ECLI:NL:RBNHO:2021:8632

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
15 januari 2021
Publicatiedatum
5 oktober 2021
Zaaknummer
8712318 \ WM VERZ 20-819
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen opgelegde boete voor parkeren in berm langs voorrangsweg

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, op 15 januari 2021 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan betrokkene. De boete was opgelegd wegens het parkeren buiten de bebouwde kom op de rijbaan van een voorrangsweg. Betrokkene heeft tegen deze beslissing beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.

Tijdens de zitting op 15 januari 2021, waar zowel de vertegenwoordiger van de officier van justitie als betrokkene met zijn vriendin aanwezig waren, heeft de kantonrechter de zaak behandeld. De kern van de zaak was de vraag of betrokkene daadwerkelijk de gedraging had verricht waarvoor de boete was opgelegd. Betrokkene ontkende dat hij op de rijbaan had geparkeerd en stelde dat hij in de berm had geparkeerd, wat volgens hem geen overtreding zou zijn.

De kantonrechter heeft aan de hand van een foto van de gedraging vastgesteld dat het voertuig van betrokkene volledig geparkeerd stond in een met gras bedekte strook die zich langs de rijbaan bevond. De rechter concludeerde dat deze strook als een berm kan worden aangemerkt en dat betrokkene niet in de bocht had geparkeerd, maar na de bocht. Gezien deze feiten oordeelde de kantonrechter dat niet was komen vast te staan dat de gedraging was verricht, waardoor de boete ten onrechte was opgelegd. Het beroep van betrokkene werd gegrond verklaard en de beslissing van de officier van justitie werd vernietigd.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknummer : 8712318 \ WM VERZ 20-819
CJIB-nummer : [nummer]
Uitspraakdatum : 15 januari 2021
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV)
in de zaak van
[betrokkene]

Het verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 15 januari 2021. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Betrokkene is ook verschenen, tezamen met zijn vriendin, mevrouw Auee. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Overwegingen

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: parkeren buiten de bebouwde kom op rijbaan voorrangsweg.
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft in het beroepschrift de gronden daarvoor aangevoerd. Betrokkene ontkent dat de gedraging naar aanleiding waarvan de boete is opgelegd, is verricht.
De officier van justitie heeft een aanvullend proces-verbaal laten opmaken door de verbalisant. In dit aanvullend proces-verbaal is het volgende vermeld: “
…De Herenweg te Egmond aan den Hoef betreft een N-weg met meerdere onoverzichtelijke bochten. De plaats van de overtreding van betrokkene betreft een van die onoverzichtelijke bochten. Betrokkene heeft dus wel degelijk voor gevaar of hinder gezorgd door zijn voertuig daar te parkeren…Betrokkene heeft zich schuldig gemaakt het parkeren buiten de bebouwde kom op de rijbaan van een voorrangsweg…”.
Betrokkene stelt in zijn beroepschrift niet op de rijbaan te hebben geparkeerd, maar in de berm. Tevens stelt betrokkene dat hij niet stond geparkeerd in een van de onoverzichtelijke bochten en daarom dus niet heeft gezorgd voor hinder of gevaar.
De kantonrechter stelt aan de hand van de foto van de gedraging vast dat in casu sprake is van een met gras bedekte strook die zich bevindt langs de rijbaan. De groenvoorziening doet zich voor als een berm, grenzend aan respectievelijk de rijbaan en door een hek afgescheiden landbouwgrond. Onder deze omstandigheden is de kantonrechter van oordeel dat ter plaatse sprake is van een berm. Uit de foto van de gedraging blijkt dat het voertuig van betrokkene volledig geparkeerd staat in de berm. Tevens blijkt uit de foto dat betrokkene niet in de bocht staat geparkeerd, maar na de bocht.
De kantonrechter is op grond van voormelde feiten van oordeel dat niet is komen vast te staan dat de gedraging is verricht. Nu de gedraging niet vaststaat, is de boete ten onrechte opgelegd. Het beroep is daarom gegrond. De beschikking waarbij de boete is opgelegd en de beslissing van officier van justitie zullen worden vernietigd.

De uitspraak

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep gegrond;
‒ vernietigt de beslissing van de officier van justitie en de beschikking waarbij de
boete is opgelegd;
‒ bepaalt dat de officier van justitie het bedrag dat betrokkene als zekerheidstelling heeft betaald, aan betrokkene terugbetaalt.
Deze uitspraak is gedaan door mr. B. Voogd, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 70,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: