. De kantonrechter heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat de snelheid is gecontroleerd met een goedgekeurde radarsnelheidsmeter. De gemeten snelheid is gecorrigeerd volgens de landelijk vastgestelde normen. De kantonrechter oordeelt dat de gedraging vaststaat en dat de boete terecht is opgelegd. Het beroep van betrokkene wordt ongegrond verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknummer : 8723680 \ WM VERZ 20-825
CJIB-nummer : [nummer]
Uitspraakdatum : 15 januari 2021
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV)
in de zaak van
[betrokkene]

Het verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
Vervolgens is het beroep van betrokkene op 4 februari 2019 door de kantonrechter niet-ontvankelijk verklaard wegens de niet gestelde zekerheid.
Betrokkene is in hoger beroep gegaan, waarna het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 24 augustus 2020 de beslissing van de kantonrechter heeft vernietigd omdat inmiddels ambtshalve bekend is dat de tweede zekerheidsbrief niet is verzonden door de officier van justitie. Het dossier is door het Gerechtshof terugverwezen naar de kantonrechter en op 8 augustus 2020 ter griffie ontvangen.
Op 3 september 2020 is de zekerheidstelling door de kantonrechter op nihil gesteld vanwege het onderbouwde draagkrachtverweer van betrokkene. De zaak is vervolgens behandeld op de zitting van 15 januari 2021. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Betrokkene is, met schriftelijk afbericht, niet verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Overwegingen

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: overschrijding maximum snelheid binnen de bebouwde kom met 5 km per uur.
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft in het beroepschrift de gronden daarvoor aangevoerd.
Betrokkene voert aan dat de verweten gedraging onvoldoende is bewezen.
Uit de overgelegde stukken volgt dat de snelheid is gecontroleerd met een voor de meting geteste en op de voorgeschreven wijze gebruikte radarsnelheidsmeter met daaraan gekoppelde fotoapparatuur. De daarmee geconstateerde snelheid bedroeg 78 kilometer per uur. Deze waarde is naar beneden gecorrigeerd, conform de landelijk vastgestelde correctiewaarde in verband met de maximaal toegelaten fouten in de meetapparatuur zoals bedoeld in de Regeling meetmiddelen politie.
Het dossier bevat ook een foto van de gedraging. Op de foto is het voertuig van betrokkene te zien met [kenteken] In de databalk onder de foto staat de gemeten snelheid van 78 km/h. Als tijdstip waarop de foto is genomen staat 01:54:58 aangegeven. Er is geen reden om aan de juistheid van de gegevens in het zaakoverzicht of de flitsfoto te twijfelen. Naar het oordeel van de kantonrechter staat de gedraging vast en is de boete terecht opgelegd.
Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard.

De uitspraak

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. B. Voogd, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 70,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: