ECLI:NL:RBNHO:2021:8631

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
15 januari 2021
Publicatiedatum
5 oktober 2021
Zaaknummer
8712294 \ WM VERZ 20-817
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen administratieve sanctie voor parkeren op een groenstrook

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 15 januari 2021 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie, opgelegd aan betrokkene voor het parkeren van een voertuig op een groenstrook zonder ontheffing. Betrokkene heeft tegen de opgelegde boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter. Tijdens de zitting was zowel de vertegenwoordiger van de officier van justitie als betrokkene aanwezig. De kantonrechter heeft de zaak behandeld en de relevante feiten en omstandigheden in overweging genomen.

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, betreft het zonder vergunning parkeren van een voertuig in een park of op een groenstrook. Betrokkene betwist de gedraging niet, maar voert aan dat de omstandigheden waaronder zij haar voertuig heeft geparkeerd, rechtvaardigen dat zij dit deed. Betrokkene stelt dat de locatie waar zij haar voertuig heeft geparkeerd de enige plek was waar zij haar hond veilig kon uitlaten, met straatverlichting en zicht op de doorgaande weg. Daarnaast wijst zij op de onveiligheid van de alternatieve parkeermogelijkheden, die niet verlicht zijn.

De kantonrechter oordeelt dat de door betrokkene aangevoerde omstandigheden niet afdoen aan het verboden karakter van de gedraging. Er was geen sprake van overmacht en de kantonrechter ziet geen reden om de boete te matigen. Het beroep van betrokkene wordt ongegrond verklaard, en de kantonrechter bevestigt de opgelegde boete. De uitspraak is gedaan door mr. B. Voogd, kantonrechter, en is openbaar uitgesproken. Betrokkene heeft de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits de boete meer dan € 70,00 bedraagt.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknummer : 8712294 \ WM VERZ 20-817
CJIB-nummer : [nummer]
Uitspraakdatum : 15 januari 2021
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV)
in de zaak van
[betrokkene]
(hierna te noemen: betrokkene).

Het verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 15 januari 2021. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Betrokkene is ook verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Overwegingen

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: zonder ontheffing/vergunning een voertuig laten staan in een park, plantsoen openbare beplanting of groenstroken.
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft in het beroepschrift de gronden daarvoor aangevoerd.
De officier van justitie heeft een aanvullend proces-verbaal laten opmaken door de verbalisant. In dit aanvullend proces-verbaal is het volgende vermeld:
“…Ik zag daar namelijk het voertuig van betrokkene staan en zag dat het voertuig op een groenstrook stond naast het fietspad langs de Dijk van Kyoto. Ik zag dat deze locatie alleen bereikbaar was door of over een afstand over het fietspad en voetpad te rijden of door enkele meters over het fietspad, voetpad en een voetgangersoversteekplaats te rijden….op ongeveer 100 meter afstand is er wel een vrij toegankelijke parkeerplaats die tevens gratis is en waar enkele honderden plekken zijn. Ook hebben veel andere ingangen van het park een ruime parkeergelegenheid…”.
De kantonrechter is van oordeel dat uit de stukken die zich in het dossier bevinden – met name uit de verklaring van de verbalisant – voldoende blijkt dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, is verricht. Betrokkene betwist de gedraging dan ook niet, maar doet een beroep op de omstandigheden. Betrokkene stelt dat de plaats waar zij haar voertuig heeft geparkeerd de enige plek is van waaruit zij haar hond kan uitlaten met aanwezigheid van straatverlichting en met zicht op de doorgaande weg. Betrokkene stelt tevens dat de door de verbalisant aangewezen parkeermogelijkheden niet verlicht zijn en mede daarom onveilig zijn voor een vrouw alleen. Van de grote parkeerplaats bij de voetbalvereniging wist betrokkene niet dat deze inmiddels openbaar is.
Betrokkene stelt ten slotte dat ze geen hinder heeft veroorzaakt.
Het verweer dat betrokkene het overige verkeer niet heeft gehinderd of in gevaar heeft gebracht treft geen doel, nu dit niet afdoet aan het verboden karakter van de gedraging.
De kantonrechter is van oordeel dat de door betrokkene aangevoerde omstandigheden niet maken dat er ter plaatse geparkeerd mag worden. Er was geen sprake van overmacht. Over een eventuele klacht over de al dan niet aanwezige straatverlichting dient betrokkene zich te richten tot de gemeente. Betrokkene had een andere keuze moeten maken.
De kantonrechter ziet in hetgeen betrokkene heeft aangevoerd ook geen reden om de boete te matigen.
Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard.

De uitspraak

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. B. Voogd, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 70,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: